Gemeenschappelijke Nederlandse verklaring van Frankrijk en Nederland
Nederland en Frankrijk zijn voornemens hun bilaterale relatie te verdiepen en te versterken om onze gedeelde Europese waarden te verdedigen en zij erkennen de noodzaak van een sterk Europa, dat in staat is haar visie van een op regels gebaseerde internationale orde, die geschraagd wordt door normen en multilaterale samenwerking, voor het voetlicht te brengen. Dit zal de weg vrijmaken voor een gemeenschappelijke aanpak om de mondiale uitdagingen waarmee onze landen en de Europese Unie als geheel worden geconfronteerd op effectieve wijze het hoofd te bieden.
Nederland en Frankrijk zijn verbonden door hun gedeelde Europese waarden
Onze beide landen bevestigen opnieuw hun commitment om de fundamentele waarden van de Europese Unie te verdedigen. Zij zijn voornemens steun te verlenen aan de effectieve en tijdige uitvoering van de Verordening betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting, op basis van de rechtsstaat, die begin dit jaar in werking is getreden en derhalve van toepassing is op alle sinds 1 januari 2021 vastgelegde EU-middelen.
Vanuit deze optiek pleiten zij ervoor alle relevante Europese instrumenten in te zetten om naleving van onze gedeelde normen te waarborgen. Beide landen steunen de Europese Commissie volledig bij haar belangrijke taak om te verzekeren dat onze gedeelde waarden in alle lidstaten in acht worden genomen en juichen de eis toe dat er afdoende waarborgen moeten zijn alvorens nationale plannen voor herstel en veerkracht kunnen worden goedgekeurd.
Nederland en Frankrijk zijn bovendien voornemens eerbiediging van de rechtsstaat, mensenrechten, waaronder seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, gelijke rechten voor lhbtqi+’ers en gendergelijkheid in de hele wereld te bevorderen, in overeenstemming met het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024 en het EU-Genderactieplan III. Nederland en Frankrijk zijn vastbesloten de Europese Unie aan te moedigen elk instrument dat tot haar beschikking staat in te zetten om dit doel na te streven. In dit opzicht dient de nieuwe breed toepasbare sanctieregeling voor de mensenrechten ten volle te worden benut.
Nederland en Frankrijk zijn in het bijzonder bezorgd over de ondermijning van de vrijheid van meningsuiting, academische vrijheid en persvrijheid door zowel statelijke als niet-statelijke actoren. Zij bevestigen opnieuw dat het essentieel is dat eenieder vrijelijk zijn mening kan uiten binnen de grenzen van de wet. Frankrijk zal, ondersteund door Nederland, tijdens zijn voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie de bescherming van de fundamentele waarden van de EU met de hoogste prioriteit behandelen.
Nederland en Frankrijk herinneren aan hun gedeelde opvattingen wat betreft de Conferentie over de toekomst van Europa, dat een open, inclusief en transparant proces moet zijn, waarmee concrete resultaten moeten worden bereikt en de EU dichter bij de burgers moet worden gebracht, met name ten behoeve van de Europese jongeren. Zij herinneren eraan dat dit initiatief een mogelijkheid biedt om met name te werken aan de waarden die vorm geven aan onze kracht en identiteit als Europeanen. Beide landen zijn tevens vastbesloten een gezamenlijke Frans-Nederlands exercitie uit te voeren in het kader van de Conferentie.
Nederland en Frankrijk werken aan het bereiken van het hoogste niveau van economische voorspoed, gebaseerd op duurzame en groene groei alsook op de mogelijkheid voor de Unie haar belangen te waarborgen.
Onze beide landen herinneren eraan dat zij het ten zeerste eens zijn dat enerzijds moet worden voorkomen dat verschillen in welvaartspeil en economische weerbaarheid tussen de lidstaten worden vergroot en dat anderzijds de algehele economische convergentie, concurrentiekracht en de veerkracht in de gehele EU moeten worden verbeterd.
De huidige door de COVID-19-pandemie ontstane crisis heeft meer dan ooit aangetoond dat solidariteit en veerkracht, met als uiteindelijk doel het in stand houden van de hoogste mate van welzijn voor de EU-burgers, van fundamenteel belang zijn voor onze samenlevingen. De EU is erin geslaagd de bevoorrading met vaccins voor al haar burgers te waarborgen en is tegelijkertijd een voortrekkersrol blijven spelen in de internationale inspanningen door het verstrekken van vaccins en het ondersteunen van de ontwikkeling van productielijnen in Afrika en elders in de wereld.
Op korte termijn zal de belangrijkste opgave van onze twee landen zijn deze pandemie te bestrijden door onze burgers de mogelijkheid tot vaccinatie te bieden. Maar Nederland, Frankrijk en de EU zullen alleen veilig zijn als de hele wereld veilig is. Onze twee landen ondersteunen de universele en eerlijke toegang tot hoogwaardige vaccins als publiek goed en hebben hiertoe samen 80 miljoen doses toegezegd om kwetsbare landen te helpen. In dit opzicht ondersteunen Nederland en Frankrijk een aanpak van de volksgezondheid onder het leiderschap van een hervormde WHO, teneinde universele en eerlijke toegang tot gezondheidsinstrumenten te waarborgen. Het hanteren van een One Health-aanpak is tevens cruciaal voor het voorkomen van nieuwe pandemieën. Op de lange termijn zullen Nederland en Frankrijk een partnerschap met ander EU-lidstaten aangaan om de leveringszekerheid van gezondheidsproducten te versterken en kwetsbaarheden in de aanvoerketens aan te pakken, onder meer door, waar nodig, duurzame en innovatieve productie en technologieën in Europa te stimuleren, om onze algehele weerbaarheid op gezondheidsgebied te verbeteren.
Nederland en Frankrijk hechten beide veel waarde aan het uitbreiden van de strategische autonomie van de EU, waarbij een open economie behouden blijft, in lijn met de Conclusies van de Europese Raad van 1-2 oktober 2020. Nu de EU weer in de herstelfase zit, moeten we ambitieus durven zijn. Nederland en Frankrijk onderstrepen nogmaals dat hun huidige plannen voor economisch herstel gericht zijn op het moderniseren van de economieën van de lidstaten, het versterken van economische convergentie en het terugdringen van ongelijkheden, maar ook op het versterken van de middelen van de Unie om haar eigen prioriteiten in een steeds nauwer verweven wereld te kunnen vaststellen. De EU en haar lidstaten zouden autonome beslissingen moeten kunnen nemen en uitvoeren zonder geremd te worden door ongewenste afhankelijkheden. Hierbij moeten de beginselen van openheid en samenwerking in ere worden gehouden. Europese investeringen zouden gericht moeten worden op groene en digitale dubbele transities, ook na onmiddellijk herstel.
Deze groene en digitale transities zijn van het grootste belang om de Unie in staat te stellen te vertrouwen op haar economie en waarden. Nederland en Frankrijk ondersteunen de initiatieven die gericht zijn op het versterken van de capaciteiten en autonomie van de Unie op technologisch gebied, als essentiële onderdelen van de digitale en groene transitie naar een concurrerend Europa. Een hoog niveau van cyberveiligheid en innovatievermogen zijn ook van het grootste belang voor de veerkracht van de Unie. Als onderdeel van de versterking van hun samenwerking op digitaal gebied en om deze ambities te verwezenlijken, ondersteunen Nederland en Frankrijk de ambitie van de Europese Unie op het gebied van kwantumtechnologie en zullen zij een MoU voor de lange termijn ondertekenen om gezamenlijk te investeren in het florerende Europese ecosysteem van de kwantuminnovatie. Nederland en Frankrijk benadrukken voorts hun commitment aan de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU, met name een emissiereductie van ten minste 55% in 2030 en de doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Daartoe verwelkomen zij de ambitieuze voorstellen van de Commissie voor een wetgevingspakket rond energie en klimaatverandering en zullen zij tijdens de onderhandelingen gemeenschappelijke doelstellingen nastreven: ondersteunen van innovatie en industriële transities, zorgen voor effectieve decarbonisatie, technologische neutraliteit en sociale rechtvaardigheid.
Nu de EU meer vaart zet achter haar klimaatambities en -beleid, bestaat er een risico dat dit tot verhoogde emissies in andere delen van de wereld leidt via koolstoflekkage. Nederland en Frankrijk zien derhalve de waarde in van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens, dat als klimaatmaatregel dient die de risico's van koolstoflekkage effectief vermindert en volledig voldoet aan de WTO-regels. Uiteindelijk moeten Nederland en Frankrijk waarborgen dat zij de Europese zekerheid en veerkracht en die van hun partners in stand houden en versterken en tegelijkertijd het voortouw nemen wat betreft koolstofvrije technologieën.
Frankrijk en Nederland steunen het in het OESO/G20 Inclusive Framework bereikte akkoord over een tweepijleroplossing voor de fiscale uitdagingen die voortvloeien uit de digitalisering van de economie, zoals dat in juli door de G20-ministers is bekrachtigd, en zullen zich inspannen om uiterlijk in oktober 2021 de laatste hand te leggen aan de ontwerpelementen en de resterende vraagstukken aan te pakken. Zij verbinden zich er ook toe dit akkoord snel in de EU uit te voeren.
Om deze doelstellingen te bereiken erkennen Nederland en Frankrijk dat de EU een krachtige en effectieve internationale speler moet zijn, die loyaal is aan haar bondgenootschappen.
Meer dan ooit zijn Nederland en Frankrijk ervan overtuigd dat consensus nodig is over hoe de strategische autonomie van Europa versterkt moet worden, met behoud van een open economie, in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van 1-2 oktober 2020, ter verdere versterking van de rol van Europa als een mondiale speler die veerkrachtig is en de regie heeft over haar eigen toekomst om onze welvaart op de lange termijn te waarborgen. Hierbij moet de EU pal achter haar commitment aan open economieën en samenlevingen blijven staan en protectionisme vermijden. Tegen deze achtergrond beloven beide landen te streven naar convergentie van initiatieven ter versterking van de interne markt, digitalisering, een gelijk speelveld te creëren voor Europese ondernemingen en een open, duurzaam, eerlijk en gelijk en assertief handelsbeleid, waaronder ambitieuze eisen voor ondernemingen om due diligence op het gebied van mensenrechten en milieu uit te voeren bij hun mondiale waardeketens.
Nederland en Frankrijk onderkennen de noodzaak van een veerkrachtig en capabel Europa dat meer verantwoordelijkheid neemt voor haar eigen veiligheid en defensie en daarvoor ook de noodzakelijke middelen toewijst. Daartoe zijn zij vastbesloten te werken aan een ambitieus en werkbaar Strategisch Kompas dat ervoor moet zorgen dat de ambities op het gebied van veiligheid en defensie in de komende jaren kunnen worden waargemaakt. Nederland en Frankrijk zijn vastbesloten hun nauwe samenwerking voort te zetten en uit te breiden in regio's die van gezamenlijk strategisch belang zijn, zoals in de Sahel, de Levant, de Golf en de Indo-Pacifische regio. Nederland en Frankrijk bevestigen opnieuw hun krachtige steun voor het Europees Interventie-initiatief (EI2) als een efficiënt kader om de gemeenschappelijke Europese strategische cultuur te versterken.
In het licht van het verslechterende mondiale veiligheids- en geopolitieke klimaat erkennen Nederland en Frankrijk dat de NAVO de hoeksteen is van het collectieve defensiebeleid van beide landen, en onderstrepen zij, in de context van de herziening van het strategisch concept van de NAVO, dat een krachtige en effectieve samenwerking tussen de EU en de NAVO meer dan ooit van essentieel belang is. Nederland en Frankrijk erkennen dat zowel de EU als de NAVO elkaar kunnen ondersteunen en aanvullen wanneer het gaat om de expertise en instrumenten die ons ter beschikking staan. Daarom streven Nederland en Frankrijk naar het aannemen van een ambitieuze Gezamenlijke Verklaring inzake samenwerking tussen de EU en de NAVO in december 2021.
Ook de industriële en technologische soevereiniteit van Europa moet versterkt worden, onder meer door de strategische afhankelijkheden van Europa te verminderen door kritieke infrastructuur te beschermen en belangrijke technologieën te ontwikkelen. In dit verband erkennen Nederland en Frankrijk dat de Europese industriële strategie een belangrijke hefboom is. Zij pleiten voor het opzetten van gemeenschappelijke Europese industriële projecten die gefinancierd en aangejaagd worden door de EU en de lidstaten in belangrijke ecosystemen, zoals elektronica, gezondheid, cloud en waterstof. Nederland en Frankrijk verwelkomen het voorstel van de Europese Commissie om een EU-waarnemingscentrum voor kritieke technologieën op te zetten.
Om de rol van de EU als mondiale speler te bevorderen, moet ook de samenwerking met onze partnerlanden worden uitgebreid. Nederland en Frankrijk zullen samenwerken bij het uitbreiden van de inspanningen van Team Europa om een groen, inclusief en veerkrachtig herstel te ondersteunen in partnerlanden, met name in Afrika en fragiele staten. Beide landen slaan de handen ineen bij het bevorderen van de gemeenschappelijke doelstellingen van de Top over de financiering van Afrikaanse economieën (18 mei 2021), gericht op het aanpakken van de financieringsbehoeften om een duurzaam herstel te ondersteunen en de Afrikaanse private sector te versterken, als motor achter groei op lange termijn. De partnerschappen dienen volledig te zijn afgestemd op de Agenda 2030, de duurzame-ontwikkelingsdoelen en het Klimaatakkoord van Parijs, en de EU moet aantrekkelijke Europees ontwikkelingsmogelijkheden bieden om financiële middelen uit de private sector aan te trekken. Nederland en Frankrijk blijven gecommitteerd aan het versterken van de strategische betrekkingen tussen de EU en Afrika, waarbij in het bijzonder aandacht wordt geschonken aan stabiliteit in de Sahel en de Hoorn van Afrika.
In het licht van de huidige situatie in Afghanistan roepen Nederland en Frankrijk op tot een ongehinderde toegang van humanitaire hulp, met name via een heropende en beveiligde luchthaven van Kabul. Zij eisen dat het Afghaanse grondgebied niet wordt gebruikt om enig land te bedreigen of aan te vallen of om terroristen onderdak te bieden, te financieren of op te leiden. Zij herinneren aan het belang van de eerbiediging van de mensenrechten, waaronder die van vrouwen, kinderen en minderheden. Nederland en Frankrijk zullen blijven samenwerken bij de bescherming van Afghaanse vluchtelingen.
Nederland en Frankrijk onderstrepen de behoefte aan een versterkt en effectief gemeenschappelijk Europees migratie- en asielbeleid gebaseerd op de beginselen van solidariteit en verantwoordelijkheid. Een dergelijk systeem is nodig om primaire irreguliere aankomsten beter te beheren, de buitengrenzen van het Schengengebied te versterken, irreguliere secundaire bewegingen te voorkomen, een effectief terugkeerbeleid te waarborgen, mensenhandel en -smokkel te voorkomen, pogingen om illegale migratie als instrument te gebruiken af te schrikken en onze capaciteit te waarborgen om snel internationale bescherming te bieden aan personen die daarvoor in aanmerking komen. Voorts moeten we de effectieve implementatie waarborgen van het EU-acquis inzake migratie en asiel. Beide landen onderstrepen de noodzaak de partnerschappen tussen de EU en de voornaamste landen van herkomst, ontvangst en doortocht te versterken om de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken en de beschermings- en opvangstelsels in derde landen te versterken.
Nederland en Frankrijk erkennen dat de praktijken van de lidstaten op het gebied van de opvang van asielzoekers geharmoniseerd moeten worden. Zij erkennen dat de lopende werkzaamheden inzake de hervorming van het Europees asiel- en migratiebeleid ook betrekking moeten hebben op de verschillen tussen de lidstaten wat betreft het percentage ingewilligde asielaanvragen. Zij zijn van mening dat het verschijnsel van meervoudige asielaanvragen, dat leidt tot irreguliere secundaire bewegingen, moet worden aangepakt.
Nederland en Frankrijk zijn van oordeel dat de uitdagingen waarmee het Schengengebied wordt geconfronteerd, moeten worden aangepakt om de duurzaamheid ervan en een versterking van onze buitengrenzen te waarborgen. Dit vereist een hoger niveau van politiële en justitiële samenwerking, en sterkere evaluatie- en bestuursmechanismen. Nederland en Frankrijk benadrukken het belang van een vastberaden gemeenschappelijke bestrijding van de georganiseerde misdaad, met bijzondere aandacht voor drugshandel en witwassen van geld, om te voorkomen dat de georganiseerde misdaad infiltreert in de legale economie.
Als buurlanden in de Antillen willen het Koninkrijk der Nederlanden en Frankrijk hun bilaterale en regionale samenwerking verdiepen om veiligheidsuitdagingen in zowel de Europa als Zuid-Amerika het hoofd te bieden Het Koninkrijk der Nederlanden en Frankrijk benadrukken het belang van de samenwerking tussen hun strijdkrachten en kustwacht in de regio. In de strijd tegen de zware en georganiseerde misdaad, waaronder drugshandel, willen het Koninkrijk der Nederlanden en Frankrijk hun nauwe operationele samenwerking voortzetten bij het bevorderen van het Verdrag van San José bij staten die dit nog niet ondertekend of bekrachtigd hebben. Beide landen willen ook hun operationele uitwisselingen intensiveren.
Nederland en Frankrijk willen hun bestaande dialoogstructuren verstevigen
De bilaterale dialoog tussen beide landen is in de afgelopen jaren steeds verder uitgebreid. Nederland en Frankrijk willen graag brede dialoogfora opzetten om dit proces te ondersteunen en verder uit te breiden.
Beide landen zijn van plan een mechanisme in te stellen voor regelmatig overleg op regeringsniveau, waarbij de belangrijkste gebieden van de bilaterale relatie aan de orde komen. Dit overleg zal de vorm aannemen van regelmatige ontmoetingen tussen de president van de Franse Republiek en de minister-president van Nederland, tezamen met leden van hun kabinet die verantwoordelijk zijn voor de belangrijkste terreinen van samenwerking tussen beide landen, met name buitenlandse zaken, defensie, justitie en veiligheid, economie en financiën, migratie, innovatie, energie en klimaat.
Op bestuurlijk niveau zal de dialoog over internationale en Europese kwesties worden versterkt door het instellen van jaarlijkse consultaties tussen de secretarissen-generaal van de ministeries van Buitenlandse Zaken, en door een versterkt partnerschap tussen de directoraten die verantwoordelijk zijn voor de Europese Unie binnen elk ministerie.
Nederland en Frankrijk zijn zich ervan bewust dat bij de bilaterale relatie een groot aantal actoren uit de economische, culturele en maatschappelijke sector betrokken is. Er wordt een jaarlijkse dialoog opgezet, georganiseerd door de ministeries van Buitenlandse Zaken van beide landen, die publieke figuren met uiteenlopende achtergronden bijeenbrengt rond een Europees of internationaal thema dat voor beide landen interessant is. Deze dialoog, die beurtelings in de beide landen zal worden gehouden, wordt een informele wijze om standpunten uit te wisselen en concrete initiatieven te ontwikkelen.