Uitvoeringsbrief inburgering naar Tweede Kamer
Minister Karien van Gennip van SZW beschrijft de voortgang in de uitvoering van de Wet inburgering 2021 (Wi2021) in een brief aan de Tweede Kamer. Zo blijken meer inburgeringsplichtigen tijdig met de inburgering te beginnen.
Het inburgeringsstelsel is gestoeld op verschillende beleidsprincipes, waarbij de minister vooral inzet op dualiteit (taal en werk) en tijdigheid. Met tijdigheid wordt bedoeld dat een inburgeringsplichtige snel kan starten met inburgering en participatie. Vorig jaar was dat onvoldoende het geval. In december schreef de minister nog aan de Tweede Kamer dat minder inburgeringsplichtigen waren voorzien van een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie dan was verwacht. Inmiddels is dat aantal aardig gestegen. Van Gennip ziet graag een verdere versnelling en is daarover in gesprek met gemeenten en ketenpartners.
Daarnaast zet SZW in op een vroege start waarbij statushouders al beginnen met hun inburgering als ze nog een asielzoekerscentrum (azc) verblijven. Er zijn gemeenten die al in het azc beginnen met de brede intake. Ze wachten niet totdat de inburgeringsplichtigen zijn gehuisvest in hun gemeente. De minister ziet graag dat alle gemeenten dit voorbeeld volgen en bekijkt de mogelijkheden daartoe samen met de VNG, het COA en gemeenten.
Verbeteracties
Verschillende verbeteracties van onderdelen van de inburgeringswet lijken effect te hebben. Zo zijn er aanpassingen gedaan aan de leerbaarheidstoets, een belangrijk instrument om de leerroute van de inburgeraar te bepalen. De eerste cijfers wijzen erop dat de toets nu vaker aangeeft dat de B1-route haalbaar is. Die uitslag past beter bij het beeld dat gemeenten van inburgeraars hebben. Voor de aanpak van het tekort aan NT2-docenten zijn onder meer de kwalificatie-eisen voor docenten verruimd. Taalscholen mogen nu ook docenten die nog de NT2-opleiding volgen bestempelen als gekwalificeerd. Meer taalscholen blijken dat ook te doen.
Hogere instroom
Op termijn wordt voorzien dat de hogere instroom van asielzoekers in Nederland leidt tot meer druk op het inburgeringsstelsel. Het vraagt om flexibiliteit om tijdige ondersteuning aan inburgeraars mogelijk te houden en werk naast de inburgeringsvereisten mogelijk te maken, schrijft de minister. SZW bekijkt samen met de partijen in de uitvoering, zoals gemeenten, taalaanbieders, het COA en DUO, hoe het stelsel dit kan opvangen.
Meer informatie vindt u in de Kamerbrief.