Gemeentenieuws van SZW

Bericht aan Burgemeester en Wethouders en andere belangstellenden. De staatssecretaris vraagt, mede namens de minister, uw aandacht voor de onderstaande berichten van het ministerie van SZW.

1. Steun- en herstelpakket en aanvullend flankerend beleid

Op vrijdag 28 augustus 2020 heeft het kabinet een omvangrijk steun- en herstelpakket gepresenteerd. Doel van dit pakket is om banen te beschermen en tegelijkertijd mensen te helpen zich aan te passen aan de veranderende economische omstandigheden. Het kabinet verlengt de steunmaatregelen zoals de NOW-subsidie voor werkgevers en de Tozo voor zelfstandigen met negen maanden, investeert in nieuwe banen, en trekt daarnaast 1,4 miljard euro uit voor een sociaal pakket. Een nadere uitwerking van dit aanvullend sociaal pakket dat tot stand is gekomen in overleg met vakbonden, werkgeversorganisaties, gemeenten en UWV verscheen op woensdag 23 september 2020.

Doel is dat mensen, waar het kan, direct naar nieuw werk gaan en dat zij daarbij waar nodig gericht geholpen worden. Het sociaal pakket versterkt bestaande dienstverlening van UWV en gemeenten en breidt de steun aan werkzoekenden en zelfstandig ondernemers uit. Sommige mensen kunnen met weinig hulp hun weg vinden. Anderen hebben meer hulp nodig, zoals mensen met een arbeidshandicap en mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. Regionale mobiliteitsteams, waarin UWV, gemeenten, werkgeversorganisaties en vakbonden samenwerken, gaan die hulp coördineren. In totaal heeft het kabinet 683 miljoen euro gereserveerd voor ondersteuning en begeleiding naar nieuw werk.

Het is de verwachting dat het aantal mensen met problematische schulden en een risico op armoede zal toenemen door de coronacrisis. Schulden kunnen een enorme belemmering zijn bij werken of bij het vinden van werk. Het kabinet stelt bijna 150 miljoen euro beschikbaar aan gemeenten en andere partijen om mensen met schulden en mensen in armoede te ondersteunen. Hiervan is 30 miljoen euro bestemd voor een waarborgfonds om schulden van mensen sneller te kunnen afwikkelen. Op 28 september 2020 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de intensivering van de armoede- en schuldenaanpak.

Verder is in het sociaal pakket geld vrijgemaakt voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Veel jongeren verkeren in onzekerheid doordat de overgang van school naar werk door de coronacrisis lastiger is geworden. Met de reguliere dienstverlening van gemeenten en de aanvullende hulp van regionale mobiliteitsteams kunnen jongeren die dat nodig hebben worden geholpen. Scholen en gemeenten krijgen daarnaast 346 miljoen euro om jongeren die specifieke aandacht nodig hebben te stimuleren langer door te leren of te begeleiden naar passend werk.

2. Tozo verlengd tot 1 juli 2021, met een toets op beschikbare geldmiddelen vanaf 1 april 2021

Op vrijdag 28 augustus heeft het kabinet aangekondigd dat de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) wordt verlengd tot 1 juli 2021 (zie VNG.nl). In tegenstelling tot de eerdere berichtgeving heeft het kabinet aanvullend besloten om niet per 1 oktober 2020, maar per 1 april 2021 een toets op beschikbare geldmiddelen in te voeren in de Tozo. In het licht van de meest recente extra maatregelen in het kader van de coronacrisis is een aanscherping van de Tozo-voorwaarden per 1 oktober 2020 niet passend, meent het kabinet.

Dit betekent dat er sprake zal zijn van een Tozo 3 (van 1 oktober 2020 t/m 31 maart 2021) en een Tozo 4 met toets op beschikbare geldmiddelen (van 1 april 2021 t/m 30 juni 2021), elk met een eigen nieuwe aanvraagprocedure (verlengingsaanvragen via een verkort aanvraagformulier).


Wat betekent dit voor de uitvoering?

Het kabinet realiseert zich dat gemeenten zich al geruime tijd hebben voorbereid op de invoering van een toets op beschikbare geldmiddelen in de Tozo. Deze wijziging komt op een laat moment en heeft voor gemeenten veel voeten in de aarde. Ik ben gemeenten dan ook zeer erkentelijk dat zij nu alles in het werk zetten om de uitvoering van Tozo 3, zonder beperkte vermogenstoets, alsnog zo snel mogelijk in gang te zetten. Dit is voor zelfstandig ondernemers ook van groot belang. Kijk hier voor meer informatie en een checklist van de door te voeren wijzigingen. Zie ook de aangepaste Toolkit Tozo 3.


Uitstel terugbetalingsverplichting lening bedrijfskapitaal

Ook onder Tozo 3 bestaat de mogelijkheid om voor maximaal € 10.157 een lening bedrijfskapitaal Tozo aan te vragen (dit maximum geldt voor de Tozo 1, 2 en 3 periode in totaal). Voor ondernemers die voor 1 januari 2021 een Tozo lening bedrijfskapitaal verstrekt hebben gekregen, start de terugbetalingsverplichting per 1 januari 2021. Voor ondernemers die na 1 januari 2021 de lening ontvangen, start de terugbetalingsverplichting op de datum waarop de lening wordt verstrekt.

Mogelijk is een deel van de ondernemers die een Tozo lening voor 1 januari heeft ontvangen, nog niet in staat om vanaf 1 januari 2021 deze lening al terug te betalen. Op grond van artikel 4:94 van de Awb kunnen gemeenten uitstel van terugbetaling van het bedrijfskapitaal verlenen in gevallen waarin in redelijkheid niet van de zelfstandige kan worden verwacht dat hij kan starten met aflossen. In de handreiking Tozo worden handvaten gegeven voor hoe gemeenten hiermee om kunnen gaan. Ik wil gemeenten oproepen om coulant om te gaan met het verlenen van uitstel van terugbetaling. Daarnaast roep ik gemeenten op om deze mogelijkheid bij ondernemers bekend te maken, via de beschikkingen die worden afgegeven in het kader van nieuwe leningen bedrijfskapitaal Tozo en via gerichte berichtgeving aan ondernemers die al eerder een lening bedrijfskapitaal Tozo toegekend hebben gekregen en die onder Tozo 3 de uitkering levensonderhoud ontvangen.


Kinderalimentatie

Specifiek wil ik stilstaan bij het onderwerp kinderalimentatie als onderdeel van het netto-inkomen. Gebleken is dat hierover door SZW tijdens de Tozo 1 periode niet consistent en begin mei enige dagen foutief is gecommuniceerd. Mogelijk hebben gemeenten daarom ook niet helder gecommuniceerd naar ondernemers dat kinderalimentatie meegerekend moest worden als onderdeel van het netto-inkomen. Mij bereiken signalen van zelfstandigen die in financiële problemen komen als gevolg van terugvorderingen van gemeenten. Ik wil gemeenten oproepen om in deze gevallen ruimhartig maatwerk toe te passen en gebruik te maken van de mogelijkheden die de Participatiewet biedt. Gemeenten kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om op basis van artikel 58, tweede lid jo. achtste lid Participatiewet geheel of gedeeltelijk af te zien van terugvordering wanneer daarvoor in individuele gevallen dringende redenen aanwezig zijn. Daarvan kan sprake zijn wanneer iemand door de terugvordering in een onaanvaardbare situatie komt. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat een zelfstandige de ontvangen Tozo 1-uitkering te goeder trouw direct heeft uitgegeven en ten tijde van de terugvordering niet in staat is om (direct dan wel binnen afzienbare tijd) de vordering te voldoen en daarmee in nog grotere financiële problemen zou komen (leidend tot mogelijke schuldenproblematiek). Een andere mogelijkheid is het afspreken van een ruimhartige betalingsregeling, waardoor zelfstandigen langer de tijd krijgen om de vordering te voldoen.


Steun bij heroriëntatie van zelfstandigen

Bij de verlenging van de Tozo tot 1 juli 2021 is aangegeven dat gemeenten vanaf 1 januari 2021 ondersteuning gaan bieden aan zelfstandigen die problemen hebben om hun huidige bedrijf in de nieuwe tijd economisch rendabel te maken en zich daarom moeten heroriënteren op aanvullende en/of andere activiteiten. Dit jaar nog komt er geld beschikbaar:

  1. Aan het gemeentefonds zal extra geld worden toegevoegd om de re-integratie van mensen in de bijstand te intensiveren. Vanuit dit budget kan ook de ondersteuning van de zelfstandig ondernemer in de Tozo of het Bbz worden bekostigd.
  2. Er komt een decentrale uitkering ten behoeve van de voorbereiding van de integrale crisisaanpak voor de van werk(loosheid) naar werk dienstverlening in de arbeidsmarktregio. Doelstelling van de decentrale uitkering wordt onder meer om de bestaande en te ontwikkelen dienstverlening zo aan te vullen en in te richten dat ook de zelfstandig ondernemers bekend raken met en gebruik kunnen maken van deze dienstverlening. Een beoogde uitstroom naar werk als zelfstandige mag de toegang niet beperken. Bovendien moet er een aanbod ontwikkeld of ingekocht worden om de heroriëntatie van de zelfstandige te ondersteunen. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan het aanbod dat een aantal zelfstandigenloketten reeds aan het ontwikkelen is. Ook zelfstandigenorganisaties (zoals ZZP Nederland, PZO, ONL en FNV Zelfstandigen) kunnen hierin adviseren.


Financiële rechtmatigheid en registreren Tozo-aanvragen en uitkeringen

Nu het laatste kwartaal van 2020 is aangebroken, neemt de noodzaak voor gemeenten toe om zich te richten op de financiële afwikkeling over 2020. Op deze pagina wordt uitgebreid ingegaan op rechtmatigheid en financiële verantwoording ten aanzien van Tozo 1, Tozo 2 en Tozo 3. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de werking van de ‘hardheidsclausule’ onder Tozo 1. Gemeenten wordt nadrukkelijk geadviseerd om zo snel mogelijk met de controle op rechtmatigheid aan de slag te gaan en om in contact te treden met hun accountant over de financiële verantwoording. Dit kan vervelende verrassingen voorkomen.

Graag benadruk ik verder het belang om de Tozo besluiten en uitkeringen levensonderhoud en leningen bedrijfskapitaal goed te registreren. Gemeenten krijgen namelijk op basis van de verantwoording aan het Rijk volgens het systeem van Single Information Single Audit (SiSa) de volledige bestedingen voor de verstrekte uitkeringen voor levensonderhoud en de leningen voor bedrijfskapitaal (indien rechtmatig) vergoed. In SiSa worden de bestedingen door gemeenten inclusief loonheffing (bruto) verantwoord. Daarnaast ontvangt de gemeente voor elk besluit op een aanvraag een vergoeding, ongeacht of dit een positief of negatief besluit is, dan wel een besluit om de aanvraag buiten behandeling te stellen. De vergoeding per besluit levensonderhoud Tozo 1 en 2 bedraagt € 450, de vergoeding per besluit bedrijfskapitaal Tozo 1 en 2 bedraagt € 800. SZW, VNG en Divosa zijn in gesprek over de hoogte van de vergoeding voor Tozo 3.

De ICT-leveranciers hebben de nodige aanpassingen verzorgd voor verwerking en registratie van de Tozo in gemeentelijke uitkeringssystemen. Voor sommige uitkeringssystemen geldt echter dat de gemeente de inrichting voor de Tozo-regelingen zelf moet verzorgen. Voor deze gemeenten heeft de softwareleverancier een handreiking beschikbaar gesteld. Het is raadzaam deze  handreiking nauwkeurig te volgen en de daarin beschreven werkwijze te implementeren.

Belangrijk aandachtspunt daarbij is dat voor de accountantscontrole en de verantwoording in SiSa onderscheid tussen de Tozo-regelingen 1, 2 en 3 - voor zowel Tozo-levensonderhoud als Tozo-bedrijfskapitaal - moet worden gemaakt. Dit onderscheid moet in zowel de aanvragenadministratie als in de uitkeringsadministratie worden geregeld. Het onderscheid hangt samen met de verschillende normenkaders die op de Tozo 1, 2 en 3 regelingen van toepassing zijn en met de controle op de geldstromen.


Meld onduidelijkheid en problemen

De invoering en uitvoering van de Tozo heeft het afgelopen half jaar veel van gemeenten gevraagd. Met veel flexibiliteit en inzet zijn grote aantallen zelfstandige ondernemers geholpen en ook de Tozo 3 vraagt veel van de gemeentelijke uitvoering. Hiervoor ben ik gemeenten erkentelijk. Ik zie het als een gezamenlijk belang, met het eind van het jaar in aantocht, dat de registraties tijdig op orde zijn voor de verantwoording. Meld daarom uw vragen, onduidelijkheden of problemen rond financiële rechtmatigheid c.q. verantwoording via financieringtozo@minszw.nl.


Registratie in de Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS)

Tozo-verstrekkingen worden geregistreerd in de Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS), die wordt beheerd door het CBS. De Tozo dient te worden opgegeven onder het Bbz-levensonderhoud of Bbz-bedrijfskapitaal. Voor de Tozo is code 6 'Tozo-regeling' toegevoegd aan het kenmerk Nadere Classificatie Bbz.

Voor de loonaangifte wordt bij het kenmerk “Code soort inkomstenverhouding/inkomenscode” de waarde 42 (Uitkering in het kader van bijstandsbesluit Zelfstandigen (Bbz)) meegegeven. De handreiking Tozo biedt in H4.7 en H10 nadere toelichting op registratie, financiering en verantwoording.

3. Versoepeling bijstandsregels voor jongeren tot 27 jaar (uitvoering motie Smeulders c.s.)

Met de motie Smeulders c.s. is het kabinet verzocht een aantal re-integratieinstrumenten waar jongeren tot 27 jaar nu van zijn uitgesloten tot 1 juli 2021 ook voor deze groep open te stellen. Het gaat om de vrijlating van inkomsten (uit arbeid), het vrijstellen van de vrijwilligersvergoeding en het vrijlaten van inkomsten uit arbeid van een alleenstaande ouder. Ook werd verzocht de zoektermijn van vier weken voor kwetsbare jongeren (tot 27 jaar) tot 1 juli 2021 buiten werking te stellen, en tot 1 juli 2021 gemeenten de ruimte te geven om de zoektermijn ook bij andere jongeren tot 27 jaar niet toe te passen.

Aan de motie geef ik invulling door middel van een nota van wijziging op het voorstel voor een Tijdelijke wet Covid-19 SZW en JenV die al aan de Kamer is aangeboden. Wat betreft de vrijlating van inkomsten en het categoriaal buiten werking stellen van de vier weken zoekperiode voor specifieke groepen kwetsbare jongeren streef ik ernaar om de wijziging te laten ingaan per 1 november 2020. Gemeenten worden hier op een later moment over geïnformeerd. Daarnaast verleng ik de mogelijkheid om maatwerk toe te passen ten aanzien van de regels omtrent de vier weken zoektermijn voor jongeren onder 27 jaar van 1 oktober 2020 tot 1 juli 2021. Ook deze maatregel wordt in de Participatiewet verankerd. Aan deze wijziging wordt terugwerkende kracht verleend tot 1 oktober 2020.

Gemeenten mochten in de periode 1 maart 2020 tot 1 oktober 2020 afwijken van de regels rond de verplichte zoektermijn van vier weken voor jongeren van 18 tot 27 jaar. Zie ook Gemeentenieuws van SZW extra ivm Coronamaatregelen editie 2 en Kamerstukken II 2019/20, 2020Z09805. Ik vraag gemeenten om ook na 1 oktober 2020 bij het hanteren van de vier weken zoektermijn individueel maatwerk toe te passen om financiële problemen bij jongeren die plotseling zonder werk en inkomsten komen te zitten zoveel mogelijk te voorkomen. Ik vraag gemeenten om daarbij zorgvuldig de afweging te maken en de kansen die de huidige arbeidsmarkt biedt te benutten en waar mogelijk jongeren te ondersteunen bij het zoeken naar werk en scholing.

4. Deel macrobudget gereserveerd voor effecten COVID-19 op bijstand

Door de coronacrisis stijgt het beroep op de bijstand op grond van de Participatiewet. De impact van COVID-19 op de werkgelegenheid is ongelijk verdeeld over het land. Ik verwacht dat de groei van de bijstand ook ongelijk over het land verdeeld zal zijn. In de reguliere verdelingssystematiek van de bijstandsbudgetten wordt op de korte termijn mogelijk onvoldoende rekening gehouden met deze ongelijke verdeling van de effecten van de coronacrisis. Daarom heb ik het Besluit Participatiewet voor de duur van één jaar aangepast, zodat hier in de verdelingssystematiek rekening mee gehouden kan worden.

Bij de toekenning van de voorlopige budgetten voor 2021 wordt € 327,2 miljoen uit het macrobudget Participatiewetuitkeringen gereserveerd voor de te verwachten extra bijstandslasten als gevolg van COVID-19. Begin 2021 vindt een verkenning plaats of de verschillen in COVID-19 effecten een andere verdeling rechtvaardigen. Indien dit het geval is wordt in de loop van 2021 een verdeelsleutel uitgewerkt die ik bij ministeriële regeling zal laten vastleggen. Zo niet, dan volgt het deelbudget de reguliere verdeelsleutel. Ik zal VNG en gemeenten betrekken bij dit proces. De € 327,2 miljoen wordt uitgekeerd in het laatste kwartaal van 2021.

5. Coulanceregeling aanvraagprocedure doelgroepverklaring loonkostenvoordelen stopt vanaf 1 oktober 2020

Vanaf 1 oktober 2020 geldt voor alle doelgroepverklaringen loonkostenvoordelen weer de oude regeling voor de aanvraag van deze doelgroepverklaringen. De aanvraagtermijn is vanaf 1 oktober 2020 weer drie maanden. Nogmaals verlengen is niet mogelijk.

Vanwege de coronacrisis is er tijdelijk een coulanceregeling voor het aanvragen van doelgroepverklaringen ingesteld voor de loonkostenvoordelen op grond van de Wet tegemoetkomingen loondomein. Dit om werkgevers de tijd te geven hun processen op orde te brengen in de nieuwe situatie die de coronacrisis heeft veroorzaakt. Werkgevers kregen hierdoor drie maanden langer de tijd om een doelgroepverklaring voor hun werknemers aan te vragen. Dit betekende dat werkgevers in totaal zes maanden de tijd hadden om de doelgroepverklaring aan te vragen. Ook gemeenten kregen tijdelijk zes maanden de tijd om de doelgroepverklaring af te geven voor het loonkostenvoordeel voor ouderen. Het gaat om de regeling voor de werknemer van 56 jaar of ouder die een uitkering op grond van de Participatiewet (inclusief Bbz), IOAW of IOAZ ontvangt. Ook voor gemeenten geldt dat de aanvraagtermijn voor deze doelgroepverklaringen vanaf 1 oktober 2020 weer drie maanden is.

Verlenging van de aanvraagtermijn met zes maanden was alleen mogelijk voor de doelgroepverklaringen die zijn aangevraagd tussen 17 maart 2020 en 30 september 2020. Verlenging is niet meer mogelijk vanwege de volgende reden. Als werkgevers dienstverbanden aan gaan in het laatste kwartaal van 2020 (1 oktober 2020 – 31 december 2020), maar hiervoor niet binnen drie maanden een doelgroepverklaring aanvragen, kunnen deze dienstverbanden in 2021 niet meegenomen worden voor de toekenning van loonkostenvoordelen (op 1 maart is de definitieve vaststelling). Dit zou tot gevolg hebben dat werkgevers geen loonkostenvoordelen zouden ontvangen voor deze werknemers. Dit is onwenselijk. Om dit te voorkomen geldt vanaf 1 oktober 2020 de wettelijke aanvraagtermijn van drie maanden na indiensttreding weer. Dit betekent dat voor alle doelgroepverklaringen die worden aangevraagd voor dienstverbanden die zijn gestart op of na 1 oktober 2020 weer de normale termijn van drie maanden geldt.

Voor algemene informatie over de aanvraagprocedure van de doelgroepverklaring wordt u verwezen naar het Kennisdocument Wtl.