Gemeentenieuws van SZW 2020-extra ivm Coronamaatregelen

Bericht aan Burgemeester en Wethouders en andere belangstellenden. De staatssecretaris vraagt, mede namens de minister, uw aandacht voor de onderstaande berichten van het ministerie van SZW.

Inleiding

Met deze extra editie van het Gemeentenieuws van SZW informeer ik u graag over de voor u relevante SZW-maatregelen in verband met het Coronavirus. Op 17 maart 2020 heeft het kabinet vanwege het Coronavirus uitzonderlijke economische maatregelen aangekondigd met als doel om naast gezondheid ook banen en het inkomen van mensen te beschermen en de gevolgen voor het bedrijfsleven op te vangen. De kamerbrief over het volledige pakket maatregelen leest u hier. Op de website van de Rijksoverheid vindt u bovendien altijd de laatste informatie over ontwikkelingen rondom het Coronavirus.

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) biedt zelfstandig ondernemers ondersteuning als zij in financiële problemen komen als gevolg van de coronacrisis. Zelfstandig ondernemers kunnen als zij aan de voorwaarden voldoen een uitkering krijgen voor levensonderhoud en/of een lening voor bedrijfskrediet. De uitkering vult het inkomen aan tot het sociaal minimum. Het bedrijfskrediet bedraagt maximaal 10.157 euro. De Tozo wordt uitgevoerd door de gemeenten. Op 17 april zijn beschikkingen aan gemeenten verzonden met een tweede voorschot van in totaal € 1,2 miljard. Dit komt bovenop het eerdere voorschot van in totaal € 250 miljoen. Zie hier de hoogte van de voorschotten per gemeente.

Op 21 april is de AMvB Tozo gepubliceerd. Vanaf die datum kunnen gemeenten  ondernemers op grond van deze regeling een uitkering levensonderhoud en/of lening bedrijfskrediet verstrekken. Veel gemeenten hebben zelfstandig ondernemers al geholpen met een voorschot, dat met de Tozo-uitkering kan worden verrekend. Ik begrijp dat de uitvoering van de Tozo veel vraagt van gemeenten en andere uitvoeringsorganisaties. Zo is de huidige schatting op basis van monitoring dat er al 300.000 aanvragen voor de Tozo zijn gedaan. Ik wil graag mijn waardering uitspreken voor het werk dat medewerkers bij gemeenten in deze bijzondere tijden verzetten.

Zelfstandig ondernemers kunnen tot en met uiterlijk 31 mei Tozo aanvragen. De uitkering kent een maximum duur van 3 aaneengesloten maanden, en kan als de ondernemer dat noodzakelijk acht terugwerken tot 1 maart. Binnenkort besluit het kabinet of de Tozo verlengd wordt. VNG, Divosa en het ministerie van SZW werken samen om gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van de Tozo. Op de sites van VNG en Divosa vindt u de toolkit Tozo, met onder andere:

  • Een modelaanvraagformulier;
  • De handreiking Tozo;
  • Een set modelbrieven- en beschikkingen die volledig in lijn zijn met de AMvB Tozo en die door gemeenten gebruikt kunnen worden. Binnenkort verschijnen ook extra modelbrieven en –beschikkingen die gebruikt kunnen worden bij de controle en eventuele terugvordering;
  • Antwoorden op veel gestelde vragen.

Ik vind het belangrijk dat de aanvraagprocedure voor de Tozo eenvoudig is. Het is niet nodig en ook onwenselijk meer gegevens uit te vragen dan de regeling aangeeft. Zo is het niet nodig om ondernemers een uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel te vragen. Gemeenten kunnen via Suwinet-inkijk controleren of de aanvrager eigenaar is van het bedrijf waarvan het KvK-nummer wordt opgegeven. De Toolkit bevat een checklist die duidelijk maakt wat gemeenten minimaal bij de aanvraag moeten controleren en waar zij van de verklaring van de aanvrager uit kunnen gaan.

Ook sta ik samen met de VNG in contact met gemeentelijke leveranciers van ICT-systemen. Met hen heb ik het mogelijk gemaakt dat alle gemeenten via een collectieve aansluiting gebruik kunnen maken van een digitaal aanvraagformulier, waarbij gegevens vooraf kunnen worden ingelezen. Gemeenten zijn hierover door VNG en de ICT-leveranciers geïnformeerd.

In mijn antwoorden op Kamervragen over de Tozo en het wetgevingsoverleg dat plaatsvond op 14 april heb ik de Tweede Kamer toegezegd om de mogelijkheden te onderzoeken om de Tozo breder open te stellen voor grenswerkers, om voor mensen met een arbeidsbeperking een lager urencriterium van 800 uur per jaar te hanteren en om voor mensen boven AOW-leeftijd een aanvraag lening bedrijfskrediet mogelijk te maken. Ik werk deze regeling momenteel uit in afstemming met Divosa en VNG. Daarbij kijk ik expliciet naar de uitvoerbaarheid.

Loonkostensubsidie Participatiewet en de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW)

Het door het kabinet gepresenteerde pakket maatregelen in verband met de Coronacrisis bevat de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW). Op grond hiervan kan een werkgever die een omzetverlies verwacht (van minimaal 20%) bij UWV voor een periode van drie maanden een subsidie voor loonkosten aanvragen van maximaal 90% van de loonsom, afhankelijk van zijn omzetverlies. UWV verstrekt na aanvraag een voorschot van 80% van de gevraagde subsidie. Hierdoor kunnen bedrijven hun personeel blijven doorbetalen. Voorwaarde is dat bedrijven in de subsidieperiode geen personeel om bedrijfseconomische redenen ontslaan. Deze regeling vervangt de regeling werktijdverkorting.

De afgelopen tijd zijn er veel vragen gesteld over de samenloop van loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet met subsidie op grond van de NOW. Naar aanleiding hiervan merk ik op dat dubbele subsidiëring van loonkosten door de overheid in principe niet gewenst is. Daarom is verkend of de NOW-subsidie verrekend kan worden met de loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet. Dit blijkt onuitvoerbaar voor gemeenten. Daarom heb ik besloten de dubbele subsidiëring van de loonkosten, gegeven de bijzondere omstandigheden waarin wij nu verkeren, te accepteren. Ik heb dit de Tweede Kamer op 10 april jongstleden gemeld. De loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet loopt dus gewoon door, ook als een subsidie op grond van de NOW wordt toegekend. Dit is in deze bijzondere situatie ook een steun aan inclusief werkgeverschap, erop gericht om mensen met een beperking zoveel mogelijk in dienst te houden. De meldplicht die in de NOW-regeling is opgenomen om gemeenten de ruimte te geven om de verrekening uit te voeren, is bij nader inzien dus niet nodig en zal bij de eerstvolgende gelegenheid uit de NOW-regeling worden geschrapt.

Andere ondersteuning tijdens subsidie op grond van de NOW

Verder wil ik wijzen op overige vormen van ondersteuning. Werkgevers blijven, ook als zij een NOW-subsidie ontvangen, aanspraak houden op extra voorzieningen die samenhangen met de indienstneming van mensen uit de doelgroep banenafspraak, zoals de no-riskpolis en het loonkostenvoordeel banenafspraak. Ik heb dit gemeld in antwoord op vragen van de Kamer die ik met de brief van 10 april heb aangeboden. Het is vanwege de extra kwetsbare positie van deze werknemers belangrijk dat mensen met een arbeidsbeperking hier op basis van de huidige wet- en regelgeving een beroep op kunnen blijven doen en dat deze voorzieningen in deze periode door kunnen blijven lopen. Mogelijk is er meer begeleiding nodig, bijvoorbeeld in de vorm van een jobcoach. Het is van belang dat gemeenten hierbij kijken naar wat in het individuele geval nodig is.

Loonwaardebepaling en het Coronavirus, forfaitaire loonkostensubsidie

Als gevolg van de Coronacrisis dreigen vertragingen bij de loonwaardebepaling voor het berekenen van loonkostensubsidie in het kader van de Participatiewet. Ook de loonwaardebepaling door UWV in het kader van de Wajong ondervindt hiervan hinder. Loonwaardebepalers kunnen hun werk niet altijd doen op de werkplek van de werknemer vanwege het besmettingsrisico. Ook is de werknemer als gevolg van de Coronamaatregelen niet altijd op de werkplek aanwezig. Voor een zorgvuldige beoordeling van de arbeidsprestatie van een werknemer is een bezoek aan de werkplek essentieel. Tegelijkertijd belemmert vertraging van de loonwaardebepaling mensen met een arbeidsbeperking om aan het werk te komen, en het kan zelfs betekenen dat mensen met een arbeidsbeperking hun baan kwijtraken. Dat laatste is een risico wanneer een gemeente forfaitaire loonkostensubsidie heeft ingezet. Forfaitaire loonkostensubsidie is op grond van de Participatiewet voor maximaal zes maanden mogelijk en binnen die zes maanden moet een loonwaardebepaling plaatsvinden.

Voorwaarden loonwaardebepaling

De voorwaarden die gelden voor de loonwaardebepaling (namelijk een werkplekbezoek) en de voorwaarden die gelden bij de inzet van forfaitaire loonkostensubsidie (namelijk loonwaardebepaling met werkplekbezoek binnen zes maanden) vormen onder de huidige omstandigheden een risico voor de baankans en het baanbehoud van mensen met een arbeidsbeperking. Daarom wil ik gegeven deze omstandigheden in de periode 1 maart 2020 tot 1 juni 2020 enige coulance in de uitvoering toestaan. Ik heb de Tweede Kamer hier op 27 maart jongstleden schriftelijk over ingelicht. Dit betekent concreet dat de interviews voor de loonwaardebepalingen telefonisch mogen worden uitgevoerd in de periode van 1 maart tot 1 juni 2020. Voorwaarde daarbij is dat de telefonisch vastgestelde loonwaarde voor maximaal zes maanden geldt, en dat er zodra de omstandigheden zijn genormaliseerd zo spoedig mogelijk een werkplekbezoek plaatsvindt. De instanties die de meeste loonwaardebepalingen uitvoeren voor gemeenten (UWV en Dariuz) hebben al besloten om de interviews telefonisch uit te voeren. Andere aanbieders mogen dat dus ook. Ik wil benadrukken dat het niet de bedoeling is dat werkgevers in verband met de telefonische loonwaardebepaling extra worden belast.

Forfaitaire loonkostensubsidie

Gemeenten mogen, wanneer zij forfaitaire loonkostensubsidie hebben ingezet in de periode van 1 maart 2020 tot 1 juni 2020, de duur stilzwijgend verlengen voor een periode van maximaal zes maanden, als er geen tijdige loonwaardebepaling kan plaatsvinden. Ook hierbij geldt de voorwaarde dat er alsnog zo spoedig mogelijk een loonwaardebepaling met een werkplekbezoek plaatsvindt, zodra de omstandigheden genormaliseerd zijn. Voor de stilzwijgende verlenging hoeft geen beschikking te worden afgegeven. Het is uit oogpunt van kenbaarheid wel aan te raden om op de voor uw gemeente gebruikelijke manier te communiceren dat uw gemeente deze beleidslijn volgt. Dat kan bijvoorbeeld via de gemeentelijke website zijn.

Mogelijkheid om af te wijken van de 4 weken zoektermijn bij aanvragen bijstand

Jongeren tot 27 jaar hebben te maken met de zoektermijn van 4 weken alvorens een aanvraag voor bijstand ingediend mag worden. Gedurende die 4 weken is er nog geen bijstand mogelijk. Door de Coronamaatregelen kunnen plotseling inkomsten wegvallen waardoor er financiële problematiek ontstaat. Het op dit moment volledig vasthouden aan de zoektermijn van 4 weken kan tot knelpunten leiden. Ander werk is op dit moment lang niet overal voor handen en onderwijsvoorzieningen liggen veelal stil.

Daarom geef ik gemeenten, zoals gemeld in mijn kamerbrief  van 27 maart, voor de periode 1 maart tot 1 juni ruimte om van de 4 weken zoektermijn af te wijken, zodat financiële problemen voorkomen kunnen worden.

Indien een gemeente kiest om een melding van een jongere als aanvraag te behandelen dan mogen gemeenten Suwinet raadplegen ten behoeve van de aanvraag. Kiest een gemeente ervoor om de 4 weken zoektermijn wel te hanteren dan mag, net als nu, Suwinet niet geraadpleegd worden.

Platform NLwerktdoor actief voor vraag naar personeel in (cruciale) functies

Het Coronavirus heeft in een hele korte tijd gezorgd voor een nieuwe realiteit. Op het ogenblik is er als gevolg van de getroffen maatregelen veel uitval van productie en als gevolg daarvan een oplopende werkloosheid. Er zijn ook sectoren, zoals de zorg, logistiek, distributie, supermarkten, voedselketen, sommige bouwbedrijven, techniek die zitten te springen om mensen.

De uitdaging is om ervoor te zorgen dat vraag en aanbod elkaar weten te vinden, zodat het werk in deze vaak cruciale beroepen door kan gaan en mensen zoveel mogelijk aan het werk kunnen blijven. Daarom ben ik verheugd met het initiatief dat werkgevers, VNO-NCW, MKB Nederland, LTO, UWV, VNG, gemeenten, vakbonden, private intermediairs, SBB, MBO-Raad en de ministeries van SZW en OCW hebben genomen door een platform voor het bijeenbrengen van vraag en aanbod op te richten.

Het platform heet NLwerktdoor.nl en is nu in de lucht. Werkgevers kunnen hier terecht met hun vraag en hun aanbod naar personeel in (cruciale) functies. Ook worden meerdere regionale en sectorale initiatieven die ontstaan met elkaar verbonden.

De vraag van werkgevers wordt doorgeleid naar de samenwerkende partners en de Werkgeversservicepunten op regionaal niveau, die verantwoordelijk zijn voor de arbeidstoeleiding. Deze partijen – UWV, werkgevers, vakbonden, gemeenten en onderwijsinstellingen – hebben in 2019 en 2020 in alle 35 arbeidsmarktregio’s een werkende samenwerking gerealiseerd in het kader van Perspectief op Werk.

De opgave voor de samenwerkende partijen in de arbeidsmarktregio wordt in de komende periode breder; van het benutten van de hoogconjunctuur voor mensen die zonder hulp niet aan het werk komen, naar ook snel matchen op cruciale functies in deze crisistijd. Om een snelle match mogelijk te maken, ligt de nadruk vooral op de mensen die recent werkloos zijn geworden en werk zoeken. Het blijft de insteek om (ook) verder te gaan met de matching van mensen die niet zelfstandig aan het werk komen. Daarnaast blijft het belangrijk vakmensen te blijven opleiden voor nu en de arbeidsmarkt van morgen. Daarom gaan bedrijfsleven, beroepsonderwijs en de overheid extra inzetten op leerbanen.

Ik roep hierbij de partijen in de arbeidsmarktregio’s, waaronder de Werkgeversservicepunten, op om gezamenlijk aan de slag te gaan om snel te voldoen aan de vraag naar mensen in deze cruciale functies.

Ondersteuning gemeenten aan voedselbanken

Door toedoen van het Coronavirus hebben diverse gemeenten te maken met voedselbanken die in de problemen (kunnen gaan) komen. Die problemen variëren van een gebrek aan ervaren personeel, te weinig aanvoer van voedsel tot locaties die door de coronarichtlijnen niet langer geschikt zijn voor de uitgifte van voedselpakketten. Voedselbanken proberen lokaal naar oplossingen te zoeken.

Via deze weg roep ik gemeenten op om actief de samenwerking te (blijven) zoeken met de lokale voedselbank en hen bij hun opgave te ondersteunen. We zien in het land al veel lokale initiatieven ontstaan, zoals samenwerking met horeca, tuinders of vrijwilligers. Die creatieve oplossingen juichen wij van harte toe. Kijk hier voor meer informatie, ondersteuningsmogelijkheden en goede voorbeelden. Ik wil, samen met de VNG, gemeenten oproepen om, gezien de huidige situatie in Nederland, de ruimte die de Participatiewet biedt om bijvoorbeeld cadeaukaarten (ook indien deze voor voedsel zijn bestemd) niet in mindering te brengen op de reguliere bijstandsuitkering (artikel 31 tweede lid sub m Participatiewet), zoveel mogelijk te benutten.

Het uitgangspunt is dat er altijd een oplossing moet zijn voor inwoners die afhankelijk zijn van de voedselbank. Voedselbanken zullen lokaal eerst samen met gemeenten en andere lokale partijen een oplossing proberen te zoeken. De Rijksoverheid (ministeries van SZW en LNV), de VNG en Voedselbanken Nederland hebben gezamenlijk een actieteam gevormd dat helpt om knelpunten op te lossen. Is deze steun niet afdoende, dan kunnen voedselbanken als tijdelijke noodoplossing via de Voedselbanken Nederland een beroep doen op het calamiteitenfonds van Voedselbanken Nederland. Dit fonds wordt gevuld met middelen van Voedselbanken Nederland zelf en uit donaties. Het kabinet heeft eenmalig een subsidie van vier miljoen euro beschikbaar gesteld als vangnet voor het calamiteitenfonds. De noodsteun van het kabinet is een vangnet mochten de middelen in het fonds niet toereikend zijn

Factsheet gemeenten ‘Ramadan tijdens de Coronacrisis’

Bij gemeenten en andere partijen zijn er vragen en zorgen over de Ramadan tijdens de Coronacrisis, onder meer over de organisatie van iftars, avondgebeden (taraweeh), het samenzijn met elkaar en familie, donaties tijdens de Ramadan en (mogelijke) samenscholing van jongeren.  De factsheet 'Ramadan tijdens de coronacrisis' biedt gemeenten richtlijnen hoe hierover het gesprek te voeren. De factsheet is ontwikkeld door de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS).