Vanaf 1 juli 2024 veranderen de kwaliteitseisen voor de buitenschoolse opvang (bso) en de dagopvang. De bso kan door de aanpassingen meer activiteiten aanbieden die passen bij de ontwikkeling van de kinderen. In de dagopvang mogen beroepskrachten in opleiding onder voorwaarden een ‘vast gezicht’ (vaste beroepskracht) zijn voor de kinderen. Deze aanpassing moet werkdruk en roosterproblemen door personeelstekort verminderen. Zie de factsheet voor meer informatie.
De aanpassingen zijn eind maart gepubliceerd. De tekst van het besluit vind je hier en de tekst van de regeling vind je hier.
Hieronder staan antwoorden op enkele veel gestelde vragen over de wijzigingen.
Beroepskracht in opleiding als vaste beroepskracht
Wat is een beroepskracht in opleiding?
Een beroepskracht in opleiding is een medewerker die voor het praktijkdeel van zijn of haar opleiding belast is met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen bij een kindercentrum (artikel 1.1 van de Wet kinderopvang). Dit kan een persoon zijn die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgt, een pedagogisch medewerker in ontwikkeling zoals beschreven in de Cao Kinderopvang, een hbo-student die een duale leerroute volgt of een student die de derde leerweg (overig onderwijs) volgt. Stagiairs, zoals een student van de beroepsopleidende leerweg (BOL), vallen niet onder de definitie van beroepskracht in opleiding.
Mag een beroepskracht in opleiding als vaste beroepskracht alleen op een groep staan?
Nee. Om te voorkomen dat er beroepskrachten in opleiding een dag alleen op een groep staan, is het verplicht dat er op die dagen ook een beroepskracht werkzaam is op die groep. Voor de randen van de dag en tijdens pauzes geldt de voorwaarde dat maximaal de helft van de formatie op een kindercentrum uit beroepskrachten in opleiding mag bestaan.
Beroepskracht-kindratio op een kindercentrum
Wat heeft een kindercentrum aan deze aanpassing?
De houder van een kindercentrum heeft door deze wijziging meer ruimte om groepen in te delen op basis van de behoeften en de ontwikkeling van kinderen. Afhankelijk van de omvang, groepen en samenstelling zal het ene kindercentrum hier meer voordelen van hebben dan een ander kindercentrum.
Hoe verhoudt het berekenen van de beroepskracht-kindratio op kindercentrumniveau zich tot het aantal vierkante meters voor de binnenruimte?
Het aantal vierkante meter voor de binnen- en buitenruimte is afhankelijk van het aantal kinderen per kindercentrum. Het aantal vierkante meters van de binnenruimte hoeft niet te veranderen vanwege de berekening van de beroepskracht-kindratio per kindercentrum.
Hoe verhoudt de maximale groepsgrootte van 30 kinderen zich tot de verschillende leeftijdscategorieën?
De groepsgrootte is vanaf 1 juli 2024 niet meer afhankelijk van leeftijdscategorieën van kinderen.
Andersgekwalificeerde beroepskracht
Welke pedagogische module moet een andersgekwalificeerde beroepskracht volgen?
Een andersgekwalificeerde beroepskracht voldoet niet aan de standaard opleidingseisen voor pedagogisch medewerker. Diegene moet een pedagogische module volgen voordat een houder hem of haar formatief kan inzetten als andersgekwalificeerde beroepskracht. Welke pedagogische modules hiervoor geschikt zijn, komt in de nieuwe Cao Kinderopvang te staan. Deze staan op dit moment nog niet in de Cao Kinderopvang. De cao-partijen zullen dit bekendmaken zodra er een nieuwe cao is.
Kindercentrum-overstijgende opvang
Mag ik nog steeds kindercentrum-overstijgende opvang in een overeenkomst vastleggen?
Ja. Het is niet verplicht om vanaf 1 juli 2024 van de ‘vereenvoudiging’ gebruik te maken. De houder mag kindercentrum-overstijgende opvang voor de buitenschoolse opvang tijdens schoolvrije dagen nog steeds in een overeenkomst opnemen. Alleen als de houder dit wil vormgeven zonder dat dit in een overeenkomst is opgenomen, gelden de voorwaarden bij de vereenvoudiging (waaronder de aanvullende vereisten voor het pedagogisch beleidsplan).