Nieuwsbrief Kinderopvang

Vorig jaar gaf het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) opdracht tot het uitvoeren van een effectonderzoek op de toezicht en handhaving in de kinderopvang. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat een goede informatievoorziening aan houders, via de juiste kanalen, bijdraagt aan een betere naleving van de wet- en regelgeving en het voorkomen van overtredingen. Lees hier het rapport.

Het ministerie wil graag met houders van kinderopvangorganisaties in gesprek over de gewenste informatievoorziening rond wet- en regelgeving. Daarvoor organiseert SZW twee online sessies.

Aanmelden

De online sessies vinden plaats op dinsdag 30 januari van 10.00-11.00 uur en op dinsdag 6 februari van 20.00-21.00 uur. Aanmelden kan via: postbuskinderopvang@minszw.nl. Wees er snel bij, want per sessie is plek voor 20 personen.

Graag ontvangen wij uw aanmelding vóór 15 januari 2024.

Inhoud van de sessies

Tijdens de sessies stellen we een aantal vragen over uw ervaringen en eventuele wensen met betrekking tot de informatievoorziening bij veranderingen in wet- en regelgeving. Het gaat om vragen als: waar haalt u nu uw informatie vandaan? Is deze informatie voldoende duidelijk? Heeft u het idee dat u informatie mist? Wat zou u eventueel kunnen helpen om nog eenvoudiger aan informatie te komen?

Het delen van uw ervaringen, meningen en wensen is van grote waarde voor het ministerie. Dit kan helpen bij het verbeteren van de informatievoorziening aan houders in de kinderopvang.

Graag tot ziens

Wij hopen u te zien op 30 januari of 6 februari. U krijgt voor aanvang van de bijeenkomst meer informatie toegestuurd over de sessie en het digitale platform waarop de bijeenkomst plaatsvindt.

In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ontwikkelen de Hanzehogeschool Groningen en de Hogeschool Rotterdam dit schooljaar (2023-2024) een handreiking over het omgaan met kinderarmoede in de kinderopvang. Dit doen zij samen met professionals, ouders en deskundigen. De handreiking wordt gebaseerd op bestaande goede praktijken én input van professionals uit de kinderopvang en ervaringsdeskundigen.

Deel uw ervaringen

Wilt u uw ervaringen op dit thema delen? Dat kan door deze vragenlijst in te vullen. Dat duurt ongeveer 15-20 minuten. Daarmee geeft u direct input voor de handreiking. Invullen kan tot 21 januari.

Handvatten bieden

Eén op de dertien kinderen in Nederland groeit op in armoede. Professionals in de gastouderopvang, kinderdagopvang en buitenschoolse opvang hebben daardoor regelmatig te maken met armoedeproblematiek en kunnen veel voor gezinnen in armoede betekenen. Daarbij is de vraag welke handvatten professionals nodig hebben om dit taaie vraagstuk effectief aan te pakken. Die handvatten wil de handreiking over omgaan met kinderarmoede bieden.

Deze handreiking is een vervolg op eerder ontwikkelde handreikingen voor het omgaan met armoede op scholen (po, vo, mbo), in het sociaal domein en in de jeugdgezondheid. Bekijk deze eerdere handreikingen hier.

Alvast hartelijk dank voor uw medewerking.

De Inspectie van het Onderwijs heeft in december het jaarlijkse Landelijk rapport toezicht kinderopvang gepubliceerd. Op 19 december 2023 is het rapport naar de Tweede Kamer gestuurd.  Enkele belangrijke bevindingen zijn:

• Bijna alle kinderopvangvoorzieningen en gastouderbureaus zijn geïnspecteerd. Voorzieningen die in 2021 door corona niet of op afstand zijn onderzocht, kregen in 2022 meer aandacht binnen het toezicht.
• Vanaf 2023 moet minstens 50% van de gastoudervoorzieningen jaarlijks geïnspecteerd worden. De Inspectie constateert dat een derde van de gemeenten in 2022 al voldeed aan deze norm. In 2022 werd landelijk 38% van de gastoudervoorzieningen geïnspecteerd.
• Ten opzichte van 2019 ziet de Inspectie dat bij kindercentra  de voorwaarden voor de inzet van beroepskrachten vaker niet goed nageleefd worden. Dit kan samenhangen met de personeelskrapte waarmee de sector te maken heeft.
• De Inspectie ziet verder verschillen in hoe gemeenten toezicht en handhaving toepassen. Die verschillen vindt de Inspectie niet altijd wenselijk: werkwijzen en procedures zouden landelijk gelijk moeten zijn voor bijvoorbeeld de inzet van herstelaanbod of flexibel toezicht.
• De meeste tekortkomingen (gemiddeld 83%) werden – na een eerste maatregel van een gemeente – binnen een jaar hersteld. Wel stelt de Inspectie dat sommige gemeenten strenger zouden moeten handhaven, en beter passend bij de situatie. Het doel van handhaving is namelijk dat tekortkomingen zo snel mogelijk hersteld worden. Wanneer na een eerste waarschuwing geen (volledig) herstel plaatsvindt, vindt de Inspectie het niet voor de hand liggend om opnieuw te waarschuwen. Terwijl in 25% van de gevallen waarbij een eerste waarschuwing onvoldoende effect had, daarna geen zwaardere maatregel volgde.
• De Inspectie heeft ook de signaalfunctie in de kinderopvangonderzocht. De Inspectie stelt vast dat GGD’en en gemeenten signalen die binnenkomen over de kinderopvang adequaat afhandelen. Wel geeft het onderzoek aanwijzingen dat gemeenten en GGD’en niet altijd goed vindbaar zijn voor mogelijke melders van signalen. Daarom kan het signaleringsproces verder verbeterd worden, bijvoorbeeld met een centraal registratiesysteem, aldus de Inspectie.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) reageert in een kamerbrief op het rapport. U kunt de kamerbrief hier lezen. De minister geeft daarin aan dat zij de bevindingen en zorgen onderschrijft, en wat zij hieraan wil doen. Hierbij verwijst zij naar twee onderzoeken die in het voorjaar van 2024 worden afgerond. Deze geven een nieuw kabinet handvatten voor eventuele aanpassingen in het beleid over toezicht en handhaving.