Letterlijke tekst persconferentie minister-president Rutte en minister De Jonge na afloop van crisisberaad kabinet (6-5-2020)

Minister-president Rutte en minister De Jonge geven een toelichting na afloop van het crisisberaad van het kabinet.  Vanaf 11 mei komt er stapsgewijs meer ruimte. Maar dan moeten we ons wel aan de belangrijkste maatregelen houden. Bekijk de hele persconferentie via YouTube.

RUTTE
Goedenavond, Het lijkt gevoelsmatig soms al veel langer, maar het is toch echt minder dan twee maanden geleden dat ik de televisietoespraak hield over de aanpak van de coronacrisis. Daarin draaide het om maximale controle en over twee doelstellingen: het beschermen van ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid, en ervoor zorgen dat de zorg en vooral de intensive care afdelingen niet overbelast zouden raken. En daar draait het nog steeds om. Maar we hebben ondertussen wel wat bereikt met elkaar. Zeker in de ziekenhuizen ontwikkelen de cijfers zich nu al een paar weken in gunstige richting. Die eerste uitbraakfase van het virus ligt daarmee achter ons. Met vooral grote dank aan al die mensen in de zorg die in deze fase zo veel voor de kiezen hebben gekregen en tot op de dag van vandaag nog steeds krijgen.

Twee weken geleden konden we de versoepeling aankondigen van een paar maatregelen voor het basisonderwijs, de kinderopvang en sporten voor kinderen en jongeren. Ik heb toen gezegd dat we aan het begin staan van een nieuwe fase, aan het prille begin van de weg terug. Dit is de fase waarin we de overgang moeten maken naar die anderhalvemetersamenleving. En nu we iets verder zijn in deze overgangsfase kunnen we volgende stappen zetten. En daarover hebben we vandaag een aantal besluiten genomen.

Over stappen om de economie en de samenleving langzaam maar zeker weer open te stellen. Stappen die iedereen in ons land weer de ruimte geven vooruit te kijken en plannen te maken. Dat doen we zo snel als het kan, maar niet sneller dan verantwoord. Omdat voorzichtigheid nu beter is dan spijt achteraf. Want dat is wel echt de winstwaarschuwing die geldt voor alles wat we vandaag zeggen: we kunnen Nederland alleen van het slot halen als iedereen zich verstandig blijft gedragen en zich aan de gedragsregels blijft houden. Ik kan dat niet genoeg benadrukken.

Ik zal zo concreet ingaan op hoe we de routekaart voor ons zien, meer in detail voor de komende weken en iets algemener voor de periode tot 1 september. Maar de absolute randvoorwaarde is dat we de controle die we sinds maart hebben bereikt, in deze fase weten te verankeren. Dat dus de cijfers over de ziekenhuisopnamen en de intensive carebedden onder controle blijven, terwijl de verspreidingsrisico’s onvermijdelijk iets toenemen met elke versoepeling. Dat is eigenlijk in de kern de evenwichtsbalk waarop we staan. En over het verankeren van de resultaten, geef ik nu graag het woord aan Hugo de Jonge.

DE JONGE
Dank. En laat ik mijn deel van het verhaal beginnen met de ultieme stip op de horizon. Want wanneer is dit voorbij? Wanneer is het coronavirus niet meer allesbepalend voor onze samenleving? Dat is uiteindelijk pas het geval als er een vaccin is. Misschien al over een half jaar, zeggen de optimisten. Misschien pas over een paar jaar, zeggen de pessimisten. Het zal er tussenin zijn  –  en we zullen alles doen wat we kunnen om zo snel mogelijk tot vaccinatie te kunnen overgaan  – maar niemand die het op dit moment zeker weet. En dat betekent dat we langere tijd zullen moeten leven met het virus. Dat we, na die uitbraakfase nu in die overgangsfase zijn gekomen, en nu toe moeten naar een controlefase. Naar een nieuw normaal, waarin we met allerlei aanpassingen het gewone leven zoveel mogelijk kunnen leiden, in afwachting van een vaccin. En dat zonder dat het virus opnieuw om zich heen grijpt.

En naar die controlefase hebben we stapsgewijs toe te werken. Dat is onze opdracht voor deze overgangsfase. En daarbij houden we vast aan de drie ankerpunten die we eerder hebben geformuleerd: De kwetsbaren zo goed mogelijk beschermen, zorgen dat de zorg het aan kan, en nog meer zicht krijgen op de verspreiding van het virus. Hoe meer zicht we hebben, hoe beter, tijdiger en preciezer we kunnen bijsturen.

We weten inmiddels uit ervaring dat het succes van onze aanpak valt of staat met de afspraken die we als samenleving met elkaar hebben gemaakt. Dat is de basis. Die afspraken hebben ons de winst gebracht die we hebben geboekt. Die hebben gezorgd dat we de verspreiding van het virus onder controle kregen, en dat we in control zijn gekomen. En dat hebben we samen gedaan, met 17 miljoen mensen. En om dat virus onder controle te houden, om in control te blijven, zullen we het weer samen moeten doen.

En het is daarom goed om de afspraken opnieuw met elkaar te maken: Blijf altijd thuis als je klachten hebt. Geen uitzonderingen, geen excuses, en geen flinkdoenerij. Bij benauwdheid en/of koorts blijven alle huisgenoten thuis. Houd anderhalve meter afstand. Werk zoveel mogelijk thuis. Buitenshuis geldt: vermijd drukte. En deze komt in de plaats van het ‘blijf zoveel mogelijk thuis’  – want als algemene stelregel kan die straks natuurlijk niet meer, als we met elkaar steeds meer gaan doen. Dus vermijd drukte. Ben je ouder dan 70 of ben je kwetsbaar, wees dan extra voorzichtig. En voor alle leeftijden geldt: hou een beetje rekening met elkaar. En natuurlijk: hoesten en niezen in de binnenkant van de elleboog, papieren zakdoekjes gebruiken en meteen weggooien en handen wassen, handen wassen, handen wassen.

Ons gedrag kan het verschil maken. Door ons gedisciplineerd te houden aan deze afspraken. En door elkaar ook te durven aanspreken op die afspraken. Door ons samen verantwoordelijk te voelen.

En dat brengt me op die 3 ankerpunten. Allereerst het zicht op de verspreiding van het virus. Meer en meer testen is daarvoor van groot belang. Nu testen we de volgende groepen als ze klachten hebben: ouderen en mensen met onderliggende ziektes, zorgmedewerkers, jeugdtrainers. Vanaf vandaag komen daar de leraren en de medewerkers uit de kinderopvang bij, per 11 mei de contactberoepen, en vanaf 18 mei ook de mantelzorgers en het personeel in het openbaar vervoer, de politie, de marechaussee en andere handhavers. In juni - en we streven naar 1 juni - kan iedereen in ons land met klachten kan worden getest.

Het is vervolgens ook cruciaal om positieve testuitslagen te laten volgen door een intensief contactonderzoek. Het opsporen van besmettingen helpt om een nieuwe opleving van het virus te voorkomen. Degene die besmet is, gaat met zijn huishouden in thuisquarantaine gedurende 14 dagen. Degenen met wie hij contact heeft gehad, krijgt het advies zoveel mogelijk thuis te blijven en vanuit huis over die klachten te rapporteren. De GGD’en hebben nu al ruim 3 keer zoveel mensen voor het bron- en contactonderzoek ingezet en zullen nog meer mensen gaan aantrekken. We blijven werken aan digitale ondersteuning van dat bron- en contactonderzoek door de GGD’en, om het daarmee nog sneller, beter en completer te laten zijn. Want testen, traceren en vanuit huis rapporteren. Dat is cruciaal voor het inzicht dat we nodig hebben om overal waar het virus weer opliert, het vuurtje snel weer uit te kunnen trappen.

En toch, het virus is niet weg. Weer meer ziekenhuisopnames, weer meer IC-opnames. Het kan. Want zolang er geen vaccin is, of een behandeling, is het virus onder ons en zullen mensen ziek worden.  En daarop willen we voorbereid zijn, op zo'n manier dat zoveel als mogelijk de reguliere zorg  – die straks weer is opgestart  –  kan doorgaan. En daarom gaan we samen met de ziekenhuizen, artsen, verpleegkundigen er zorg voor dragen dat het aantal plekken op de intensive care flexibel opgehoogd kunnen worden naar zo’n 1700. Daarnaast kijken we hoe een verdere opschaling kan worden gerealiseerd. Want voldoende capaciteit blijft een van de ankerpunten, die zekerheid en houvast geeft op weg naar die controlefase. Ik hecht er aan te blijven benadrukken dat wij bij alle scenario’s voor de toekomst de draagkracht van verpleegkundigen en artsen serieus te nemen hebben en dat we hen bij de uitwerking zullen blijven betrekken.

Ook de bescherming van onze kwetsbare mensen blijft een ankerpunt in onze aanpak. Tot de laatste fase van deze route, totdat er een vaccin is, zullen we met elkaar extra moeten omzien naar onze ouderen, naar onze mensen met een beperking, naar onze chronisch zieken.

Het bezoekverbod in de verpleeghuiszorg  – dat zo nodig was om in die uitbraakfase de mensen in de verpleeghuizen te beschermen  – willen we stap voor stap versoepelen. Om het medisch noodzakelijke beter met het menselijke te verenigen. Tijd van leven is niet het enige dat telt, ook kwaliteit van leven doet er toe. Maar we doen dat behoedzaam en willen het eerst voorzichtig uitproberen op 25 locaties in het land, te beginnen vanaf aanstaande maandag. En zo willen we vooruit leren op de rest van het land en over 2 weken de volgende stap zetten.

We leven in een ongekende tijd. Die maatregelen die nodig zijn nemen we, in de eerste plaats, om onze kwetsbaarste mensen te beschermen. Het virus kan ouderen en zwakkeren ongenadig hard treffen. En nu we deze maatregelen alweer een tijdje moeten volhouden hoor je en zie je sommigen inmiddels denken: “maar, ik behoor niet tot de risicogroep…en: mij kan toch niet zoveel gebeuren? Die gedachte is misschien begrijpelijk. Maar, dit is geen tijd voor ‘ieder voor zich’. Door je niet aan de afspraken te houden, kun je wel degelijk een rol spelen in de verspreiding van het virus - die voor je buurman, of je oma, een ziekenhuisopname kan betekenen. Je hebt de verantwoordelijkheid voor jezelf, en voor elkaar. Kortom: bescherm jezelf en daarmee elkaar.

RUTTE 
Dank je wel. En dan de hamvraag: wat mag er binnenkort weer? Hoe ziet de routekaart voor  de komende maanden eruit?

Mijn antwoord begint met de opmerking dat bijna alles wat ik hierna ga zeggen onder de voorwaarde is dat het ook kan. We hebben op basis van wat we nu weten beredeneerde inschattingen gemaakt en een voorzichtige planning tot 1 september. Maar per week moeten de cijfers voldoende ruimte bieden om die stappen ook daadwerkelijk te kunnen zetten. Het virus moet beheersbaar blijven. Dat is mijn eerste opmerking vooraf.

Ten tweede ligt er nu een advies van het Outbreak Management Team over het nut van het gebruik van mondkapjes buiten de zorg. Het onderstreept nog een keer dat het wetenschappelijk bewijs dat pleit vóór grootschalig gebruik, dun is. Tegelijkertijd zijn er studies die bij een juist gebruik van mondkapjes – ik onderstreep dat juiste gebruik – wel een beperkt positief effect laten zien. Daarom is het gebruik van mondkapjes denkbaar in situaties waarin anderhalve meter afstand houden onmogelijk is. Niet primair ter bescherming van jezelf, maar vooral om ervoor te zorgen dat jij niet degene bent die een ander besmet. De waarschuwing daarbij is dat medische mondkapjes echt gereserveerd moeten blijven voor de zorg. En dat wegen we allemaal mee in onze besluiten.

Mijn derde en laatste opmerking vooraf is dat we bij het opheffen van maatregelen twee belangrijke criteria gebruiken: de effecten op de zorg en de effecten voor de drukte op straat en in het verkeer. Want die twee criteria hangen samen en er zit natuurlijk ook nog een opbouw in. We beginnen met maatregelen die naar schatting het minste negatieve effect hebben en we breiden dat langzaam uit. En we zijn ook al langer in gesprek met allerlei sectoren over hoe ze het beste weer kunnen beginnen en welke praktische handvatten daarbij kunnen helpen. Dat is natuurlijk heel belangrijk.

En dan concreet: Per 11 mei gaan als aangekondigd de basisscholen en de kinderopvang gedeeltelijk weer open. De voorbereidingen daarop verlopen goed. De scholen willen graag, de meeste ouders en zelfs kinderen ook en bijna alle leerkrachten zeggen volgende week weer aan het werk te gaan. En ik wil hier nogmaals benadrukken dat leerlingen het beste hele dagen naar school kunnen en niet een dagdeel. Halve dagen leiden tot meer vervoersbewegingen en er kunnen problemen ontstaan bij de buitenschoolse opvang.

Per 11 mei kunnen ook de meeste mensen met contactberoepen weer aan de slag. Dus kappers, schoonheidsspecialisten, pedicures, masseurs, opticiens, acupuncturisten, et cetera. Ook de rijinstructeurs vallen hieronder. Voor de contactberoepen gelden twee belangrijke voorwaarden. Ten eerste: het werk wordt zoveel als mogelijk is op anderhalve meter afstand georganiseerd. Dus bijvoorbeeld niet twee kappersstoelen dicht bij elkaar. Ten tweede: er wordt gewerkt op afspraak, waarbij klanten aan de voorkant vragen worden gesteld om in te schatten of iemand een risico oplevert. Uw kapper gaat dan bijvoorbeeld vragen of u op dat moment klachten hebt. Die check aan de voorkant neemt veel risico’s weg. En het dragen van mondkapjes is dan niet nodig.

Per 11 mei mag iedereen boven 18 jaar buiten sporten, wel op anderhalve meter afstand van elkaar dus geen contactsporten, en ook geen wedstrijden en thuis douchen.

En per 11 mei kunnen ook de bibliotheken weer open, uiteraard met een anderhalvemeterafspraak.

De volgende stap zetten we op 1 juni, als dat kan. Het voortgezet onderwijs kan per 1 juni weer starten, zoals eerder aangekondigd. De manier waarop  wordt uitgewerkt.

Per 1 juni mogen ook de terrassen weer open onder twee voorwaarden: iedereen zit aan een tafeltje en mensen houden anderhalve meter afstand van elkaar.

Restaurants, cafés, bioscoopzalen, concertzalen en theaters mogen vanaf 1 juni binnen, maximaal 30 mensen ontvangen, inclusief personeel en ook onder voorwaarden. Gasten moeten reserveren. Uiteraard geldt de anderhalve meter afstand. En vervolgens vindt ook hier aan de voorkant een controlegesprek plaats om in te kunnen schatten of er risico’s zijn. Het is natuurlijk cruciaal dat mensen die check vooraf wel heel serieus nemen. Maar dat vertrouwen mogen we na de laatste twee maanden met elkaar wel hebben.

Musea mogen per 1 juni ook weer open, mits bezoekers vooraf kaartjes kopen zodat musea kunnen sturen op de anderhalve meter afstand.

Op 15 juni zetten we een klein tussenstapje. Dan willen we namelijk het middelbaar beroepsonderwijs de gelegenheid geven weer praktijkexamens af te nemen en praktijkonderwijs te geven. Ondertussen werken we de komende maand ook aan een plan om te zijner tijd het mbo verder open te stellen en ook het hoger onderwijs weer te openen.

De volgende stap is voorzien op 1 juli, en natuurlijk geldt dan wel opnieuw: als het kan. Kort samengevat willen we per 1 juli het getal van 30 personen verhogen naar 100 voor alle categorieën die ik net heb genoemd onder precies dezelfde voorwaarden. Uiteraard kunnen vanaf dan ook de kerken, congrescentra en crematoria weer bijeenkomsten organiseren tot 100 personen. Dat geldt ook voor bruiloften.

En per 1 juli mogen dan ook de gemeenschappelijke wc’s en douches op de campings en vakantieparken weer open.

En als alles dan nog steeds goed gaat, gaat de deur per 1 september ook van het slot voor de sportscholen, sauna’s, sportkantines, coffeeshops, casino’s en sexwerkers; en voor de contactsporten en de binnensport. Voor sportscholen geldt dat we met de branche bekijken of het verantwoord openen eerder mogelijk is.

Een cruciale factor in dit verhaal is het verkeer en dan vooral het openbaar vervoer. Het is onvermijdelijk dat door het terugschroeven van alle maatregelen de files weer zullen groeien en de druk op het openbaar vervoer langzaam maar zeker gaat toenemen. Dat laatste betekent: veel mensen bij elkaar en geen mogelijkheden voor een check aan de voorkant. Dus hoe willen we hiermee omgaan?

Het belangrijkst hierbij zijn wij zelf. De automobilisten en de ov-reizigers. Van ons allemaal wordt zelfbeheersing gevraagd. Ga dus op een mooie dag niet allemaal met de tram naar het strand, dat is echt niet de bedoeling. Als algemene regels gelden: Reis niet onnodig. Reis zoveel mogelijk buiten de spits en vermijd drukke plekken. Loop of fiets zoveel mogelijk. Het openbaar vervoer blijft alleen voor noodzakelijke reizen.

Wat de komende maanden belangrijk is, is het spreiden, het uitsmeren van vervoersstromen over de dag. Voor een zo laag mogelijke piek in de spits. En natuurlijk geldt dat we voorlopig allemaal zoveel mogelijk thuis werken. Daarnaast moeten we serieus kijken naar werktijden en openingstijden. En ook voor de langere termijn is het belangrijk dat niet iedereen tegelijk de weg op gaat of de trein pakt. Dat vraagt ook iets van werkgevers, van musea, van onderwijsinstellingen en andere partijen. En daarover laten we ons als kabinet nu adviseren.

Specifiek voor het openbaar vervoer  geldt dat de capaciteit omhoog moet om reizigers te kunnen spreiden als het drukker wordt. De afspraak die we inmiddels hebben gemaakt met de bedrijven, is dat het openbaar vervoer vanaf 1 juni weer de volledige dienstregeling draait. OV-bedrijven gaan hun materieel zo inrichten dat van alle zit- en staanplaatsen straks ongeveer 40% beschikbaar is. Het aanpassen van het materieel en het weer opvoeren van de dienstregeling is een enorme logistieke klus, want de winkel is ondertussen natuurlijk gewoon open om Nederland draaiend te houden. En dat verdient een groot compliment in de richting van al die mensen in het openbaar vervoer.

En als de bussen en treinen straks weer voller raken, zal anderhalve meter afstand niet langer altijd haalbaar zal zijn. Op stations, perrons en bij haltes blijft anderhalve meter afstand de norm. Maar in de trein, bus, tram en metro is dat niet realistisch. Vandaar dat we per 1 juni als regel hanteren dat iedereen in het OV een mondkapje draagt. Niet als alternatief voor afstand houden, maar omdat voldoende afstand houden op een bepaald moment simpelweg niet meer goed mogelijk is. Eerder dan 1 juni mag natuurlijk, maar vanaf 1 juni is het mondkapje verplicht. En ik benadruk dat iedereen daar zelf voor zal moeten zorgen. Zelf maken mag. Kopen mag. Maar het is uitdrukkelijk niet de bedoeling medische mondkapjes te gebruiken, want die zijn bestemd zijn voor de zorg. Het personeel op de trein kan aanvullend ook kiezen voor spatschermen. En de handhavers in het openbaar vervoer krijgen de beschikking over dezelfde mondmaskers als de politie om te gebruiken bij incidenten.

Ik sluit af met twee opmerkingen. Ten eerste dat ik me heel goed realiseer dat we vandaag niet alleen mensen blij maken, maar ook teleurstellen. Niet alle bedrijven kunnen tegelijk open en sommige sectoren moeten echt nog een tijdje wachten. Dat is met een goede reden, maar ik snap dat het hard kan binnenkomen. Tegen ondernemers in die sectoren zeg ik vandaag dat er bij de uitwerking van het tweede economische steunpakket extra aandacht zal zijn voor hun situatie. Daarover zijn we in goed overleg met werkgevers en werknemers.

Mijn tweede en laatste opmerking is voor iedereen die nu kijkt. Ik heb eerder gezegd: we varen op zicht en dat geldt ook voor de stappen die we in deze overgangsfase gaan zetten. Stappen die onvermijdelijk een stortvloed van vragen zullen oproepen. We gaan daar zo goed en zo praktisch mogelijk antwoord op geven, om te beginnen op rijksoverheid.nl. Maar ik weet ook dat we niet meteen op alle individuele vragen een antwoord zullen hebben. Ik weet dat er zich in de praktijk problemen zullen voordoen die we nu nog niet hebben voorzien. Het is onmogelijk om met een paar centrale besluiten alles voor iedereen dicht te regelen. Maar het is wel mogelijk om samen tot praktische oplossingen te komen – dat hebben we de laatste maanden met elkaar bewezen.

We moeten dit samen blijven doen, met 17 miljoen mensen; we zijn samen verantwoordelijk. En dat zijn geen holle woorden. Sterker nog, deze fase vraagt nog meer verantwoordelijkheid en samenwerking. Van werkgevers en vakbonden. Van de NS en regionale en lokale vervoerders. Van brancheorganisaties. Van veiligheidsregio’s en gemeenten, die ervoor moeten zorgen dat de situatie in de winkelstaten, parken en recreatiegebieden beheersbaar blijft. En in veel gevallen zal daarbij maatwerk nodig zijn, dat wij vanuit Den Haag niet kunnen en ook niet moeten willen leveren. Maar we staan wel klaar om mee te denken en te helpen waar we kunnen.

Maar het begint en eindigt met het gedrag van ons allemaal. Door thuis te blijven met klachten, drukte te vermijden, zoveel mogelijk  thuis te werken, anderhalve meter afstand te houden en door ons te houden aan die belangrijke hygiëneregels. De ruimte die er nu is voor de versoepeling, hebben we met elkaar verdiend. En met elkaar kunnen we ervoor zorgen dat we die ruimte ook behouden. Dank u wel.

BOS (NOS)
Meneer Rutte, u plaatste een paar stippen aan de horizon, kijkt al ver vooruit. Kunt u aangeven waarom u het zo belangrijk vindt om dat stukje perspectief te bieden?

RUTTE
Ik denk dat mensen dat belangrijk vinden. Het is voor ons belangrijk omdat het ons ook die routekaart geeft waarop we heel precies kunnen kijken: wat is er de komende weken en maanden nodig? En als je nu kijkt naar de cijfers, hoe die zich ontwikkelen, in de ziekenhuizen, in de zorg breed, in het aantal besmettingen, dan is er ook enige ruimte nu om heel voorzichtig deze stappen te zetten.

BOS
Kunnen we daarmee zeggen dat Nederland uit de intelligente lockdown gaat?

RUTTE
Niet helemaal helaas. Om te beginnen duurt dit nog echt wel enige tijd voordat we alles weer aan de gang kunnen zetten. En dan blijft natuurlijk het grote vraagstuk van de vergunnningsplichtigen en meldingsplichtige evenementen die nu tot 1 september niet kunnen plaatsvinden, waarvan het echt nog onzeker is hoe dat er na 1 september uit gaat zien. Dus helemaal weghalen zal niet gaan. Maar je kunt wel op een intelligente manier nu proberen met elkaar als samenleving stap voor stap uit die lockdown te komen. Maar helemaal eruit zal echt langere tijd duren.

BOS
Dan toch nog even een vraag over de mondkapjes. Want eerst was het devies: schijnveiligheid, is niet nodig. Nu moet het dan toch in het OV. Is het nog steeds schijnveiligheid of zijn er toch nieuwe medische inzichten?

RUTTE
Kijk, wat ik u net zei is precies hoe het zit. Dat is dat de club die ons adviseert heeft gezegd: het wetenschappelijk bewijs is dun, maar in die situaties waarin die anderhalve meter moeilijk te handhaven is, is er wel toegevoegde waarde van die niet-medische mondkapjes. En dat is voor ons aanleiding geweest om te zeggen: luister, als je die anderhalve meter niet kunt handhaven en je kunt niet de check doen vantevoren, zoals een kapper dat kan doen, u belt en zegt: ik wil langskomen, dan kan die kapper zeggen: bent u recent... heeft u verkoudheidsklachten, et cetera. Maar dat kan bij het openbaar vervoer niet. En dus waar je die anderhalve meter niet kunt handhaven en niet die check vooraf kunt doen op gezondheidsklachten, dan hebben die mondkapjes echt een meerwaarde.

BOS
Maar hadden we dit dan niet eerder moeten doen?

RUTTE
Luister, nee, tot nu toe is dat in het openbaar vervoer niet nodig omdat er zo weinig mensen reizen dat die anderhalve meter daar in redelijke mate is te handhaven in de meeste gevallen. Maar we komen nu in een situatie dat natuurlijk weer meer mensen van het OV gebruik gaan maken. En dus is er echt een risico dat je natuurlijk vaker die anderhalve meter onder spanning zult zien komen. En dan helpen die mondkapjes.

VAN DE ZILVER (RTL NIEUWS)
Meneer De Jonge, vraag voor u. We gaan eigenlijk de maatregelen nu per 11 mei versoepelen stapsgewijs. Maar ik hoor u ook zeggen: vanaf juni gaan we pas grootschalig testen. Geeft dat dan in de tussentijd wel voldoende zicht op hoe het virus zich verspreid?

DE JONGE
We doen ook wat ander he. We schakelen namelijk de komende tijd groepen aan. Vanaf 11 mei de contact beroepen, vanaf vandaag de mensen in het onderwijs, mensen in de kinderopvang. We voegen daar de mensen in het OV aan toe, de politie voegen we eraan toe, andere handhavers. Dus we schakelen wel degelijk groepen aan en zo kijken we telkens hoe we de testcapaciteit die we hebben en de bevoorrading van die laboratoria, hoe we die zo goed mogelijk en zo zinvol mogelijk kunnen inzetten. Daarbij gaan we zeker niet langzamer dan mogelijk zou zijn. We zetten echt de stappen die we daarin zouden kunnen zetten. En we schatten ook heel goed in, stel je nou eens voor, want dat wil je natuurlijk, dat je naar die stap gaat: we willen iedereen kunnen testen met klachten. Wat is daar dan voor nodig? Hoeveel klachten zouden dat dan kunnen zijn op een dag? En als je die inschatting maakt, dan is de inschatting nu ongeveer 30.000. Is natuurlijk heel moeilijk om in te schatten, want dat betekent iedereen met respiratoire klachten, dus iedereen met verkoudheidsklachten, grieperige klachten die moet zich kunnen testen. En dat betekent dat je op dat moment ook klaar moet staan om dat te kunnen bedienen. Daar is nog wel echt iets voor nodig en daarom zeg ik ook veiligheidshalve: in juni zijn we daar klaar voor. Maar ik streef ernaar om 1 juni klaar te zijn.

VAN DE ZILVER
Ja, want ik vraag het ook omdat afgelopen week zijn er in totaal een kleine 28.000 testen over de hele week gedaan. Dat geeft dan toch heel weinig zicht op hoe het virus zich op dit moment aan het verspreiden is in Nederland?

DE JONGE
Nou, eigenlijk geeft dat toch wel zicht. Want wat je ziet namelijk tegelijkertijd: er zijn dus veel meer groepen die getest worden, je ziet dat het aantal respiratoire klachten dus heel erg afneemt, want de groepen zijn uitgebreid en ondertussen is het aantal testen... iedereen kan zich laten testen, alleen ondertussen is het aantal testen juist afgenomen, dat betekent gewoon dat er minder klachten zijn. En je ziet ondertussen dat de positieve uitslagen uit de testen, dat percentage daalt heel sterk. Dat zit inmiddels onder de 10% en dat zit dus ruim binnen de norm, ook internationaal, die de WHO daarvoor voorschrijft. Dus wat je eigenlijk ziet is: naarmate de zomer nadert neemt het aantal klachten heel sterk af, daardoor wordt het makkelijker mogelijk om op enig moment, en dat moment is in juni en ik streef naar 1 juni, maar op enig moment te kunnen zeggen: iedereen met klachten kan zich testen. En ja, we zullen echt op dat moment moeten zien tot hoeveel testen dat leidt.

VAN DE ZILVER
Want de verspreiding van het virus, het aantal mensen dat nieuw besmet wordt door iemand die ziek is, dat ligt eigenlijk net onder de 1. Lopen we dan niet te veel risico dat het de komende weken toch weer net boven die 1 gaat en dat het zich weer heel snel gaat verspreiden?

DE JONGE
We doen het behoedzaam en het is heel terecht wat u zegt: je moet het heel goed in de gaten houden. Want het gaat inderdaad over dat getal, dat verspreidingsgetal, die R, die moet je heel goed in de gaten houden, die moet sowieso onder de 1 zijn. Maar die is betekenisvol in relatie tot het aantal besmettingen wat er is op enig moment. En dat heeft weer een verhouding met het aantal mensen dat op de IC ligt, dat is modelmatig hangt dat met elkaar samen. Dus die drie elementen, daar kijk je naar. Maar we moeten realistisch zijn, het is altijd, het is niet sturen op een dashboard zou je kunnen zeggen, het is altijd een beetje sturen op de achteruitkijkspiegel. En dat is het ingewikkelde natuurlijk van het sturen van de aanpak van deze crisis: je moet goed kunnen inschatten: gaan de bewegingen de goede kant op, maar je weet ook: op het moment dat ze eenmaal de verkeerde kant op zijn gegaan, ja ben je wel aan de late kant met ingrijpen. Dus je moet het heel behoedzaam doen. En daarom is het pakket van half mei ook echt een overzichtelijke stap die we ook durven zetten. We hebben er vertrouwen in dat we dat kunnen zetten op dit moment omdat we zien dat de cijfers de goede kant op gaan. En verwachten ook niet dat de opening per half mei daarin verandering zal aanbrengen. Een spannender stap is natuurlijk die van 1 juni. En vandaar ook dat we zeggen: ja, we blijven wel goed op die cijfers letten. Ze moeten wel de goede kant op blijven gaan en ze moeten ons ook de ruimte en het vertrouwen kunnen bieden om ook die volgende stap te zetten. En we doen dat stap voor stap.

VRAAG (DE TELEGRAAF)
Meneer Rutte, wat ik eigenlijk in het lijstje niet terug zag is: hoe zit het met reizen? Heel veel mensen zouden dolgraag weer op vakantie willen, ook naar het buitenland. Kunt u daar iets over zeggen? Mogen we het vliegtuig weer pakken? Hoe zit dat?

RUTTE
Nee, tot nu toe geldt natuurlijk voor zo’n beetje de hele wereld code oranje. Dat betekent alleen noodzakelijke reizen. Ik weet niet hoe zich dat ontwikkelt de komende weken. Dat hangt ook van andere landen af, wat zij doen. Dat zal ook bij ons op een gegeven moment weer een nieuwe afweging vragen. Maar op dit moment, thans op deze zesde mei geldt code oranje. Dat betekent: alleen noodzakelijke reizen. In Nederland kun je natuurlijk wel op pad. We zorgen er ook voor dat op 1 juli weer op de campings et cetera weer de wc’s en de douchegelegenheden weer open zijn. Dus in Nederland zelf kun je natuurlijk uit de voeten, maar hou wel de anderhalve meter.

VRAAG
Ja en ook een vraag over de basisscholen. Vanaf volgende week kunnen die weer half open, om maar zo te zeggen. Wanneer kan het weer helemaal?

RUTTE
Dat gaan we heel precies bekijken. Dus wat we hebben besloten is nu beginnen met halve dagen, sorry, half open gaan, niet halve dagen. Liever hele dagen, maar per saldo dus dat de kinderen voor de helft van de schooltijd bezig zijn, maar graag wel op hele dagen. Vervolgens gaan we dat heel goed opnieuw monitoren, hoe dat loopt. We gaan ook kijken hoe het in Denemarken gaat. We hebben natuurlijk de informatie uit IJsland, dus we hebben die onderzoeken die ook nog doorlopen. En op een moment, en liever eerder dan later, besluit je dat het weer helemaal open kan. Maar daar is nog geen datum voor voorzien.

VRAAG
Nee, dus ouders en kinderen moeten echt nog wel even rekening houden met de halve kracht, om het maar zo te zeggen?

RUTTE
Ja, zo is het, klopt.

NIJS (HART VAN NEDERLAND)
Meneer Rutte, mondkapje dragen in het OV, wordt daar ook op gehandhaafd als je dat...

RUTTE
Ja, vanaf 1 juni. Niet tot 1 juni, maar vanaf 1 juni is het verplicht en dan wordt er ook op gehandhaafd.

NIJS
En dat wordt een boete als je hem niet...

RUTTE
Maar hoe hoog weten we nog niet, dat gaan we allemaal nog uitwerken.

NIJS
Oké, maar je krijgt een boete als je niet een mondkapje op hebt in het openbaar vervoer?

RUTTE
Ja.

NIJS
Oké, en nu zegt: het argument om een mondkapje daar op te doen en bijvoorbeeld niet bij contactberoepen is dus: je kan van tevoren niet checken en je kan moeilijk die anderhalve meter afstand bewaren. Maar we zien bijvoorbeeld nu ook wel in supermarkten dat het ook wel heel moeilijk is om die anderhalve meter afstand te bewaren. En ja ik denk dat we dat allemaal wel hebben meegemaakt.

RUTTE
In het begin wel....

NIJS
Is dat dan ook een regen, een idee om daar ook een mondkapje te gaan gebruiken?

RUTTE
Nee kijk in supermarkten in het begin, dat ben ik met u eens, daar zag je nog wel eens even, zeker ook de vakkenvullers, dat mensen daar zo’n beetje overheen hingen. In ieder geval bij mijn supermarkt zie ik nu dat dat echt veel beter is en dat de supermarkten dat goed hebben opgepakt. Dat die vakkenvullers de ruimte nu hebben, dat je daar niet meer overheen kan hangen om nog even snel een aanbieding te pakken en dan in de nek van die jongen of het meisje te niezen. Dat mag trouwens sowieso niet, want dan had je thuis moeten blijven. Dus die anderhalve meter gaat daar beter. De supermarkten zijn ook bezig... buiten houden ze meer in de gaten hoe druk het binnen is. Dus je ziet vaak ook bij de supermarkten, dat heb ik zelf nu ook een paar keer meegemaakt, dat je met je winkelwagentje even in de rij staat, uiteraard op anderhalve meter, dus daar is dat niet nodig.

NIJS
Oké en wat betreft bezoek. In principe was het drie mensen maximaal, maar ook als je anderhalve meter... Mag je nu ook meer mensen thuis ontvangen?

RUTTE
Nee, ons advies blijft daar: hou dat nou een beetje gematigd. En dan is de richtlijn, buiten de mensen die in het huis wonen maximaal drie mensen. Daar ga je niet op handhaven. Waar je wel op handhaaft natuurlijk is als er overlastgevende feesten worden georganiseerd, van die coronaparty’s, dat heeft u ook wel gezien, dan grijpt men in.

NIJS
Maar waarom mogen we dan nog steeds niet met wat meer mensen thuis samenkomen?

RUTTE
Omdat uiteindelijk natuurlijk het advies blijft: doe voorzichtig. En als jij... Ik weet niet, ik woon niet zo groot, maar woon je in een heel groot paleis, dan kun je misschien net wat meer mensen aan. Maar normaal gesproken denk ik in een gemiddelde Nederlandse huiskamer en die is toch vrij klein, ben je toch behoorlijk aan de maat als je drie mensen op bezoek hebt.

NIJS
En dat geldt ook voor als we buiten op pad zijn?

RUTTE
Buiten op pad geldt dat je anderhalve meter afstand moet houden en dat er wordt gehandhaafd op die anderhalve meter vanaf drie personen, tenzij het een gezin is. Maar dat is al de bestaande situatie, dat verandert niet.

NIJS
En dan had ik nog een vraag over de sportscholen, daar gaan jullie nog kijken of het eerder open kan. Waar hangt dat van af?

RUTTE
Sportscholen vind ik echt ingewikkeld. Persoonlijk baal ik er ook zeer van, want u weet: wij met het kabinet sporten we ook graag een paar keer in de week. Maar zo zullen heel veel mensen die nu kijken op allerlei onderdelen hun persoonlijke punten hebben. Dit is nou een punt wat ik heb, maar goed, dat mag verder niet meespelen. Bij sportscholen is het probleem dat er onderzoek nader moet worden gedaan naar de verspreiding van het virus. Je zweet er, je zit toch vaak in een kleinere ruimte, de apparaten waar je op sport worden vaak niet heel goed schoongemaakt. Dus dat betekent dat we nu zeggen: veiligheidshalve zetten we het op 1 september, maar we gaan, en daar gaat ook het RIVM mee helpen en de branche gaan we daarbij inschakelen, kijken of het eerder kan.

NIJS
Oké en dan had ik nog een vraag over de terrassen, die mogen dus weer open, moet je wel anderhalve meter afstand houden. Dat betekent dus dat er veel minder bezetting kan zijn. Mogen dan terrassen of horeca-uitbaters ook meer gebruik maken van pleinen bijvoorbeeld?

RUTTE
Ja, voor mij prima, maar ik ga er niet over. Het lokaal gezag gaat daarover. Je hebt vaak een vergunning voor jouw terras van een zekere omvang. En je ziet in veel nieuws nu in Litouwen dat daar die terrassen meer ruimte hebben gekregen. Dat zal echt het lokale bestuur moeten doen, maar er speelt natuurlijk altijd ook een ander aspect mee. Dat als meer mensen naar die terrassen gaan, ook het lokaal gezag moet kijken: hoe voorkomen we dat in de steegjes op weg naar die terrassen mensen tegen elkaar op gaan botsen? Dus wat is het crowd management wat daar nodig is? Ja dat kunnen wij in Den Haag nooit voorschrijven. Dus de steden zullen kijken: hoe voorkom je dat het te druk wordt in de toevoerstraatjes zeg maar naar een terras en ook mede afhankelijk daarvan denk ik kijken: geef je die terrassen de kans om wat meer uit te breiden? Het voordeel natuurlijk van wat grotere terrassen is dat je ook meer spreiding hebt van mensen door de stad.

VRAAG (ANP)
Meneer De Jonge, u had het over het flexibel ophogen van IC-capaciteit naar 1700. Maar op dit moment ligt de capaciteit hoger. Betekent dat dat we alweer gaan afbouwen of..?

DE JONGE
Kijk, je ziet het natuurlijk dalen. Dit is ook echt het moment waarop de sector zich afvraagt: op welke capaciteit hebben we ons voor te bereiden? Want kijk even de weken terug, iedereen die in de dalende IC-cijfers al te veel zonnestralen ziet moet zich ook realiseren dat er heel veel zorg niet is doorgegaan juist omdat die ziekenhuizen zo vol lagen met coronapatiënten. Dus wat we zien is dat we eerst nu die daling verder voort moeten zetten. En dat is ook onze verwachting als je gewoon kijkt naar de huidige cijfers, ook al zetten we die stap die we zetten nu per half mei omdat die weinig zullen doen is de modelmatige aanname in ieder geval weinig zullen doen op de IC-cijfers op dit moment. Wat we moeten doen is in gezamenlijkheid en dat is Martin van Rijn aan het doen, in gezamenlijkheid een plan maken van hoeveel IC-capaciteit wil je in ieder geval  flexibel opschaalbaar beschikbaar hebben? Omdat je natuurlijk zoveel als mogelijk, mocht het weer ergens opleven, zoveel als mogelijk wilt zorgen dat je die dan op zo’n manier kunt opvangen dat de reguliere zorg niet weer zo belast wordt als in de afgelopen tijd gebeurd is. Want je kunt niet weer opnieuw alle electieve zorg eruit gooien om die IC-capaciteit te kunnen bedienen. En daarom wordt er gezegd: je moet eigenlijk structureel naar een op te schalen capaciteit, IC-capaciteit tot 1700 werken. En wat we natuurlijk moeten doen, want dat hoort daarbij en daarom is het beleid ook zoals het is, dat je zegt: we moeten zorgen dat ieder vuurtje dat ergens oplaait, dat je dat meteen kunt uittrappen. En vandaar het toewerken naar: iedereen kunnen testen. En het veel strakker intensiveren eigenlijk van het bron- en contactonderzoek zodat je ook meteen daar waar je dat virus weer de kop op ziet steken en weer ziet oplieren, meteen ook het vuurtje kunt uittrappen en erbij bent. Zodat je eigenlijk niet meer in die situatie kunt komen, ik zeg het met enige voorzichtigheid, maar dat moet je echt willen voorkomen, van de afgelopen weken. We zijn echt die uitbraakfase voorbij en we moeten er niet naar terug.

VRAAG
U noemde het bron- en contactonderzoek. Eerder zei u dat daarvoor de inzet van een app cruciaal was. Daar hoor ik u geen van beiden vandaag over.

DE JONGE
Zeker wel, ik heb daar zojuist iets over gezegd. Je hebt het wel nodig namelijk, in aanvulling op. Een aanvullende ondersteuning, want met een app kan het bron- en contactonderzoek beter en completer zijn. Beter in de zin van sneller. Je kunt via die app zou je een snellere signalering kunnen doen dan je anders telefonisch voor elkaar krijgt via het reguliere bron- en contactonderzoek. En daarnaast zou je completer kunnen zijn. Je kunt je niet altijd meer herinneren bij wie je gisteren allemaal in de buurt hebt gestaan, zeker niet als het op een perron was bijvoorbeeld. Maar je weet vaak alleen de contacten die je ook echt kent, met wie je ook echt hebt afgesproken bijvoorbeeld, of je huisgenoten, dat weet je nog. Dus op het moment dat je met de GGD in gesprek bent van: wie ben je de afgelopen tijd allemaal tegen gekomen in de besmettelijke periode, dan is het een overzichtelijk lijstje vaak. Dat wordt gebeld, je krijgt het advies om zoveel als mogelijk thuis te blijven. Om vanuit huis over klachten te rapporteren. Het advies om zoveel als mogelijk thuis te blijven, vanuit huis over klachten te rapporteren. Als het gaat over een positieve besmetting moet het hele gezin natuurlijk twee weken in quarantaine, dat is het advies. Maar wat de aanvulling zou kunnen zijn van een app is dat je er veel sneller bent, want je kunt sneller de contacten informeren, en je bent ook completer in het bereik van het aantal contacten. Dus de toegevoegde waarde is er nog steeds.

VRAAG
Dat begrijp ik. Maar de app is er nog niet en er is ook eerder gezegd dat er veel meer mensen nodig zijn om het bron- en contactonderzoek gewoon fysiek te blijven doen. Worden er al vorderingen gemaakt om veel meer mensen daarvoor te werven?

DE JONGE
Op dit moment zit er al ruim 300% van een aantal mensen van een normale bezetting van de GGD’en gemiddeld genomen in Nederland, is bezig met bron- en contactonderzoek. Met de nieuwe richtlijn die in het OMT-advies is vastgesteld, de nieuwe bron- en contactonderzoek richtlijn, zal het aantal mensen weer verder toenemen, omdat de intensiteit van de aanpak die nu wordt voorgeschreven is groter. Dus dat betekent dat er door de GGD de komende week, weken, een opschalingsplan verder wordt uitgewerkt, eigenlijk in aanvulling op alle opschaling die al heeft plaatsgevonden in de afgelopen weken. Een verdere opschaling onderweg naar juni, om er ook dan klaar voor te zijn als we een steeds grotere groep gaan testen.

BNR
Hoe weet ik of ik veilig ben als het gaat om mondkapjes? Heeft u een lijst met bedrijven die kapjes maken waarvan ik als consument met een gerust hard een mondkapje kan kopen?

RUTTE
Wat we gaan doen, we gaan ergens op een website zetten hoe je zelf kan maken. U kunt het ook kopen. Maar het is niet medisch. Het is een neusmondkapje en op die website waar staat hoe je het zelf kan maken staat ook wat dus de basis van zo’n kapje moet zijn.

BNR
Dus ik moet zelf een kapje gaan maken, ik kan het niet ergens aanschaffen?

RUTTE
Of kopen. Je mag het ook aanschaffen. Maar wij gaan het niet faciliteren, dat moet je echt zelf regelen.

BNR
Omdat u altijd zei van het is niet veilig, of we weten niet of het veilig is. Ik kan niet goed mondkapjes naaien, is het fijn om te weten dat ik een veilig mondkapje heb.

RUTTE
Ja maar het is nooit zo veilig natuurlijk als een medisch mondkapje en dat gaat u niet kopen want dat is voor de medische sector. Maar wat je wil, is het helpt waar die anderhalve meter niet kan worden gehandhaafd en je ook niet van te voren kunt checken ‘heeft  u klachten?’. Wat wel kan bij de kapper bijvoorbeeld. Daar kun je van te voren zeggen oh u wilt een afspraak maken, leuk dat u langskomt maar even de vraag: hoe gaat het met je? Heb je de laatste tijd of op dit moment klachten? En waarschijnlijk wordt die vraag nog een keer herhaald als je binnen komt. Dat kan niet als je de trein instapt. Tegelijkertijd kun je ook als het drukker wordt, en dat zal natuurlijk de komende tijd gebeuren, niet voorkomen dat die anderhalve meter meer onder drukt komt. We halen capaciteit weg nu, dus het aantal bewegingen gaat weer naar het oude niveau. Maar binnen die openbaar vervoer vormen zullen minder stoelen zijn en minder staanplekken, wat ik net schetste. En toch zal je daarmee het risico lopen, ik hoop natuurlijk dat kinderen gewoon op de fiets tot wat mij betreft 15 kilometer lekker naar school rijden en niet meer met de bus gaan. Ik geloof dat er nu met het onderwijs gesproken wordt over een grens bij 8 kilometer, maar ik zou zeggen dat kan best nog wat hoger. Waarom zou je überhaupt met een tram of bus moeten? Dat is heel gezond , die fiets. Maar niettemin, wat je ook allemaal doet, hoe je het ook allemaal spreidt, altijd het risico dat die anderhalve meter onder druk komt.  En dan zeggen onze adviseurs: luister, dan draagt dat wel bij, niet aan jezelf, maar dat jij een ander minder snel kunt besmetten. Wat dan de eisen zijn aan dat mondkapje staat precies op de website.

VRAAG
Nog even over dat testen en het in de gaten houden hou dat virus zich verspreid, want dat is heel belangrijk zei het OMT, een voorwaarde. Vanaf 1 juni wordt het natuurlijk veel drukker. U zegt, een contactapp is nog steeds belangrijk en dus twee vragen. Is die contactapp er dan gewoon vanaf 1 juni? Is dat gewoon beschikbaar voor iedereen? Is dat een soort deadline die jullie stellen? En tweede vraag, u zegt we moeten dan meer gaan testen en dan zien we dan wel hoeveel dat zijn. Maar waarmee houdt u rekening? En stel dat er 80.000 mensen per dag zich vanaf 1 juni willen laten testen, kan dat ook? Wat is de maximale capaciteit?

DE JONGE
Laat ik eerst op die capaciteitsvraag ingaan. Wat we proberen te doen is een goede inschatting te maken van het aantal mensen dat op enig moment respiratoire klachten heeft, luchtwegklachten heeft. En dat is helemaal niet zo makkelijk in te schatten. Tot op heden is dat redelijk goed gelukt, maar in de zomermaanden weten we dat dat type klachten gewoon afneemt. Dus dat is ook de reden dat je nu het aantal effectief afgenomen testen ziet dalen, hoewel de capaciteit er gewoon is. Dat geeft ons de ruimte om weer nieuwe groepen aan te schakelen de komende weken. Dat doen we dus ook. Opbouwen tot uiteindelijk iedereen. Daar moet ongelofelijk veel voor gebeuren. Daar moet voor worden gezorgd dat die 50 laboratoria die we nu inmiddels hebben aangesloten, dat die hun voorraden op orde krijgen. Ook over de tijd heen ook leverzekerheid hebben over de vloeistoffen, de plastics die nodig zijn om die test af te nemen. Dus wat je wilt is dat er ook monsterstromen kunnen worden omgelegd als één laboratorium vol ligt, dat ook een ander laboratorium voor wordt benut. Dat moet natuurlijk met ICT worden ondersteund. De ICT is wel ontwikkeld, maar moet nu worden geïmplementeerd. Nou, allerlei afhankelijkheden zijn er. En dat is de reden dat ik  tegen u zeg: in juni zullen we er zijn, en ik hoop en ik streef naar 1 juni. Maar dat zal nog een hell of a job zijn. Dan hebben we het aantal. Dat wordt ingeschat nu op 30.000. Het is natuurlijk voor het eerst dat we moeten inschatten hoeveel respiratoire klachten zijn er überhaupt in de bevolking, omdat we dat nog nooit hebben gedaan. Dus dat is echt een inschatting van het RIVM op dit moment. Wij hebben ook gezegd, stel nou eens dat straks de r weer in de maand komt, met name januari februari. Dat zijn qua klachten zijn dat altijd de drukke maanden. Hoeveel zou het dan kunnen zijn? Dan is de inschatting, dat zou wel eens op 70.000 kunnen liggen. Maar weten we dat zeker? Nee, dat weten we natuurlijk niet zeker, want ook die andere virussen die hebben het ook niet makkelijk. Want die anderhalve meter afstand, die helpt ook niet erg. Stel dat je influenza virus bent, om over te gaan van de een op de andere. Kortom, we moeten dat echt gewoon proefondervindelijk ondervinden en ondertussen gewoon de stappen voorwaarts nemen naar wat we nodig vinden. Niet omdat we zeker weten dat het ook kan, maar omdat we zeker noodzakelijk vinden dat we het moeten doen. En dus gaan we er alles voor doen om te zorgen dat we het aantal klachten op dat moment ook gewoon aankunnen. En ook  in de testcapaciteit zit natuurlijk weer ontwikkeling naarmate de  r in de maand komt zeg maar. Dus wij denken er telkens in te kunnen voorzien om alle klachten van dat moment te kunnen testen.

VRAAG
Maar zodra de r in de maand zit is die 70.000 een soort vermoeden, maar dat zou dus kunnen?

DE JONGE
Nou dat zou de februarimaand, dat zou de hoogste maand zijn, begrijp ik, is de inschatting van het RIVM op dit moment. Maar nogmaals, we hebben zo’n jaar nog nooit gehad. We hebben nog nooit namelijk over de hele bevolking meldingsmogelijkheid gehad van respiratoire klachten, dat hebben we nog nooit gehad. Dat hebben we nog nooit meegemaakt. Maar we hebben ook nog nooit gekeken, wat doet het nou eigenlijk met al die andere klachten op het moment dat de hele samenleving op anderhalve meter is ingericht, op het moment dat je met iedereen afspreekt als je ziek bent blijf je thuis. De hele tijd je handen wassen. Dat doet natuurlijk ook iets met de verspreiding van andere virussen.

VRAAG
Maar goed, kan er worden uitgebreid naar 70.000 als het nodig is?

DE JONGE
Ja, dat moet namelijk, omdat het nodig is. Want wat we willen is dat we er bij zijn, dat we het vuurtje kunnen uittrappen als het weer op kliert, en daarom is het nodig. En dat betekent dat we ervoor zullen zorgen, dat het ook lukt. En is het spannend? En zijn er eindeloos veel afhankelijkheden en is het een ongelofelijke klus om daar te komen? Ja dat is het. Dat is het allemaal. Maar we komen uit een situatie met allemaal met allemaal decentrale laboratoria met allemaal eigen voorraadbeheer en allemaal eigen machientjes die moeten voorzien van allemaal weer andere spulletjes en vloeistoffen en plastics. Allemaal heel erg ingewikkeld, dat zal allemaal best, maar het is wel nodig en daarom gaan we het doen.

VRAAG
Die contactapp is dat een voorwaarde?

DE JONGE
Ja. Wat ik hoop over een aantal weken, laten we zeggen eind mei, te hebben, is een proof of concept, namelijk dit is wat we willen. Dit is een daadwerkelijke aanvulling van het bron- en contactonderzoek zoals we dat kennen. Dat hoop ik eind mei te hebben. Op dit moment werkt de GGD aan een programma van eisen. Er worden allerlei mensen betrokken om de ontwikkeling van de app ook ter hand te nemen. Dat is allemaal wat er op dit moment gebeurt. Ik hoop eind mei een proof of concept te hebben. Daarmee is het niet geïmplementeerd, daarmee is het zeker niet te downloaden in de App Store ofzo.

VRAAG
Voordat iedereen het terras opgaat?

DE JONGE
Nee, die afhankelijkheid moet u niet willen leggen. Dat is namelijk niet wat nodig is. Wat we doen is veel intensiever testen. Wat we doen is veel intensiever bron- en contactonderzoek. Dat doen we sowieso. De vraag is, zou je met een digitale ondersteuning het bron- en contactonderzoek kunnen verbeteren? Ja is het antwoord. Het kan beter en het kan completer. En daarom werken we nog steeds aan die app, omdat we dat belangrijk vinden. Maar de voorwaardelijkheid en de afhankelijkheid met de stappen die we te zetten hebben die is er niet.

NRC
Meneer Rutte, U benadrukt steeds: als het kan. U legt de stappen voor maar alleen als het kan. Kunt u iets meer inzicht geven in wanneer het niet kan? Dus hoe wordt er bijgeschakeld?

RUTTE
Ja dat is niet precies met een metertje aan te geven, maar dan kijk je naar de drie indicatoren die Hugo de Jonge net noemde. Je kijkt naar die beroemde R, dat is die snelheid waarmee het virus zich verspreid. Is dat onder of boven de één? Als u het krijgt, infecteert u meer dan één andere persoon, dan gaat hij ook weer stik omhoog, want dan gaat het heel snel. Want die volgende doet het dan ook, en omdat ze het allemaal doen, accelereert het. Dus die R0, dat hij onder de 1 blijft is belangrijk. Het aantal besmettingen is belangrijk. De situatie in de ziekenhuizen is belangrijk. Dus dat bekijk je iedere keer in samenhang. Uiteraard ook met de deskundigen die we daar advies over vragen. En zolang zich dat allemaal goed blijft ontwikkelen, dat denken we, we zouden dit schema niet neerleggen als we niet basaal op dit moment de aanname hebben dat gegeven de ontwikkelingen in de cijfers dit ook zo moeten kunnen. Maar stel nou dat er toch plotselinge pieken ontstaan, of extra druk ontstaat op één van deze indicatoren in samenhang met de andere twee, dan moeten we opnieuw kijken of die datum haalbaar is.

NRC
En dit wordt dagelijks gemonitord? Wekelijks gemonitord?

RUTTE
Nee, dat doen wij op basis van de adviezen die we vragen aan... Plus heeft het gezien dagelijks, omdat je, ik geloof dat Duitsland dat iedere dag rapporteert waar de R0 staat en dan zie je ook een dag later dat ze er met 0,2 naast zaten, dus dat doen we niet.

NRC
Heeft het OMT ook geadviseerd over deze versoepelingen? Want volgens mij is dit de eerste keer dat jullie echt een flink aantal politieke keuzes hebben moeten maken.

RUTTE
Wat we doen is, we hebben natuurlijk aan het OMT advies gevraagd  over de maatregelen van aanstaande maandag. Dus de contactberoepen en de andere zaken die ik genoemd heb. En daarvan zeggen zij, dat heeft een beperkt effect op de verspreiding van het virus, in combinatie ook met het eerdere advies om de scholen gedeeltelijk open te doen, de basisscholen, en sport weer mogelijk te maken voor jongeren, is dat overzichtelijk. We hebben nu geen advies gevraagd over het pakket van 1 juni. Dus wat wij nu laten zien aan Nederland is hoe wij denken, sturend op twee vraagstukken, namelijk wat betekent een verruiming voor de drukte in het vervoer. Is dat lokaal of is dat bovenregionaal? Want dat openbaar vervoer moet ook kunnen opschalen. En het tweede, dat taxeren wij wat het betekent in algemene zin voor de ziekenhuiscapaciteit. Maar we zullen natuurlijk meer gedetailleerd vragen of ieder van die stappen weer, aan de deskundigen, gegeven die R0 en het aantal besmettingen en de situatie in de ziekenhuizen, is dit nu een verstandige stap? Dus zo werkt het.

NRC
Maar tegelijkertijd zeggen die deskundigen dat het nu wel vaker aankomt op politieke keuzes. Ik ben een beetje opzoek naar dat spanningsveld. (...)

RUTTE
Dat is zo niet gevoeld. Kijk, dat is natuurlijk altijd zo. Ik zie het zo. Dat, daar ging ook de motie Segers over in het Kamerdebat twee weken geleden. Als je puur praat over hoe staat dat met het virus en de verspreiding van het virus, dan moet je echt aan deskundigen vragen. En die adviezen wegen we zwaar. Ik heb het vaak gezegd, we nemen ze niet blind over, we hebben daar nog flink over (onverstaanbaar red.) met elkaar achter de schermen. Maar het is natuurlijk een zwaar advies, want het is echt iets ingewikkelds, zo’n virus. Ook de deskundigen weten niet alles. Daarom ook dat in zo’n OMT ook onderling discussie plaatsvindt, want helaas, we weten niet alles van het virus. Het verrast ons ook soms. Maar uiteindelijk moet je daar wel op die deskundigheid varen. Vervolgens komt natuurlijk een hele waaier aan meer politieke economische maatschappelijke vragen achterweg. Ik noemde net die ene, dat naarmate je meer gaat doen, wordt het drukker op straat, wordt het drukker in het openbaar vervoer. Hoe ga je zorgen dat er gespreide werktijden zijn? Daar praten we al, zolang ik leef, over. Dat we tussen 7 en 11 zouden moeten starten en tussen 3 en 7 ’s avonds stoppen. Maar het gebeurt maar nooit. Nou, dat is denk ik ook de motie Segers, die zegt luister regering, we snappen puur voor dat virus, hoe staat het daar mee in relatie tot die drie indicatoren die ik noemde. De ziekenhuizen, de aantallen besmettingen en hoe die R0 ervoor staat. Dat is echt voor de deskundigen. Maar alle vragen die daar achter weg komen, daar is het natuurlijk erg interessant om ook naar ander advies te vragen. Dat gaan we ook doen. Dus we gaan ook breder ons laten adviseren over dat type vraagstuk. En een van de eerste adviesaanvragen die we neerleggen bij die clubs, is: hoe gaan we nou om met dat gespreid werken? Want dat is cruciaal voor de druk op de files en het openbaar vervoer.

NRC
Ik heb nog één vraag. We begonnen over groepsimmuniteit als strategie. Ik ben het nu een beetje kwijt, wat ...

RUTTE
Dat is geen strategie geweest. Wat we geschetst hebben in mijn verhaal op televisie van half maart is dat je drie scenario’s hebt. Je kunt het helemaal laten gaan, het virus en dan ben je er in korte tijd, heeft iedereen het gehad. Maar dan zijn er ook heel veel doden, ik geloof dat Jaap van Dissel zei als dat gebeurd zou zijn dan hadden we op de piek 23.000 mensen op de IC gehad. Dat is gelukkig niet gebeurd. De piek was 1300 1400, maar dan hadden we er 23.000 gehad. Dat was één scenario. Het ander scenario wat ik schetste was, je gaat in een lockdown totdat er een vaccin is. Maar dat betekent dat we hier niet mogen zitten. Dat dit allemaal via Zoom moet of Google Meets en dat we helemaal thuisblijven. Ja, dat kan jaren duren, dat is ook niet acceptabel. Dus ik heb gezegd, wij kiezen voor het scenario waar eigenlijk alle landen in Europa en de meest edelen van wereld voor kiezen, namelijk je stuurt op hoe staat het met de kwetsbare qua gezondheid of omdat ze ouder zijn en hoe zorg je ervoor dat de ziekenhuizen het aankunnen? Daar stuur je op. En intussen hoop je natuurlijk dat zo snel mogelijk er een vaccin is of een medicijn. Maar naarmate het virus dus langer onder ons is en het zal onder ons zijn, onze impliciete mededeling vanavond is: het virus is onder ons en zal voorlopig onder ons blijven. Dat betekent ook in de komende weken en maanden ziekenhuisopnames. Helaas zeer waarschijnlijk ook mensen die naar de IC moeten. Helaas zeer waarschijnlijk ook mensen die overlijden. Als je dat helemaal terug zou willen brengen naar nul, dat er niemand meer overlijdt, dat er niemand meer naar het ziekenhuis gaat, dan moet je zo lang alle maatregelen volhouden dat de economie hele grote schade oploopt. Dus stuur je op beschermen van de kwetsbaren. Dat kunnen de ziekenhuizen het aan. Bovendien, al zou je helemaal sturen op nul, dan nog, zodra de vliegtuigen binnenkomen krijg je natuurlijk heel veel nieuwe introducties uit het buitenland dus dan zal het opnieuw weer misgaan. Je kunt Nederland natuurlijk niet helemaal blijvend afsluiten. Maar een bij-effect van ons scenario, van onze strategie die wij gekozen hebben, namelijk maximaal controleren, sturend op de mensen die zwakker zijn qua gezondheid en kan de ziekenhuiscapaciteit het aan, is natuurlijk dat je heel langzaam ook waarschijnlijk een vorm van groepsimmuniteit opbouwt. Maar dat is geen doel van het beleid. Dat is een onvermijdelijk effect en dat is precies de strategie die in Frankrijk, Duitsland, Denemarken, België, Spanje, Italië, overal gevoerd wordt.

VRAAG
Ik was nog even benieuwd. U zei ook, bij deze versoepeling is het belangrijk dat de reisbewegingen en de drukte niet te snel toeneemt en dat thuiswerken ook belangrijk blijft. Hoe lang is de verwachting dat wij eigenlijk nog met zijn allen thuis moeten blijven werken of dat dat aan te raden valt? De rest van het jaar?

RUTTE
Nee, komende maanden sowieso, tot we weer bij u komen met nadere mededelingen, maar de komende maande is het advies: werk zoveel mogelijk thuis. Maar je kunt dat natuurlijk, als dat vaccin nog lang duurt en het medicijn is er ook nog niet, je kunt niet mensen eindeloos lang thuis laten blijven werken. Dus geleidelijk aan gaat u dat ov richting 1 juni, dat wordt een enorme logistieke ingreep, gaat naar die oude capaciteit in termen van het aantal bussen, trams, treinen wat rijdt. Daarbinnen is de daadwerkelijke capaciteit staat op 40%. Vandaar het masker, het niet-medische mondmasker, om te zorgen dat je daar etc. Dus daar zijn we de komende maanden mee bezig. Intussen willen wij natuurlijk gaan praten. En daarom hebben we ook die adviesaanvraag nu uitgezet bij verschillende deskundigen, van hoe ga je nu, wat nu al geleidelijk aan beter gaat, dat gespreid werken, misschien een combinatie van thuis en op kantoor werken etc., hoe gaan we dat vorm geven in Nederland? Daar komt ook bij dat ik zeg tegen scholieren, nogmaals ik meen dat er op dit moment gesprekken tussen Arie Slob en de onderwijssector gaan over reistijden van 8 kilometer, maar dan denk ik nou dat kan wel ietsje hoger, maar zeker tot 8 kilometer, ga nou op de fiets! Ook als het regent. Jongens, dat wordt even het nieuwe Nederland voorlopig. Het nieuwe normaal, omdat we die jongeren liever niet in de tram of de bus zien. Studenten kunnen ook buiten de spits naar de universiteitssteden toe. Die hoeven niet in de spits te reizen. En nogmaals, de witte boorden, de kantoormensen, die wil je veel meer gespreid hebben werken in Nederland. Dus dat moet je allemaal gaan inregelen. Daar gaan we dus ook advies over vragen. Dat is echt een maatschappelijke discussie. Typisch iets wat veel verder gaat dan het OMT. Dat zijn nou typisch die economische maatschappelijke vraagstukken die er liggen, zoals er ook andere liggen, positie van kwetsbaren etc. Maar dit is een heel belangrijk maatschappelijk vraagstuk en omdat je uiteindelijk wil voorkomen dat het te druk wordt in het ov. En in de files.

VRAAG
Een paar weken terug klonk er zo her en der wat van nou, we gaan wel heel langzaam uit de lockdown, en nu hoor je eigenlijk weer een beetje tegengesteld toch, gaan we als Nederland nu niet te hard? Is die epidemie wel onder controle? Er zijn al wat virologen die daar over waarschuwen. Kan dat echt? Is dat die reproductie, die factor is die onder de 1?

DE JONGE
Je moet het eigenlijk in fases willen zien. We komen net uit die uitbraakfase. En we staan in die overgangsfase onderweg eigenlijk naar een volgende fase die je de controle fase zou kunnen noemen. Die zal waarschijnlijk lang duren, namelijk tot het moment dat je dat virus hebt. En we zetten de stappen die verantwoord zijn. We zetten die behoedzaam. En de aanname is, op het moment dat je kijkt naar hoe de getallen zich nu ontwikkelen, dat die getallen zich nog steeds verder naar beneden zullen ontwikkelen, en dat zal niet heel erg worden beïnvloed door het pakket van half mei. Dat is niet de verwachting. Dat hebben we natuurlijk getoetst bij het OMT maar dat is niet de verwachting. Op enig moment, we komen uit die enorme piek van de IC, nou die kunnen we ons echt nooit meer veroorloven, dus wat we moeten doen is dat aantal ziekenhuisbezoeken en het aantal mensen dat op een IC terecht komt zo laag als mogelijk houden en dat zal daar enigszins heen en weer kabbelen. Je kan dat virus niet... Totdat we een vaccin hebben zal het virus onder ons zijn. Dat is zo. We zullen er mee moeten leren leven. Dat is zo. Zo normaal als mogelijk. En daar gaat die controlefase over. En wat er exact allemaal mogelijk is, dat zullen we heel precies telkens bezien aan de hand van de indicatoren van IC-capaciteit. Indicatoren van die R0. En de indicatoren van het feitelijk aantal besmettingen. Want over die R0 nog eventjes. Die R0 is natuurlijk heel erg relevant, maar een R0 van laten we zeggen 0,9 bij een hoog aantal besmettingen is een fors probleem. Dat betekent namelijk gewoon dat je nog steeds en ook volgende week waarschijnlijk nog steeds een hele hoop besmettingen hebt. Een R0 van 0,9 bij een laag aantal besmettingen is veel minder een probleem. Dus het is, die R0 is een hele belangrijke factor, maar wel in relatie tot het feitelijk aantal besmettingen. Nou weet je dan het feitelijk aantal besmettingen? Nee, dat leidt je af van het aantal ziekenhuisbedden. Want dat moet je modelmatig, moet je dat afleiden. Nou en zo kun je telkens, op basis van die indicatoren, kun je je een beeld vormen van hoe het staat maar je moet je altijd realiseren: dat beeld, dat is niet een dashboard, dat is niet de situatie van nu maar eigenlijk is dat beeld een achteruitkijkspiegel. Dat maakt het zo ingewikkeld, want dat is eigenlijk het beeld van een paar weken geleden. En daarom moet je heel voorzichtig, straks als die aantal IC-plaatsen weer een heel eind zijn afgenomen, moet je heel voorzichtig... Als je het daadwerkelijk weer ziet oplieren – en we zien dat straks steeds beter omdat we er veel dichter bovenop zitten met het iedereen testen, dus we zien dat straks veel beter, doen nog veel meer trouwens om heel dicht op de regio te monitoren – en omdat je het dan beter ziet kun je ook eerder ingrijpen. En je moet het zeker niet laten oplieren weer tot pak ‘m beet 650 IC-bedden waar nu aan wordt gedacht als een getal wat je in ieder geval opschaalbaar moet kunnen hebben voor het aantal IC-bedden, he 650 van die 1700. Dus je moet vroegtijdig kunnen ingrijpen. Ja, het zal onder ons zijn maar we mogen niet meer komen in die situatie waar we vandaan kwamen. We komen uit die uitbraakfase, we zitten in de overgangsfase en we zijn onderweg naar een controlefase, dat we vol zullen moeten houden en ook moeten kunnen houden tot het moment dat er een vaccin is.

VRAAG
Meneer Rutte, u gaf aan dat vanaf 1 juli kerkdiensten ook weer bezocht kunnen worden door maximaal 100 personen. Nu weet u dat we in Nederland kerkgebouwen hebben waar niet eens 100 mensen in kunnen en kerkgebouwen waar er 3000 in kunnen en ook normaal gesproken zitten op zondag. Zou het nou dan niet in de rede liggen dat ook hier, want u sprak steeds over maatwerk in deze crisis, dat ook hier de plaatselijke autoriteiten meer ruimte krijgen om natuurlijk op die anderhalvemeterafstandsbasis maatwerk te bieden?

RUTTE
Nee, gaan we niet doen. En ik moet hier ongemakkelijk, zelf gelovig zijnde, een ongemakkelijk punt neerleggen. En dat is dat op plekken waar mensen luid zingen of luid schreeuwen, zoals in een stadion of luid zingen zoals in een kerk, dat zijn plekken waar het virus graag is. Dus we gaan op geen enkele manier die anderhalve meter marchanderen in een kerk. Tot nu toe is het zo: tot 30, kerken, begrafenissen, crematies en huwelijken. Op dit moment zie je eigenlijk dat de meeste kerken zeggen: vanwege alle risico’s doen we ook dat niet. De moskeeën en kerken bijna allemaal doen het op afstand. Dat heeft er overigens ook toe geleid dat er een veel intensiever contact is ontstaan, heb ik gemerkt in mijn gesprekken met kerken en moskeeën, tussen de gemeenteleden en de mensen die er actief, die zeg maar actief betrokken zijn bij de kerk. Men kent elkaar veel beter, want er wordt gebeld, huisbezoek althans veilig natuurlijk. Maar toch veel meer contact dan hiervoor. En het is ook heel goed dat nu, bij die grens van 30, het toch eigenlijk niet gebruikt wordt. Dus we gaan ook heel goed kijken bij die grens van 100. Maar die anderhalve is non negotiable, echt.

DE JONGE
Verspreid het woord en niet het virus, dat is eigenlijk de lijn.

RUTTE
Precies, ja.