Gemeentenieuws van SZW 2023-4

Bericht aan Burgemeester en Wethouders en andere belangstellenden. De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vragen uw aandacht voor het onderstaande bericht van het Ministerie van SZW.

Verblijf in het buitenland met behoud van bijstand, naar aanleiding van ramp in Marokko

De gevolgen van de aardbeving in Marokko zijn, net als eerder dit jaar in Turkije en Syrië, enorm. De omvangrijke ramp raakt ook veel mensen in Nederland. Het is begrijpelijk dat mensen die persoonlijk betrokken zijn, willen afreizen naar het getroffen gebied om hulp en steun te bieden. Of afscheid te nemen van dierbaren. Dat is ook mogelijk. Mensen in de bijstand kunnen 28 dagen per kalenderjaar met behoud van hun uitkering naar het buitenland. Soortgelijke regels gelden voor de aanverwante regelgeving Bbz, IOAW en IOAZ. De ernstige situatie kan leiden tot een verzoek om langer naar Marokko af te reizen. Het is dan aan de gemeente om te beoordelen of in het individuele geval een uitzondering mogelijk is, op grond van de hardheidsclausule in artikel 16 van de Participatiewet.

Gegeven de ernst van de situatie, kan de Minister voor APP zich voorstellen dat het college de bijzondere omstandigheden van de ramp meeweegt in zijn besluit. Gelet op het uitzonderlijke karakter van de ramp die Marokko heeft getroffen, is de Minister voor APP van mening dat wet- en regelgeving personen met een bijzondere persoonlijke betrokkenheid niet zou moeten verhinderen uiting te geven aan hun verdriet, steun en medeleven. Ze heeft er alle vertrouwen in dat gemeenten in het individuele geval een goede afweging kunnen maken.

Tijdelijke verbreding Waarborgfonds saneringskredieten verlengd

Een saneringskrediet geeft mensen met schulden sneller schuldenrust en schuldeisers en gemeenten minder administratieve rompslomp. Het Waarborgfonds saneringskredieten staat borg voor het terugbetalen van een saneringskrediet en neemt het financiële risico voor kredietbanken en gemeenten uit handen. Dit verlaagt de drempel voor gemeenten die huiverig zijn om een saneringskrediet te verstrekken. Alle kredietbanken kunnen deelnemen aan het Waarborgfonds saneringskredieten en alle gemeenten kunnen zich aansluiten bij een kredietbank. Aanmelding kan via de website.

Het Waarborgfonds Saneringskredieten biedt tijdelijk extra ondersteuning voor mensen die veel last hebben van de hogere energiekosten. Het gaat om mensen die hun saneringskrediet (gedeeltelijk) niet meer kunnen aflossen of mensen die geholpen zijn met een saneringskrediet maar geen afloscapaciteit hebben.

Twee tijdelijke maatregelen

Schuldhulpverleners konden van januari 2023 tot en met juni 2023 voor hun klanten een beroep doen op een tijdelijke regeling. Deze twee tijdelijke maatregelen zijn verlengd tot einde 2023. De regeling bestaat uit twee maatregelen:

1. Tijdelijk verlagen of stopzetten van aflossing van bestaand saneringskrediet

  • Voor mensen met een schuldregeling, die de maandelijkse aflossing van het saneringskrediet niet meer kunnen betalen door de gestegen energiekosten.
  • Geen herberekening van afloscapaciteit nodig.
  • Het Waarborgfonds vergoedt de gemiste aflossing voor maximaal 6 maanden, tot een maximum van € 100 per maand.

2. Nieuw saneringskrediet voor mensen met lage afloscapaciteit
Het verbrede Waarborgfonds stelt Kredietbanken in staat ook mensen zonder afloscapaciteit te helpen. Gemeenten en kredietbanken krijgen zo de mogelijkheid om toch een schuldenregeling op te kunnen starten en de schulden op te lossen met een saneringskrediet.

  • Voor mensen die door de gestegen energiekosten geen of minder dan € 50 afloscapaciteit hebben.
  • Het Waarborgfonds vergoedt de gemiste aflossing:
    • Voor deelnemende kredietbanken: max. € 1.800 (36 maanden x € 50)
    • Voor niet-deelnemende kredietbanken: max. € 300 (6 maanden x € 50)
  • Niet bedoeld voor mensen die helemaal geen afloscapaciteit hebben, zoals jongeren zonder werk.

Hoe kan een kredietbank gebruikmaken van de regeling?

Om gebruik te kunnen maken van de regeling hoeft de kredietbank geen deelnemer te zijn van het Waarborgfonds. Al maakt dat het wel eenvoudiger. Een hulpvrager moet zich om gebruik te maken van de regeling melden bij de kredietbank. De kredietbank stuurt dan een aanvraagformulier.

Opvang ontheemden en kostendelersnorm

In Gemeentenieuws van SZW 2023-1 meldden de Minister voor APP en de Minister van SZW dat het tijdelijke verblijf van ontheemden geen gevolgen heeft voor de hoogte van de bijstandsuitkering. Naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne heeft de Minister voor APP gemeenten verzocht de kostendelersnorm op grond van tijdelijk verblijf in ieder geval de eerste achttien maanden niet toe te passen, wanneer bijstandsgerechtigden ontheemden tijdelijk in huis opnemen.

Omdat de oorlog in Oekraïne voortduurt, verzoekt de Minister voor APP hierbij gemeenten om het niet toepassen van de kostendelersnorm op grond van tijdelijk verblijf na de eerste termijn van achttien maanden met nog eens zes maanden te verlengen tot in ieder geval 1 maart 2024. Afhankelijk van de ontwikkelingen in Oekraïne wordt daarna weer bekeken of deze termijn opnieuw verlengd moet worden. Dit geldt wederom voor ontheemden uit Oekraïne, maar ook voor andere ontheemden in crisissituaties. Dit kan met behulp van maatwerk op grond van artikel 18, eerste lid, Participatiewet. Zodra echter een in huis opgenomen ontheemde een volledige bijstandsuitkering ontvangt, is er sprake van een nieuwe situatie waarbij de gemeente de kostendelersnorm wel kan toepassen. Ook hierbij is afhankelijk van het individuele geval maatwerk op grond van artikel 18, eerste lid, Participatiewet mogelijk.

De uitkeringsgerechtigde dient wel bij de gemeente te melden dat hij of zij een ontheemde in huis heeft. Eventuele afspraken die zijn gemaakt over een vrijwillige bijdrage die wordt ontvangen van de ontheemde dienen eveneens te worden gemeld. Met betrekking tot de kostendelersnorm voor de bijstandsuitkering geldt het volgende: wanneer het gaat om personen van 21 jaar en ouder die tijdelijk inwonen bij een uitkeringsgerechtigde, dan hoeft degene die tijdelijk inwoont niet mee te tellen voor de kostendelersnorm. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om mensen in een crisissituatie, daklozen of mensen die dakloos dreigen te raken. De gemeente dient dan vast te stellen dat het gaat om tijdelijk verblijf.

Verzamelwet SZW 2024: anticiperen en terugwerkende kracht

Het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2024 is op 15 september 2023 ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel bevat wijzigingen voor de IOAW en IOAZ die hieronder worden toegelicht. Aan de hieronder beschreven wijzigingen zal terugwerkende kracht worden toegekend. Gemeenten mogen ook anticiperen op deze wijzigingen. De minister voor APP heeft de Tweede Kamer hier per brief van 15 september 2023 over geïnformeerd.

De Verzamelwet is bedoeld om wetgeving technisch te onderhouden en te optimaliseren, of op kleine, beleidsarme punten inhoudelijk te wijzigen. De Verzamelwet SZW 2024 wijzigt onder meer de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ.

Bij twee eerdere wijzigingen van de Participatiewet zijn de doelgroepen van de IOAW en de IOAZ onbedoeld buiten beschouwing gelaten. De Verzamelwet herstelt dit. Het wetsvoorstel voorziet er in de eerste plaats in dat bij een gedwongen opname op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten hun recht op een IOAW/Z-uitkering behouden (onderdeel A van artikelen XII en XIII van het wetsvoorstel). Dit is per 2021 geregeld voor de algemene bijstand naar aanleiding van het gewijzigde amendement Kwint (artikel 13, derde lid, Pw). In de tweede plaats regelt het wetsvoorstel dat mensen die een IOAW/Z-uitkering ontvangen, behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie en in deeltijd werken, in aanmerking kunnen komen voor de nieuwe (gedeeltelijke) vrijlating van arbeidsinkomsten (onderdeel B van artikelen XII en XIII van het wetsvoorstel). Die nieuwe vrijlating is voor mensen met een algemene bijstandsuitkering per 2023 geregeld voor de Participatiewet met de Wet uitvoeren Breed Offensief (artikel 31, tweede lid, Pw).

Op beide voorgestelde wijzigingen mag sinds 15 september 2023 worden geanticipeerd. Gemeenten kunnen vooruitlopend op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel de bovengenoemde uitkeringen c.q. vrijlating toekennen. Daarnaast geldt dat de wijzigingen terugwerken tot 1 januari 2023. Gemeenten kunnen de bovengenoemde uitkeringen c.q. vrijlating toekennen voor eerdere maanden in 2023. Hiermee wordt erkend dat de doelgroepen eerder onbedoeld buiten beschouwing zijn gelaten en zo snel mogelijk moeten worden begunstigd. Bovendien wordt hierbij aangesloten op de huidige uitvoering van de Participatiewet.

Wellicht ten overvloede: de wijzigingen die met de Wet uitvoeren Breed Offensief in de Participatiewet zijn aangebracht ten aanzien van de aanspraak op ondersteuning, gelden ook voor mensen met een IOAW- of IOAZ-uitkering. Hiervoor hoeft dus geen correctie via deze Verzamelwet plaats te vinden. Iemand met een IOAW- of IOAZ-uitkering heeft immers op grond van artikel 36, eerste lid, van de IOAW en de IOAZ aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling overeenkomstig de verordening bedoeld in artikel 8a van de Participatiewet. De op dit vlak aangebrachte wetswijzigingen gelden daardoor ook voor mensen in de IOAW en IOAZ.

Verder bevat de Verzamelwet technische wijzigingen voor artikelen 10d, 31, 36 en 36b van de Participatiewet.

Extra middelen voor beschut werk en de Wsw

Op dit moment staat de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven op plaatsen (financieel) onder druk. De minister van APP schrijft in een Kamerbrief van 6 juli jl. dat het essentieel is dat gemeenten, de sector van sociaal ontwikkelbedrijven en de Rijksoverheid gezamenlijk actie ondernemen. Het kabinet heeft voor de zomer meerjarig extra middelen beschikbaar gesteld, waaronder € 140 miljoen voor 2023 en € 217 miljoen voor 2024. Deze bedragen worden hieronder toegelicht.

Compensaties

Met de Voorjaarsnota heeft het kabinet besloten gemeenten te compenseren voor de loon- en prijsstijgingen in 2023. Voor dit jaar gaat het om € 110 miljoen voor de Wsw en € 5 miljoen voor beschut werk. De bedragen zijn reeds verwerkt in de meicirculaire 2023 van het Gemeentefonds. Daar bovenop komt compensatie voor de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon in de Wsw begin dit jaar. In 2023 bedraagt deze compensatie € 26,5 miljoen. In de jaren daarna daalt het bedrag met de afbouw van de Wsw. Deze compensatie is verwerkt in de septembercirculaire 2023.

Intensivering beschut werk

In de Kamerbrief kondigt de minister voor APP aan dat per 2024 extra middelen beschikbaar worden gesteld voor de financiering van beschut werk. Aanleiding hiervoor is een recent onderzoek waaruit blijkt dat veel gemeenten per beschutte werkplek geld moeten bijleggen wegens de lage netto toegevoegde waarde van medewerkers. De extra middelen zijn onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om beschut werk te stimuleren. De investering moet op korte termijn leiden tot meer gerealiseerde plekken. Met de VNG is afgesproken dat gemeenten een extra inspanning leveren om de achterstanden op de doelstelling voor beschut werk in te lopen. Het bedrag per plek wordt structureel verhoogd met € 2.157. Omdat het Rijk gemeenten financiering biedt op basis van het aantal plekken in de ministeriële regeling, gaat het om een intensivering van € 23,1 miljoen in 2024 die met het aantal plekken oploopt naar € 64,7 miljoen in 2048. De bedragen zullen worden verwerkt in de meicirculaire 2024.

Impuls sociale infrastructuur

In de Kamerbrief zijn ook voorstellen aangekondigd om gemeenten in 2024 tegemoet te komen bij de financiële uitdagingen die zij ervaren rondom de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven. Hiervoor is een bedrag van € 63,9 miljoen beschikbaar gemaakt op de begroting van SZW; over de exacte besteding en verdeling moet nog besluitvorming plaatsvinden.

Effect uitstroom Wsw op beschikbare budget

Als gevolg van de hoger dan verwachte uitstroom in de afgelopen jaren werken er minder mensen in de Wsw dan bij de invoering van de Participatiewet was geraamd (gelijk aan circa 6.100 voltijdsbanen minder). Aangezien de Rijksbijdrage Wsw is vastgezet op deze geraamde aantallen is door de uitstroom in 2023 € 3.400 extra budget per voltijdsplek beschikbaar dan op basis van de raming werd verwacht.

Tussentijds handelingsperspectief gemeenten naar aanleiding van Uitspraak Centrale Raad van Beroep over samenloop regelingen en effect op toeslagen

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft op 27 september 2022 uitspraak gedaan over de samenloop van regelingen en het effect op toeslagen. In het Gemeentenieuws SZW 2023-I is hier aandacht aan besteed. Eerder deze maand is de Tweede Kamer geïnformeerd over een oplossing voor deze problematiek. Het gaat om een tijdelijke regeling voor de periode 2024-2027, vooruitlopend op een structurele oplossing via de belastingdienst die is voorzien vanaf 2028. Deze oplossing is tot stand gekomen in nauwe afstemming met VNG, Divosa, Belastingdienst, Dienst Toeslagen en UWV. SZW werkt deze oplossing momenteel nader uit. Dat doet SZW samen met gemeenten en betrokken uitvoerders. Voor de tijdelijke regeling is een wijziging van de Participatiewet nodig. Deze is naar verwachting in 2024 gereed. Om de betroffen huishoudens niet te laten wachten op een tegemoetkoming, blijft voor gemeenten het handelingsperspectief zoals geschetst in het Gemeentenieuws SZW 2023-I van kracht, totdat de regeling gereed is. De Minister voor APP roept gemeenten op dit handelingsperspectief te gebruiken en de betreffende huishoudens actief te benaderen. Om gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van dit handelingsperspectief en om de betreffende huishoudens actief te benaderen stelt SZW in oktober een handreiking van Stimulansz voor gemeenten beschikbaar. SZW en Stimulansz organiseren dan ook een webinar. Daarnaast beschikken ook sociaal raadslieden over veel kennis om dit handelingsperspectief toe te passen.

Mbo-scholen kunnen subsidie aanvragen voor geldlessen en ondersteuning

Vanaf 18 september kunnen mbo-instellingen bij de Rijksoverheid geld aanvragen voor financiële educatie. In totaal is er €8 miljoen beschikbaar. De subsidie is een aanvulling op bestaande initiatieven vanuit gemeenten om studenten op scholen te leren over omgaan met geld en studenten met geldzorgen te ondersteunen.

Er wordt op mbo-scholen gestart omdat relatief veel mbo-studenten financieel op eigen benen komen te staan tijdens hun studie. Daarnaast laat onderzoek van het Nibud zien dat meer dan een kwart van de mbo’ers te maken heeft met betaalachterstanden of schulden.

Ondersteuning door gemeenten

Veel gemeenten in Nederland ondersteunen nu al scholen om te voorkomen dat jongeren geldproblemen krijgen. Zo regelde de gemeente Amsterdam budgetcoaches op een aantal mbo-scholen waar studenten met geldzorgen terecht kunnen. De subsidie die nu wordt opengesteld is daar een aanvulling op, geen vervanging van bestaande initiatieven. Zo kunnen nog meer jongeren op nog meer plekken voorbereid worden op een financieel gezonde toekomst.

Over de subsidie

Scholen hebben de mogelijkheid om voor een langere periode (maximaal 3 jaar) subsidie aan te vragen, waarmee ze bijvoorbeeld eigen docenten een opleiding kunnen bieden en binnen bestaande lessen studenten kunnen leren omgaan met geldzaken, of om medewerkers aan te nemen of vrij te stellen om financiële hulp te bieden aan studenten met geldzorgen.

Hier vindt u meer informatie.

Invoering wettelijk minimumuurloon per 1 januari 2024

Op 1 januari 2024 wordt het wettelijk minimumuurloon ingevoerd. Op de website van de Rijksoverheid is een nieuwsbericht en een kennisdocument gepubliceerd voor onder meer werkgevers, cao-partijen en salarisadministrateurs om hen te helpen bij de voorbereidingen op de invoering van het minimumuurloon. Ook voor gemeenten kan de invoering gevolgen hebben.

Uitgangspunt bij de wetswijziging was dat de invoering van het wettelijk minimumuurloon geen beleidsmatige gevolgen zou hebben. Wel worden de arbeidskosten hoger voor minimumloonverdieners met een werkweek van meer dan 36 uur. Dat geldt dan ook voor de doelgroep loonkostensubsidie, waardoor de loonkostensubsidies toenemen. De kosten hiervan zijn gedekt in het Coalitieakkoord. Gemeenten zullen eenmalig hun systemen moeten aanpassen als gevolg van de wijziging.

Tot slot volgen hieronder nog verschillende publicaties in het Staatsblad en Staatscourant:

Geld beschikbaar voor regionale verbinders

Het kabinet trekt de komende drie jaar 37,5 miljoen euro uit om statushouders (vluchtelingen met een verblijfsstatus) aan het werk te helpen. Daarvan is 12,25 miljoen bedoeld voor het aanstellen van zogenoemde regionale verbinders binnen de regiogemeenten. Gemeenten in de 35 arbeidsmarktregio’s kunnen op deze manier extra mogelijkheden creëren om statushouders en andere kwetsbare groepen aan het werk te helpen.

Binnen de verschillende arbeidsmarktregio’s zijn er al initiatieven om statushouders aan werk te helpen. Deze initiatieven zijn echter vaak lokaal, kleinschalig en tijdelijk. Het idee is dat de regionale verbinders in kaart gaan brengen welke initiatieven er zijn, welke best practices opgeschaald kunnen worden en wat de beste manier is om dit te doen. Het delen van kennis tussen de verschillende arbeidsmarktregio’s is daarbij ook van belang.

Iedereen moet mee kunnen doen

De Minister van SZW wil hiermee de gemeenten faciliteren om meer werk te maken van het aan het werk helpen van statushouders. Zij zegt daarover: “Iedereen in Nederland moet mee kunnen doen aan de samenleving. Betaald werk is een belangrijke manier om dat te bereiken, ook voor statushouders. Een grote groep statushouders zoekt een baan, maar dit lukt nog onvoldoende”.

Meer informatie in circulaire van september

Meer informatie over deze financiële regeling voor gemeenten is te vinden in de septembercirculaire.

Contact

Voor meer inhoudelijke informatie over de regionale verbinders kunnen gemeenten contact opnemen met Annemiek van Outvorst, beleidsmedewerker bij het programma Voor een Inclusieve Arbeidsmarkt (VIA) van het ministerie van SZW, avoutvorst@minszw.nl

Verzending beschikkingen SPUK’s inburgeringsvoorzieningen en onderwijsroute

Gemeenten ontvangen uiterlijk 30 september de voorlopige beschikking voor de Specifieke Uitkering (SPUK) inburgeringsvoorzieningen voor 2024. De voorlopige beschikking voor de SPUK onderwijsroute voor 2023 volgt binnenkort.

De middelen van de SPUK inburgeringsvoorzieningen 2024 kunnen gemeenten gebruiken voor de bekostiging van verschillende onderdelen van de Wet inburgering 2021 (Wi2021). Dat zijn onder meer de kosten voor leerroutes en de maatschappelijke begeleiding van asielstatushouders. Ook het organiseren van het traject rond de participatieverklaring (PVT) en de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) vallen eronder. De voorlopige beschikking is gebaseerd op een prognose. In 2025 volgt de definitieve beschikking op basis van het werkelijke aantal inburgeringsplichtigen per gemeente.

SPUK onderwijsroute

De middelen van de SPUK onderwijsroute 2023 kunnen gemeenten gebruiken voor de realisatie van deze leerroute onder de Wi2021. Het budget dat over 2023 ter beschikking is gesteld, bedraagt circa 15,8 miljoen euro. Gemeenten hebben eerder nog geen middelen voor de SPUK onderwijsroute 2023 ontvangen.

Op de website van Divosa staat meer informatie over beide Specifieke Uitkeringen.

Publicatie Agenda Veerkrachtige & Weerbare Samenleving

Vrijdag 7 juli bood de Minister van SZW de Tweede Kamer de Agenda Veerkrachtige & Weerbare Samenleving aan.

De Agenda Veerkrachtige & Weerbare Samenleving helpt gemeenten, professionals en maatschappelijke organisaties met het vergroten van de veerkracht en weerbaarheid van individuen en groepen in de samenleving. Meer kennis en middelen kunnen bijdragen aan het vergroten van sociale stabiliteit in Nederland.

De nadruk van de agenda ligt op preventie en zet in op beschermende factoren, zoals zelfredzaamheid, identiteitsontwikkeling en sociale inclusie. Door nieuw onderzoek, het versterken van samenwerkingen en het ontwikkelen van interventies krijgen gemeenten, maatschappelijke organisaties en professionals meer middelen om mensen in kwetsbare omgevingen te steunen.

Betrokkenheid vergroten

Om veerkracht en weerbaarheid op een effectieve manier sterker te maken, betrekt het ministerie van SZW verschillende deskundigen uit het maatschappelijk werkgebied. Zo werkt SZW samen met bijvoorbeeld jongerenwerkers, gemeenteambtenaren en sociaal wetenschappers. Het samenbrengen van verschillende invalshoeken en expertise, en luisteren wat mensen nodig hebben, draagt bij aan kennisuitwisseling, het creëren van verbondenheid en samenwerking op alle niveaus.

Deze aanpak zorgt ook voor extra beleidsontwikkeling dat gericht is op veerkracht en weerbaarheid. De agenda kan aanbevelingen uit beleid omzetten in concrete acties in de praktijk. Andersom geven onderzoeken en kennis over de samenleving inzichten voor het ontwikkelen van nieuw beleid.

20 gebieden kunnen beroep doen op € 250 miljoen voor leefbaarheid en veiligheid

De Agenda Veerkrachtige & Weerbare Samenleving heeft raakvlakken met al bestaande programma’s binnen het ministerie van SZW en andere departementen. Zo wordt een deel van de financiële middelen van de agenda ingezet in de 20 kwetsbare stedelijke gebieden verbonden aan het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). De ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stellen hiervoor €250 miljoen beschikbaar. Tot 30 september aanstaande kunnen de 20 gebieden een aanvraag indienen bij het ministerie van BZK. Op deze website kunt u meer lezen over de Specifieke Uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk.

De Agenda zet zich echter breder in en investeert ook in andere gebieden en onderwerpen.

De agenda wordt uitgevoerd in de periode van begin 2023 tot medio 2025 en werkt toe naar een meerjarenplan 2023-2025.

Vragen over de Agenda Veerkrachtige & Weerbare Samenleving?

Mail naar postbusagendaveerkrachtenweerbaarheid@minszw.nl

Vragen over de Specifieke Uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk voor gemeenten?

Mail naar SPUKKansrijkeWijk@minbzk.nl