Podcastserie van het programma Preventie met gezag (deel 1)

Dit is een podcastserie van het programma Preventie met gezag. In deze reeks delen we inzichten en ervaringen over we de complexe dynamieken in gezag, school en veiligheid, criminele families en specialistisch jeugdwerk. In de eerste podcast gaan we in gesprek over specialistisch jeugdwerk. 'Jeugd- en jongerenwerkorganisaties combineren methodes, van ambulant jongerenwerk, individuele begeleiding tot groepswerk. Ontdek hoe multi-methodisch werken bijdraagt aan preventie.​

Preventie met gezag staat voor het kansen bieden en grenzen stellen om te voorkomen dat jongeren in een kwetsbare positie in aanraking komen met, afglijden of doorgroeien in de criminaliteit. Landelijke, regionale en lokale partners bij de overheid maken zich sterk voor een positieve toekomst van jongeren van 8 t/m 27 jaar voor wie het risico af te glijden in criminaliteit hoger is. Ook scholen, jongerenwerkers, kennisinstituten, de wetenschap en vele anderen zetten zich hiervoor in. Al doende leren we steeds beter wat werkt, om samen de weerbaarheid van deze specifieke groep jongeren te vergroten.

Podcastserie van het programma Preventie met gezag (deel 1)

Podcast Lerende netwerken 

Intro door voice-over: 
Dit is een podcast van het programma Preventie met gezag. Preventie met gezag staat voor het kansen bieden en grenzen stellen om te voorkomen dat jongeren in een kwetsbare positie in aanraking komen met, afglijden of doorgroeien in de criminaliteit. Landelijke, regionale en lokale partners bij de overheid maken zich sterk voor een positieve toekomst van jongeren van 8 t/m 27 jaar voor wie het risico af te glijden in criminaliteit hoger is. Ook scholen, jongerenwerkers, kennisinstituten, de wetenschap en vele anderen zetten zich hiervoor in. Al doende leren we steeds beter wat werkt, om samen de weerbaarheid van deze specifieke groep jongeren te vergroten.

Ron: Welkom bij deze podcast. 

Mijn naam is Ron Lemmens en vandaag gaan we in gesprek over specialistisch jeugdwerk. Jeugd- en jongerenwerkorganisaties combineren methodes van ambulante jongerenwerk, individuele begeleiding tot groepswerk.

En daarbij ontdek ook in deze podcast hoe multi methodisch werken bijdraagt aan preventie. Bij mij aan tafel Jan Dirk de Jong, lector aanpak jeugdcriminaliteit aan de Hogeschool Leiden.

Jolanda Sonneveld, verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en programmamanager bij Sociaal Werk Nederland. En Mohamed Achalhi, jongerenwerker en projectcoördinator bij JoU Jongerenwerk Utrecht.

Jan Dirk, ik ga met jou beginnen, want ik heb jou eigenlijk als een soort van dagvoorzitter vandaag aan het werk gezien. Waarom hebben we het over een specialistisch jeugdwerk en waarom is dit zo belangrijk voor de preventie met gezag doelgroep?

Jan Dirk: De preventie met gezag doelgroep, of de 2%, zijn jongeren in zeer kwetsbare omstandigheden die risicovol gedrag al op hele jonge leeftijd vertonen en dreigen af te glijden richting criminaliteit. 

Het is belangrijk om een goede vorm van preventie op te zetten voor deze jonge mensen. Om te voorkomen dat zoveel mogelijk van die jongeren dus niet in die problemen terechtkomen of verder in die problemen afglijden. Daarvoor hebben we preventie nodig.

En daar wordt veel gekeken naar het jongerenwerk. En op andere plekken wordt veel gekeken naar gespecialiseerde jeugdzorg. En ergens daartussen zit eigenlijk de sweet spot van preventie.

Waarbij je veel intensiever dan vaak vanuit het reguliere jongerenwerk kan op veel plekken met die kids aan de slag gaat. Zowel groepsgericht als individueel. Maar ook niet alleen individueel en vaak veel te laat vanuit hun zorg.

Dat is iets waar we het met z'n allen wel over eens zijn. Alleen nog heel erg zoekende zijn in aan wie vragen we dat? Hoe organiseren we dat? We weten wel, we noemen het nu specialistisch jeugdwerk.

Maar we zoeken eigenlijk in het lerend netwerk met elkaar het antwoord op de vraag. Wat bedoelen we daar precies mee? Hoe ziet dat ervan binnenuit? Wat doe je dan precies? Hoe organiseer je dat? En ook hoe vraag je dat uit als gemeente?

Ron: Dit loopt tot ongeveer 17 jaar deze doelgroep. 

Jan Dirk: Die markering. De markering wil ik eigenlijk helemaal niet aanhouden. Want sommige kinderen die zijn opeens op hun veertiende al veel te diep in hun verhaal. Het is dan een vijftienjarige die een keer de haven in springt in Rotterdam.

[Die ben je in die zin al kwijt. Dat die dan geld heeft verdiend met de criminaliteit tot op een niveau. En verbonden is aan een netwerk tot op een niveau dat je meer praat over herstel dan preventie. Die jongen moet je echt terughalen uit de criminaliteit.

En dat kan ook. En daar kan het jongerenwerk op zich ook een rol in spelen. Alleen dat is een andere tak van sport dan preventie. Herstel gaat over zorgen dat iemand met iets stopt. En preventie gaat om zorgen dat iemand met iets anders begint.

Ron: Ja, nu zijn hier 27 diverse gemeenten aanwezig. Met name denk ik ook kennis en ervaring uit te wisselen, toch? 

Jan Dirk: Zeker. 

Ron: Wat is nu het idee achter dit leren netwerk?

Jan Dirk: Het idee is dat dat specialistisch jeugdwerk waar we het over hebben. Niet iets is wat we heel scherp voor ogen hebben. Wat bedoelen we daar precies mee? En ook nog niet helemaal precies op basis van onderzoek kunnen zeggen. Dit is het en dit werkt eraan.

Dus het is iets wat we met elkaar moeten vormgeven. Enerzijds zoveel mogelijk natuurlijk op basis van wetenschap en praktijkgerichte onderzoek inzichten. Maar ook heel erg de praktijkervaring niet in de laatste plaats van de werker zelf.

Maar ook van de gemeente die dat moeten inkopen. Er zitten heel veel vraagstukken die bij elkaar komen. Inhoudelijk. Hoe ga je dat methodisch aanpakken? Waar begint het? Waar eindigt het? Maar ook hoe werk je integraal samen?

En als gemeente, hoe ga je daarop regisseren zodat de samenwerking, de informatiedeling allemaal tot stand komt? Dat zijn heel ingewikkelde vraagstukken en een lerend netwerk beoogt niet.

Het antwoord te geven van kijk zo, zo moet dat dat weten we ook nog helemaal niet, maar met al die kennis en ervaring samenkomen om te kijken of we daarin kunnen leren en dat is extra van belang, omdat het op elke gemeente weer vaak anders is georganiseerd, dus alleen op deze manier denk ik dat we zo snel mogelijk een stapje verder komen en dat heeft ook te maken met gasten die hier verder zitten, want zo heeft een Jolanda Sonneveld heel veel kennis en ervaring vanuit onderzoek naar methodisch jongerenwerk en kan het netwerk op die manier voeden en het gesprek tussen de mensen en Mohammed en andere jongerenwerkers die hier zitten. 

Dus alle werkers die hier zitten met heel veel kennis en ervaring vanuit de wijken en de straat en de jongeren die voelen het op die manier en volgens mij komt het zo mooi samen.

Ron: Dan gaan we naar Jolanda, want je bent programmajager, senior programmajager Sociaal Werk Nederland, de brancheorganisatie en jullie hebben waarschijnlijk een beeld van hoe het dan in de praktijk uiteindelijk landt en ook hoe de aanpak is bij de diverse gemeentes, want wat wel blijkt is dat het overal op een andere manier naartoe gaat.

Jolanda: Ja, ik ben nu zelf een jaar actief bij Sociaal Werk Nederland. Ik heb deze nieuwe rol en daarvoor veel onderzoek gedaan vanuit de Hogeschool van Amsterdam naar wat jongerenwerkers nu doen, professionele jongerenwerkers.

Dus daar heb ik vandaag vanmiddag ook over verteld van waar bestaat nou die methodische kennisbasis uit.

En als het gaat om dat vraagstuk van wat is nou die rol van jongerenwerk in criminaliteitspreventie, dan zien we inderdaad dat ook organisaties in het land daar die behoefte hebben om daar ook echt nog met elkaar over meer te leren.

Want er gebeurt van alles, er gebeuren vast ook hele goede dingen, er zijn ook dingen die niet zo goed gaan of waar nog van te leren is. En we hebben daar ook echt nog wel wat te doen om ook die kennisbasis daarop verder te versterken.

Ron: Dan ga ik nu even naar jou, naar Mohammed, want jij bent een jongerenwerker en projectcoördinator, bij de Jongerenwerk Utrecht. En jij staat eigenlijk midden in die doelgroep ook waar we het nu over hebben. 

Mohammed: Ja, dat klopt.

Ron: Hoe heb je deze bijeenkomsten ervaren vandaag? 

Mohammed: Nou, ik was ook een van de sprekers vandaag. Dus ik heb gelukkig ook aan de zaal en alle andere 27 gemeenten mogen vertellen hoe wij het hier in Utrecht hebben georganiseerd.

En ik vind dat een vrij unieke aanpak hoe wij dat hier doen. 

Ron: Ga je daar iets over zeggen? 

Mohammed: Nou, ik denk dat we dan misschien iets te snel de diepte in gaan.

Als je kijkt naar de verschillende aanpakken, even naar de vier sjablonen kijken die Jan Dirk heeft opgesteld. Dan zie je dat wij een van die sjablonen zijn. En daarin zijn wij een grote jongerenwerkorganisatie.

Waarin we veel specialisme hebben, maar wel op een gedeelte van de doelgroep.

Dus dan heb ik het niet over een grote welzijnsorganisatie die even bijvoorbeeld van 0 tot 100 bedient. Maar over een jongerenwerkorganisatie die echt vanaf 10.

En eigenlijk ben ik geen fan van grenzen stellen op leeftijden. Maar als ik dan ergens zou moeten doen, ik zag 27. En die groep bedienen wij in alle vormen en maten. Denk aan groepsactiviteiten.

Denk aan stages in school in de vorm van jobcoaching. Denk aan trainingen die we aanbieden. Denk aan de preventieve dingen die we met jongeren doen. Denk aan de samenwerking in de groepsaanpak samen met de gemeente en andere partners.

En dat is nog maar een greep van alle dingen die we doen voor die doelgroep. Die wel hartstikke belangrijk zijn voor de jongeren hier in Utrecht. En de partners die daarmee aan het werk zijn.

Ron: Hoe lang voer je dit werk al uit?

Mohammed: In totaal acht jaar zelf. Waarvan drie jaar nu hier in Utrecht. Ik werk in de wijk Overvecht. 

Ron: Wat heb je zien veranderen toen je hier kwam en hoe het nu is? 

Mohamed: Niet zozeer veranderen. Als dat werken met jongeren is echt een golvende beweging.

Er komen trends en die gaan weer weg. Er zijn de afgelopen tijd natuurlijk online. Heel veel gebeurt er. Ik had het toen net al over dat het een soort van katalysator is. Onlinegedrag.

Je kan je er lekker achter verschuilen op het moment dat je online verkeerde dingen doet. Alsof je een heel groot rookgordijn optrekt en daarachter verschuilt. Dus dat is wel een van de dingen die zozeer niet verandert.

Dat was er drie jaar geleden namelijk ook al wel. Maar wel steeds meer verhard en steeds jonger gebeurt. Dat is misschien dan wel een trend. 

Ron: Ja, dat hoorde Jan Dirk net ook zeggen.

Ron: Daarbij komt er dus een moment dat als het misgaat dat die jongeren eigenlijk buiten jullie beeld raken. Klopt dat? 

Mohammed: Ja, misgaan, misgaan. Kijk, een jongere gaat natuurlijk, hoe jong die ook is, heeft verantwoordelijkheid voor zijn eigen keuzes.

En ik heb vandaag heel erg gehamerd op ‘het zijn’. Ik hoop ook dat iedereen de deur is uitgelopen met dat woordje in zijn hoofd. Heel erg gehamerd op ‘te zijn’. 

En daar bedoel ik mee is dat wij er willen zijn op de plekken waar jongeren zijn. Dus ze zijn bij ons welkom in het buurthuis. Maar misschien is die drempel te hoog voor sommige jongeren. Dan zoeken we ze buitenop.

We zitten op school, zowel op de mbo-scholen, vo scholen als de po scholen. We hebben verschillende samenwerkingsverbanden met sportclubs in de wijken, zodat we de jongeren daar ook zien.

Ik had het net natuurlijk even over online. Dat is ook een van de grote vindplaatsen waar wij jongeren ook tegenkomen en jongeren vragen ons kunnen stellen. Dus doordat wij daar op jonge leeftijd al daarop investeren, weten de meesten ons wel te vinden.

En de praktijk blijkt dat op het moment dat jongeren ons nodig hebben, dat kunnen voor hele kleine vraagstukken zijn, maar ook voor hele grote vraagstukken, dat ze ons dan weten te vinden.


Ron: Voordat we zo meteen die vier vormen, om het zo maar even te noemen, van aanpak gaan bespreken. Eerst even naar jou Jolanda, want je hoort nu het verhaal, ook in de praktijk. Jij spreekt veel met jongerenwerkers.


Als ik het zo hoor, dan is het bijna een tweede. Een 24-7-job. Klopt dat? 

Ja, zo kun je het zien.

Wat Mohammed al zei, dat er zijn, dus present zijn, in die leefwereld actief zijn, dat vraagt best veel van jongerenwerkers.

En dat is niet een negen tot vijf baan, want dat is niet de periode waarin je jongeren tegenkomt, maar juist ook daaromheen.

En helemaal denk ik met die online, ook online aanwezig zijn en in die leefwereld online stappen. Ja, dan blijft het helemaal aangaan. Dus daar zit ook wel...

Ron: Jan Dirk, laten we gaan naar de vier vormen die je eigenlijk vandaag als het ware in kaart gebracht hebt. Op de manier van waarop men werkt. Eén is een brede welzijnsorganisatie.

Jan Dirk: Ja, dat is eigenlijk het voorbeeld wat Mohammed ook belichaamt met zijn organisatie. Kijk, die vier sjablonen, dat is niet voortgekomen uit onderzoek.

Dat is een beetje een rudimentaire samenpakking van wat je tegenkomt door al die gemeentes. En één vorm is de brede jongerenwerkorganisatie, in het geval van Mohammed. Die zegt van nou, wij hebben alles in huis.

De meer laagdrempelige, leuke, groepsgerichte activiteiten, maar ook dat specialisme. En zelfs op die leeftijdsgroep waar er in mijn ogen meer sprake is van herstel dan preventie, dat hebben ze allemaal in huis.

Andere vormen zijn dat je dus heel veel stichtingen naast elkaar hebt. Welzijn stichtingen die iets van jongerenwerk aanbieden en de gemeente wijst er eentje aan en zegt jullie doen die ingewikkelde doelgroep.

En dan is het vaak ook nog vaag of ze bedoelen die preventiegroep, waar ik het over heb, zeg maar pak een beet 10 tot 16, 17. Of dat ze die oudere doelgroep bedoelen. Dan heb je een derde variant die je veel tegenkomt.

En dat is dat je ook allerlei welzijnsorganisaties hebt die met elkaar jongerenwerk, sport, opbouwwerk en wat dan ook doen.

En dat ze daarnaast vanuit een andere gespecialiseerde organisatie, soms bekostigd vanuit de WMO, daar intensieve coaches op zetten. Dus die zoeken dan heel individueel het jongetje of het meisje uit.

En die in een soort persoonlijke aanpak zit. En die gaan daar dan op zitten. En de laatste variant die ik tegenkwam, en die was vandaag ook vertegenwoordigd, is dat de gemeente het intern organiseert.

Dus dat er gewoon binnen de gemeente een afdeling is van een soort jeugdwerkers die die groep behandelen. En soms wordt die zelfs aangestuurd vanuit veiligheid. Nou, dat zijn vier grove schetsen.

Rotterdam gaf al aan van ja, wij zweven ergens tussen variant 1 en 2. Dat is waar we het over gehad hebben vandaag. 

Ron: En hoe gaat dat eigenlijk bij een gemeente? Wanneer bepaalt een gemeente of een proces dat de jongeren niet meer binnen dit kader vallen?

Of juist wel invallen? Hoe werkt dat? 

Jolanda: Het jongerenwerk is een sociale basisvoorziening. Dus dat is toegankelijk, laagdrempelig voor alle jongeren in principe.

Alle jongeren kunnen daar ondersteuning vinden, meedoen aan activiteiten in hun vrije tijd. Het is een plek waar jongeren vrijwillig komen. En ze bepalen ook zelf of ze er komen en met wie ze er komen.

Ron: Wat voor verhalen heb jij gehoord, Mohammed, dat je dacht van nou, daar kan ik iets mee? 

Mohammed: Nou, ik denk dat de winst van vandaag is dat we van elkaar hebben geleerd en dat we van elkaar in de keuken hebben gekeken.

Even weer terug refererend op die sjablonen. Er zijn vier vormen. Volgens mij zijn er veel meer ook. Maar iedereen houdt zijn eigen vorm aan. Iedereen ziet daar de voren en nadelen van in. En door elkaar dat te vertellen, dan leer je van elkaar.

Misschien heeft iemand al de fouten gemaakt die jij nog moet maken. En heeft diegene jou weerhouden om die fout te maken. You never know. Dus ik denk dat daar de winst is. Gewoon kennisuitwisseling, informatie uitdelen met elkaar.

Ron: Ja, want wat me opviel is er valt veel te winnen, met name in de communicatiestroming ook, hè, Jan Dirk? 

Jan Dirk: Wat ik zei en wat driftig geknikt werd in de zaal, is dat het eigenlijk boven in de boom bij de gemeente begint.

Jolanda noemde het ook al. Jongerenwerk is niet per definitie een veiligheidsissue. Maar de afdeling Veiligheid, wat een andere afdeling is dan degene die het jongerenwerken aanbesteedt, die vindt dus ook wat specifiek van de doelgroep waarvoor we hier vandaag zitten. En die hebben een hele andere kijk op wat er gedaan moet worden, want die willen vooral de veiligheid verbeteren. Dus die willen de overlast naar beneden, die willen de criminaliteit naar beneden.

En daar sturen ze op en dat vragen ze ook van jongerenwerken. Dus zolang dat die veiligheidsmedewerkers, of die nou van de gemeente zijn of van de politie, geen beeld hebben van wat het jongerenwerk is en hoe dat multi methodisch werkt, kunnen ze ook helemaal niet gezamenlijk die opdracht formuleren. Nog los van de capaciteit, wat Jolanda ook terecht benoemde, van waar ga je het inzetten, in welke wijk. Dus die communicatieproblematiek begint bij jou.

Boven in de boom en sijpelt qua ellende, als ik het zo mag noemen, dan naar beneden. 

Mohamed: Ja, we hebben ook als jongerenwerker gewoon een fragiele informatiepositie. Want vertrouwen opbouwen met iemand, dat duurt even.

Eén keer knippen met je vingers en het is weg. Ik denk dat los van de organisatie zelf, of dat nou op het gemeentehuis is, of welke andere partner je hebt ook in een wijk of in een stad of dorp,

Dat die ook goed moet weten wat het multi-methodisch werken inhoudt en hoe een jongerenwerker aan de slag gaat. 

Jolanda: En dat je goed weet van elkaar. Ieder vanuit zijn eigen rol, hoe je elkaar kan aanvullen in die ondersteuning van jongeren.

Ron: Hoe kan je daar, als brancheorganisatie, de jongerenwerkers daarbij ondersteunen? 

Jolanda: Kijk, die kennisbasis van het jongerenwerk, daar heb ik zelf aan meegewerkt in mijn vorige baan, daar hebben we best nu wel wat voor ontwikkeld.

Daar hebben jongerenwerkers zelf ook hard aan meegewerkt. Ook studenten van de hogeschool van Amsterdam hebben daar hard aan meegewerkt. Waarmee, zeg maar, die impliciete kennisbasis, dus dat wat een beetje in die hoofden zat van jongerenwerkers, wat ze nou doen, veel explicieter hebben gekregen. Dus dat zijn eigenlijk die methodische principes waar Jan Dirk het net ook al over had. Dus we hebben nu best wel een aardig beeld van waar bestaat nou eigenlijk die gereedschapskist van de jongerenwerkers uit.

Wat zetten zij nou in, in dat contact met jongeren, om ze te motiveren, te activeren, in beweging te krijgen, die banden met jongeren op te bouwen. En we hebben ook best wel in beeld van wat levert dat nou op als je het hebt over preventie, dus in het voorkomen van persoonlijke en sociale problemen. En daarin zien we van ja, als je inderdaad daar langer te maken bent, dat je erin kan investeren in die inzet van jongerenwerkers en jongerenwerkers die ruimte krijgen om die principes in te zetten, die banden op te bouwen, dat dat echt bij kan dragen met het versterken van de sociale vaardigheden van jongeren,het versterken van hun sociale netwerk, maatschappelijke participatie vergroten. En dat zijn eigenlijk hele belangrijke, ja, beschermende factoren om jongeren heen, noemen we dat ook wel. Waarmee je eigenlijk een soort van bescherming om jongeren heen kan bouwen dat voorkomt dat ze afglijden bijvoorbeeld. En dat is ook in criminaliteit. Zeker.

Jan Dirk: Nou ja, aanvullend hierop wil ik even duidelijk maken dat het, hoe helder het verhaal ook is over wat het jongerenwerk kan betekenen en wat potentieel de winst kan zijn op het gebied van zorg en veiligheid, natuurlijk wel een integraal verhaal blijft.

Jongerenwerk gaat dit niet oplossen. Fantastisch en terecht dat benoemd wordt dat zij werken aan beschermende factoren, maar je kan die kinderen wel een beetje oplappen en blijven oplappen, maar ondertussen moet die kraan bijvoorbeeld thuis ook dichtgedraaid worden.

Dus dat betekent dat je als jongerenwerk, als we echt specialistisch jeugdwerk willen vragen, dat we dat niet vragen aan een jongerenwerkorganisatie, maar dat we dat vragen aan een samenspel tussen kinderwerk, jongerenwerk, jeugdzorg, veiligheidspartners die gezamenlijk daarin moeten optrekken.

Ron: Ja, dus dat betekent eigenlijk dat het totale proces nog meer onder de loep moet genomen worden en beter gaan stromen eigenlijk. 

Jan Dirk: Ja, en op papier staat het vaak wel netjes van nou en dit willen we allemaal en iedereen moet samenwerken en prettige wedstrijd.

En we hebben vandaag heel veel gesproken over hoe ingewikkeld het is. Ik weet niet wat dat al is als je dat vraagt van één of meerdere jongerenwerkorganisaties, maar eigenlijk is het natuurlijk nog een groter verhaal, waarbij ja, volgens mij kom ik weer boven in de boom. De regie van boven naar beneden toe is cruciaal en dat betekent natuurlijk in eerste instantie een goed beeld.

Wat is hier de problematiek? Wat is hier ons doel? Welke taal spreken we? En je wilt ook zoveel mogelijk de concurrentie eruit halen door te zeggen jongens, we hebben echt een gezamenlijke opdracht. Als ik die jongeren niet kan helpen, ik geef hem aan organisatie X, aan Mohamed, want die komt beter uit, dan wil ik een schouderklopje krijgen van mijn manager en niet teruggefloten worden van hey, je geeft onze FTE's weg.

Mohamed: Het is ook een gedeelde verantwoordelijkheid, daar ben ik het wel mee eens. Een gedeelde verantwoordelijkheid in de zin van als jij in een wijk werkt met heel veel kwetsbare kinderen of kwetsbare gezinnen, hebben we met z'n allen, en dan praat ik even over de professionals die in de wijk werken, een opdracht om het zo goed mogelijk te laten zijn voor dat kind om veilig op te groeien in de wijk.

Wij ondervinden dat door jongerenwerkers te hebben, maar ook IB'ers en onze IB'ers, dat staat voor individueel begeleiders, die hebben inderdaad ook contact met de instanties waar Jan Dirk net naar refereert.

Dus die hebben contact met een afdeling veiligheid als het niet goed gaat met een gezin. Die hebben contact met, even om een term erin te gooien, PGA-specialisten.

Ron: En dat staat voor? 

Persoonsgerichte aanpak. Persoonsgerichte aanpak inderdaad. En dat zijn jongeren die al wat vaker zijn gesignaleerd door politie.

Laat ik het zo maar even zeggen. En die daardoor een vrijwillig traject krijgen aangeboden om hun leven weer te beteren. Dat is een individueel traject.

Maar wij merken dan ook vaak dat PGA-specialisten, zoals ze dan worden genoemd, ook bij het jongerenwerk aankloppen.

Omdat persoon X of Y al lang al in beeld is bij het jongerenwerk en al in het buurthuis komt. En dan zouden we dan daar samen in kunnen optrekken.

En ik denk dat dat het beeld is wat we met z'n allen moeten hebben. Die gedeelde verantwoordelijkheid daarin. Dus een gemeente, een vorm van justitie, welke vorm dat dan ook is. De preventiekant. 

Jolanda: Maar ook de gemeenschap zelf, denk ik. Precies.

Dat we het over preventie met gezag hebben. En dan is nog wel eens de vraag, waar moet nou het gezag liggen? En moet het gezag ook niet terug binnen de gemeenschap, binnen de wijk? En hoe betrek je, daar hadden we het ook over vandaag, ook jongeren zelf en ouders daarbij. En ik denk dat dat ook wel heel belangrijk is. Jongerenwerkers kunnen daar ook een hele mooie verbindende rol in spelen. 

Ron: Hoe zit het eigenlijk met het begrijpen van elkaars cultuur binnen zo'n wijk? Want ik denk dat dat ook heel erg belangrijk is om.....de goede kant op te ontwikkelen. 

Mohamed: Ik zei het vandaag ook al. We hadden een vraag die refereerde van, ik zeg het heel kort door de bocht door, maar die zei van... moet je van een bepaalde afkomst zijn om iemand met een bepaalde afkomst te begrijpen? En ik had daarop het antwoord dat ik veel meer ben dan hoe ik eruitzie.

En daar bedoel ik mee, is dat je als jongerenwerker, IB'er of welke jeugdspecialist je dan ook bent, je moet bezitten over bepaalde kernkwaliteiten. Om met deze groep aan de slag te gaan. Of ze nou uit Oekraïne komen of uit Somalië of van Nederlandse afkomst zijn. Dat maakt allemaal niet uit. Als jij oprecht geïnteresseerd bent, nieuwsgierig en je bent kundig genoeg om met die groep aan de slag te gaan....dan zal het altijd wel even duren. Want zoals ik zei, vertrouwen is van de lange adem. Maar als je eenmaal binnen bent, dan wordt er niet meer gekeken naar kleur. 

Ron: Ik wil een stap helemaal naar boven. We hebben nu een val over gemeenten gehad, over hoe daar binnen die gemeentes georganiseerd is. Vanuit de overheid komt er natuurlijk subsidie om... ...dit allemaal te bewerkstelligen. Wat zou de rol van de overheid hierbij kunnen zijn?

Jolanda: Wat ik zelf zie, ik ben nu een jaar bij Sociaal Werk Nederland aan het werk en daardoor ook met verschillende ministeries in contact. Waaronder Justitie en Veiligheid, waar het programma Preventie loopt. Maar als je kijkt en je bezig gaat met kinder- en jongerenwerk, dan kom je ook met allerlei andere ministeries in contact. Namelijk Onderwijs en VWS en Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken ook. En die hebben allemaal ook hun eigen programma. En die hebben programma's ontwikkeld waarin veel het woord preventie voorkomt. Maar net allemaal vanuit een andere inhoudelijke inslag.

En wat mij ook opvalt is als je eigenlijk doorpraat in al die netwerken, coalities en wat we opgebouwd hebben is.....armoede, kinderarmoede, in heel veel gevallen het onderliggende probleem, bestaansrecht. 

Ron: Ja, we kunnen hier inderdaad nog heel lang over doorpraten. Mag ik jullie allemaal danken voor het aanschuiven.

Jan Dirk de Jong, Lectoraanpak Jeugdcriminaliteit aan de Hogeschool Leiden. Jolanda Sonneveld, Senior Programma Manager Sociaal Werk Nederland. En Mohamed Achalhi, Jongerenwerk en projectcoördinator bij JoU Jongerenwerk Utrecht. 

Outro voice-over:
Bedankt voor het luisteren naar deze aflevering van het programma Preventie met gezag. In deze reeks delen we inzichten en ervaringen over we de complexe dynamieken in gezag, school en veiligheid, criminele families en specialistisch jeugdwerk. Tot de volgende keer!