Gemeentenieuws van SZW 2019-6

Bericht aan Burgemeester en Wethouders en andere belangstellenden. De staatssecretaris vraagt, mede namens de minister, uw aandacht voor de onderstaande berichten van het ministerie van SZW.

1. Aanpassingen verrekening intertemporele tegemoetkoming

Het ministerie van SZW heeft in de jaren 2016 en/of 2017 aan gemeenten (die hiervoor een aanvraag hebben ingediend) een voorschot toegekend op de uitkering Participatiewet om het college van middelen te voorzien voor kosten van algemene bijstand, uitkeringen en loonkostensubsidies ten behoeve van vergunninghouders (Besluit van 30 november 2016 tot aanpassing van het Besluit Participatiewet op de uitkering in de jaren 2016 en 2017).

Het voorschot wordt in acht jaarlijks gelijke delen verrekend. De verrekening voor het voorschot 2016 en 2017 is gestart in respectievelijk 2018 en 2019 en zal voor het laatst plaatsvinden in respectievelijk 2025 en 2026. Verrekening vindt maandelijks plaats. 

Ter verlichting van de administratieve lasten zal vanaf het jaar 2020 verrekening één keer per jaar  gaan plaatsvinden, in de maand oktober.

2. Advies Gezondheidsraad over ME/CVS

Op 14 juni 2019 heb ik aan de Kamer toegezegd de gemeenten te informeren over een advies dat de Gezondheidsraad 19 maart 2018 heeft uitgebracht over ME/CVS (Myalgische Encefalomyelitis/ Chronische vermoeidheidssyndroom). Informatie over dit rapport vindt u hier.

In dit advies doet de Gezondheidsraad onder andere de aanbeveling dat: “Medische beoordelaars in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet langdurige zorg en Participatiewet erkennen dat ME/CVS een ernstige ziekte is die gepaard gaat met substantiële functionele beperkingen en beschouwen de keus van een patiënt om geen CGT of oefentherapie te doen niet als “niet adequaat herstelgedrag.”

Bij de uitvoering van de Participatiewet is het aan gemeenten om te bepalen of zij ten behoeve van de arbeidsinschakeling, op advies van een arts, aan de bijstandsverstrekking de verplichting opnemen tot meewerken aan medisch onderzoek/behandeling. Het is vervolgens aan gemeenten om in individuele situaties te beoordelen of zo’n verplichting kan worden opgelegd aan een individu en of een verplichting proportioneel is.

3. Loonkostensubsidie tijdens dienstverband

Regelmatig ontvangt het ministerie van SZW vragen hoe het zit met de aanspraken voor werkgevers, zoals de no-riskpolis, het loonkostenvoordeel (of LIV) en het meetellen voor de banenafspraak, wanneer voor iemand die al werkt alsnog loonkostensubsidie wordt ingezet. Dit wordt hieronder toegelicht.

In beginsel kan loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet alleen worden ingezet als een werkgever van plan is om een dienstbetrekking aan te gaan met iemand die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Met andere woorden: als de dienstbetrekking al gestart is, kan naderhand niet alsnog loonkostensubsidie worden toegekend.

Een uitzondering hierop bestaat voor jongeren die in de periode van zes maanden voorafgaande aan de start van de dienstbetrekking deelnamen aan het praktijkonderwijs (pro), het voortgezet speciaal onderwijs (vso) of een mbo-entreeopleiding. Voor hen kan op aanvraag dus ook loonkostensubsidie worden ingezet als zij al werken. In die gevallen kan alleen loonkostensubsidie worden toegekend die gebaseerd is op loonwaarde op grond van een loonwaardebepaling, dus geen forfaitaire loonkostensubsidie (waarvoor geen loonwaardebepaling nodig is).

Er zijn dan twee situaties mogelijk:

  1. de jongere is als hij gaat werken al opgenomen in het doelgroepregister banenafspraak;
  2. de jongere is als hij gaat werken nog niet opgenomen in het doelgroepregister.

Situatie 1: De werkende jongere is als hij gaat werken al opgenomen in het doelgroepregister.

Dit kan het geval zijn als de jongere een vso/pro-achtergrond heeft en zich, voordat hij gaat werken, al via het ABA-formulier bij UWV heeft aangemeld voor registratie in het doelgroepregister. Ook is het mogelijk dat de jongere een indicatie banenafspraak van UWV heeft gekregen.

De werkgever komt vanaf het moment dat de jongere gaat werken in aanmerking voor de no-riskpolis en het LKV en de baan telt mee voor de banenafspraak. De toekenning van loonkostensubsidie tijdens het dienstverband brengt hierin geen verandering.

Situatie 2: De werkende jongere is als hij gaat werken nog niet opgenomen in het doelgroepregister banenafspraak.

In deze situatie geldt het volgende: bij de toekenning van de loonkostensubsidie (in deze gevallen dus tijdens de dienstbetrekking) wordt de loonwaarde bepaald. Als de jongere een loonwaarde onder het WML heeft kan de loonkostensubsidie worden toegekend en kan de gemeente deze jongere via de Praktijkroute in het doelgroepregister voor de banenafspraak aanmelden.

Werkgevers komen voor deze jongeren na de bepaling van de loonwaarde in aanmerking voor de no-riskpolis en hun baan gaat meetellen voor de banenafspraak. Het loonkostenvoordeel (LKV) is niet van toepassing, omdat het LKV alleen bij de start van een dienstbetrekking kan worden toegekend. Het Lage inkomensvoordeel (LIV) kan wel van toepassing zijn als aan de voorwaarden voor het LIV wordt voldaan.

Samengevat:

Situatie

No-riskpolis

Loonkostenvoordeel

LIV

Baan telt mee

Jongere die al werkt en bij de start van het dienstverband al was opgenomen in het doelgroepregister

Ja, vanaf de start van de dienstbetrekking

Ja, vanaf de start van de dienstbetrekking

LKV gaat voor op LIV

Ja, vanaf de start van de dienstbetrekking

Jongere die al werkt en bij de start van het dienstverband nog niet was opgenomen in het doelgroepregister

Ja, als de loonwaarde wordt vastgesteld<WML (aanmelding via  Praktijkroute  voor de doelgroep)

Nee, want betrokkene werkte al voordat hij tot de doelgroep ging behoren

Ja, mits aan de voorwaarden voor LIV wordt voldaan

Ja, als de loonwaarde wordt vastgesteld<WML (aanmelding via  Praktijkroute voor de doelgroep)

4. Nieuw programma ‘Divers & inclusief’: themabijeenkomsten voor bestuurders

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) starten het bestuurlijke programma ‘Divers & inclusief’. Tijdens diverse themabijeenkomsten in 2019 en 2020, verspreid over het hele land, en een ‘Nacht van de Verscheidenheid’ vragen wij lokale bestuurders om met ons mee te denken over de betekenis van groeiende diversiteit op lokaal niveau. De eerste bijeenkomst vindt plaats op woensdag 2 oktober 2019 in Amersfoort.

Waarom dit programma?

Recent onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) laat zien dat in relatief korte tijd de diversiteit naar herkomst flink is toegekomen en tegelijk lokaal van karakter verschilt. Deze verandering brengt nieuwe vraagstukken mee voor het samenleven met elkaar. Onderzoek van Van de Bunt Adviseurs laat zien dat veel gemeenten zoeken naar de juiste manier om op die groeiende diversiteit in te spelen. Sommige gemeenten hebben nog een specifiek integratiebeleid, voor andere maakt integratie deel uit van bijvoorbeeld wonen, werk of zorg en ondersteuning en weer andere gemeenten kiezen voor een programmatische aanpak rondom de vraag ‘hoe leven wij samen in deze gemeente?’. Over het algemeen lijken de meeste gemeenten terughoudend om een duidelijk beleid te formuleren, soms bewust en met reden, soms ook onbewust. Op 10 december 2018 heeft een verkennende bijeenkomst plaatsgevonden met wethouders en beleidsmakers. Daaruit bleek dat gemeenten behoeften hebben aan ondersteuning bij het vormen van een duidelijk handelingsperspectief.

De VNG en het ministerie van SZW hebben daarom het initiatief genomen tot het programma ‘Divers & inclusief’ waarin samen met bestuurders van gemeenten antwoorden geformuleerd worden op vraagstukken die hieraan gerelateerd zijn. Het lokale bestuur heeft in dit vraagstuk een belangrijke rol te vervullen. Het doel is om op basis van bestuurlijke dilemma’s, inspirerende voorbeelden en praktische mogelijkheden de aanpak van dit vraagstuk te operationaliseren voor de gemeentelijke context. Dat doen wij aan de hand van door het lokale bestuur aangedragen vraagstukken, lokale ervaringen, in gesprek met direct betrokkenen, ondersteund door actuele wetenschappelijke en praktische inzichten. De opgedane lessen worden op aantrekkelijke wijze beschikbaar gesteld op de website van de VNG aan een ieder die van dit samenlevingsvraagstuk een succes wil maken.

Aanmelden

Bent u een lokale bestuurder, burgemeester of wethouder en geïnteresseerd in dit programma? Dan kunt u zich hier aanmelden voor de startbijeenkomst in Amersfoort op 2 oktober 2019. Meer informatie is te vinden op de website van de VNG .