Nieuwsbrief Kinderopvang

Bijgaand vindt u de nieuwsbrief Kinderopvang van donderdag 20 juni 2024. U ontvangt deze opnieuw, omdat de nieuwsbrief die we eerder vanmiddag stuurden een niet werkende link bevatte. In deze nieuwsbrief vindt u de volgende berichten:

Groot onderzoek naar kostprijzen kinderopvang: doet uw organisatie mee?

Hoeveel kost het om kinderopvang aan te bieden? Wat is het verschil in kostprijs tussen babyopvang en bso?  Is het aanbieden van kinderopvang goedkoper in een dorp dan in een grote stad? Naar dit soort vragen doet onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek onderzoek, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).


Belangrijke informatie

Het onderzoeksbureau benadert vanaf eind oktober alle kinderopvangorganisaties in Nederland met het verzoek een vragenlijst in te vullen over hun kosten. Hoe meer organisaties de vragenlijst invullen, hoe beter duidelijk wordt welke kosten kinderdagverblijven, bso’s en gastouders maken voor het aanbieden van kinderopvang. Dat is belangrijke informatie die SZW helpt bij het inrichten van het nieuwe financieringsstelsel in de kinderopvang.


Zicht op de eigen boekhouding

Meedoen aan het onderzoek is nuttig om zicht te krijgen op de eigen boekhouding. Organisaties die deelnemen, kunnen aan het eind van het onderzoek een overzicht van hun eigen kostprijs krijgen. Ook ontvangen zij een benchmark: een vergelijking van de eigen kostprijs met kostprijzen van vergelijkbare organisaties in de kinderopvang. Het ministerie ontvangt alleen geanonimiseerde, samengevoegde data.


Representatief beeld

Op 6 juni 2024 spraken de onderzoekers al met de brancheorganisaties in de kinderopvang over hoe zij dit onderzoek het beste kunnen uitvoeren. De brancheorganisaties juichen toe dat de onderzoekers de kinderopvangsector nauw bij het onderzoek willen betrekken. Voor het slagen van het onderzoek is namelijk van belang dat veel organisaties de vragenlijst invullen. Alleen dan kan een representatief beeld ontstaan van kostprijzen in de kinderopvang.


Doet uw organisatie mee?

Vult uw organisatie de vragenlijst ook in? Houd daarvoor deze nieuwsbrief en onze andere informatiekanalen in de gaten. Vragen over dit onderzoek kunt u stellen aan Remco van Eijkel, projectleider van dit onderzoek, via: r.vaneijkel@seo.nl.

SEO Economisch Onderzoek voert dit onderzoek uit samen met BDO Accountancy en AYIT Consultancy. SZW kiest voor deze partijen vanwege hun kennis op het gebied van onderzoek, boekhouding en kinderopvang. Het Waarborgfonds Kinderopvang heeft een consulterende rol tijdens het onderzoek.

Speel Open Kaart voor meer werkplezier en minder uitstroom!

Het arbeidsmarktteam van de directie Kinderopvang (SZW) werkt aan oplossingen voor het personeelstekort in de kinderopvangsector. Dit doen we aan de hand van drie pijlers: 1. nieuwe medewerkers aantrekken, 2. huidige medewerkers behouden en 3. stimuleren om meer uren te werken. Pijler 2 richt zich op het beperken van de uitstroom. Om binnen deze pijler nieuwe oplossingen te vinden, nam de directie Kinderopvang deel aan het Startup in Residence (SiR) Intergov-programma. De tool Open Kaart - Bouwen aan Werkplezier kwam als winnaar uit dit programma.

In eerdere nieuwsbrieven gaven we informatie over de ontwikkeling van de tool. Nu kunnen we melden dat Open Kaart beschikbaar is!


Wat is Open Kaart?

Open Kaart is een unieke tool in spelvorm, die een eenvoudige en effectieve aanpak biedt om werkplezier te vergroten en een positieve sfeer te creëren. Doel van Open Kaart is om de uitstroom te verlagen door het werkplezier van medewerkers te verhogen. Het spel – dat in samenwerking met praktijkexperts werd ontwikkeld - bestaat uit een set kaarten met vragen. Daarmee kunnen pedagogisch medewerkers gedurende de werkdag stilstaan bij wat hen blij en gelukkig maakt in hun werk.

De unieke opzet van het spel maakt het laagdrempelig en flexibel:

  • Je kunt het spelen tijdens de werkdag, op momenten die jou uitkomen.
  • Je kunt het op verschillende manieren spelen: individueel, met een collega of met het hele team.
  • Ook de kinderen kunnen meedoen.


Positieve resultaten

Het spel is getest in pilots op acht groepen. Het resultaat is veelbelovend: de 25 pilot-deelnemers zijn positief over het spel en geven aan dat het leidt tot meer werkplezier. Zij beoordelen hun algemene werktevredenheid met ongeveer 0,5 punt hoger sinds de pilot.


Nu beschikbaar

Het spel is nu beschikbaar via Bouwenaanwerkplezier.nl. Om de resultaten te vergroten wordt ook implementatieondersteuning en een quickscan werkgeluk en behoud aangeboden. Kijk voor meer informatie en contactgegevens op de website.

Open Kaart - Bouwen aan werkplezier

Kwaliteitseisen kinderopvang per 1 juli 2024 aangepast: meer vragen beantwoord

Per 1 juli 2024 veranderen de kwaliteitseisen voor de buitenschoolse opvang (bso) en de dagopvang. De bso kan door de aanpassingen meer activiteiten aanbieden die passen bij de ontwikkeling van de kinderen. In de dagopvang mogen beroepskrachten in opleiding onder voorwaarden een ‘vast gezicht’ (vaste beroepskracht) zijn voor de kinderen. Deze aanpassingen moeten de werkdruk en roosterproblemen door het personeelstekort verminderen.

Dit factsheet geeft meer informatie. De aanpassingen zijn eind maart 2024 gepubliceerd. Je vindt hier de tekst van het besluit en hier de tekst van de regeling. Hieronder vind je antwoorden op de belangrijkste vragen over de wijzigingen.


Beroepskracht-kindratio (BKR) op kindercentrumniveau

- In de vorige nieuwsbrief stond dat in de BKR-tool op 1ratio.nl een fout zat bij de afronding. Is dat intussen opgelost?
Ja, de afrondingsfout is hersteld. De uitkomst van de tool is nu juist.

- Waarom is het aantal kinderen dat een kindercentrum mag opvangen niet automatisch twee keer zo groot als je twee keer zoveel beroepskrachten inzet?
Vanaf 1 juli bereken je de BKR in de bso niet meer op groepsniveau, maar op locatieniveau. Je telt dus niet meer per groep, maar je telt het totaal aantal aanwezige kinderen. De berekening op locatieniveau gaat daarmee over alle beroepskrachten en alle kinderen die op de bso aanwezig zijn.

Het streven is dat het aantal in te zetten beroepskrachten in de nieuwe situatie zoveel mogelijk overeenkomt met de huidige situatie. In de rekenregels is daarom gekozen voor een afronding omhoog bij uitkomsten die eindigen op ,18 of hoger. En voor een afronding naar beneden bij een uitkomst lager dan ,18. Wel moet altijd minimaal één beroepskracht worden ingezet. Gevolg van deze afronding is, dat bij een inzet van twee keer zoveel beroepskrachten niet altijd ook twee keer zoveel kinderen opvangen kunnen worden.


Andersgekwalificeerde beroepskrachten

- Wie mag worden ingezet als andersgekwalificeerde beroepskracht?
Andersgekwalificeerde beroepskrachten moeten een pedagogische module hebben gevolgd voordat zij formatief kunnen worden ingezet. Je ziet hier welke pedagogische modules daarvoor in aanmerking komen. Naast deze module bestaan er geen opleidingseisen. In het pedagogisch beleidsplan moet de houder toelichten hoe de deskundigheid van andersgekwalificeerde beroepskrachten bijdraagt aan het activiteitenaanbod van het kindercentrum en de ontwikkeling van het kind.

- Stelt de regelgeving eisen aan het contract van de andersgekwalificeerde beroepskracht of aan de manier waarop deze in de systemen staat?
Nee, de regelgeving stelt hier geen eisen aan.

- Moet er een verzekering worden afgesloten voor andersgekwalificeerde beroepskrachten?
De arbeidsrelatie bepaalt of en zo ja, welke verzekeringen moeten worden afgesloten voor andersgekwalificeerde beroepskrachten. Als voorbeeld: voor medewerkers in loondienst betaalt u premie voor de werknemersverzekeringen, die u inhoudt op hun brutoloon. Voor een andersgekwalificeerde beroepskracht die zzp’er is, hoeft u geen premies voor werknemersverzekeringen in te houden.


Kindercentrum-overstijgende opvang

- Hoe zit het met de toestemmingsvereiste voor het opvangen van een kind in een andere basisgroep binnen hetzelfde kindercentrum tijdens schoolvrije dagen?
Het uitgangspunt is dat een kind van de bso in één basisgroep wordt opgevangen. Voor opvang in een andere basisgroep binnen het kindercentrum is een toestemmingsverklaring nodig. Dit geldt ook voor schoolvrije dagen.

Voor opvang op een ander kindercentrum (kindercentrum-overstijgend opvangen) tijdens schoolvrije dagen geldt de toestemmingsverklaring niet. Er is ook geen overeenkomst nodig. Wel moet de houder in het pedagogisch beleidsplan omschrijven hoe hij invulling geeft aan het kindercentrum-overstijgend opvangen. En hoe dit leidt tot verantwoorde bso.


Beroepskracht in opleiding als vaste beroepskracht

- Wat is een beroepskracht in opleiding?
Een beroepskracht in opleiding is degene die een arbeidsovereenkomst heeft met de houder van een kindercentrum en voor het praktijkdeel van de opleiding belast is met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen bij een kindercentrum (artikel 1.1 van de Wet kinderopvang). Dit kan een persoon zijn die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgt, maar ook een in de Cao Kinderopvang gedefinieerde pedagogisch medewerker in ontwikkeling, een hbo-student die een duale leerroute volgt of een student die de derde leerweg (overig onderwijs) volgt. Stagiairs, zoals studenten van de beroepsopleidende leerweg (BOL), vallen niet onder de definitie van beroepskracht in opleiding.

- Een beroepskracht in opleiding kan alleen als ‘vast gezicht’ (vaste beroepskracht) worden ingezet als de beroepskracht kan aantonen dat het eerste leerjaar van de kwalificerende opleiding aantoonbaar is afgerond. Wat betekent dit wanneer je scholing nodig hebt als aanvullend bewijs voordat je kwalificeert om in kinderopvang te werken?
Als de beroepskracht in opleiding een opleiding van één jaar volgt, kan deze pas als ‘vast gezicht’ (vaste beroepskracht) worden ingezet na afronding van de hele opleiding. Als een opleiding korter dan een jaar duurt, moet de beroepskracht in opleiding ook de hele opleiding afmaken om als ‘vast gezicht’ (vaste beroepskracht) ingezet te kunnen worden. Dit geldt ook wanneer er scholing als aanvullend bewijs nodig is om te kunnen kwalificeren als pedagogisch medewerker.

Kinderopvang
Beeld: ©Freepik

Nieuwe werkwijze DUO voor beoordelen buitenlandse diploma’s

Per 1 juni 2024 hanteert DUO een nieuwe werkwijze voor het beoordelen van aanvragen voor beroepen in de kinderopvang op basis van een buitenlandse opleiding. Dit zijn de belangrijkste veranderingen:

1. Uitgangspunt zijn de kwalificaties van Nederlandse opleidingen. De oude werkwijze keek naar en hield vast aan de kwalificaties en bevoegdheden in het land van diplomering. De nieuwe werkwijze gaat uit van en vergelijkt met Nederlandse opleidingen die iemand kwalificeren voor beroepen in de kinderopvang. Ook houdt de beoordeling rekening met de Regeling Wet kinderopvang en de Cao Kinderopvang.

2. In plaats van erkenningen voor deelgroepen binnen de dagopvang of buitenschoolse opvang, geeft DUO voortaan alleen nog erkenningen af voor de gehele dagopvang (0-4 jaar) of de gehele bso (4-12 jaar).

3. Een kwalificatie voor de dagopvang leidt tevens tot erkenning voor de bso en het gastouderschap.

4. Ten aanzien van meertalige kinderopvang kan DUO voortaan in de beschikking opnemen dat iemand naast een kwalificerende opleiding voor de kinderopvang ook een mbo- of hbo-opleiding heeft gevolgd in de Engelse, Franse of Duitse (voer)taal. Het is aan het bevoegd gezag en de GGD om te beoordelen of diegene daarmee aan de taaleis voor meertalige kinderopvang voldoet. Waar mogelijk verifieert DUO of een diploma daadwerkelijk is behaald.