Kabinet trekt lessen uit rapport over luchtaanval Hawija
Namens het kabinet heeft minister Brekelmans van Defensie vandaag gereageerd op het rapport van de commissie Sorgdrager. Deze onderzocht een luchtaanval in Hawija, Irak, in 2015 gericht tegen een autobommenfabriek van de terreurorganisatie ISIS. Hoewel het kabinet van oordeel is dat de aanval rechtmatig was, is het vreselijk dat daarbij desondanks onbedoeld burgerslachtoffers zijn gevallen en veel schade is ontstaan. Het kabinet betreurt dit en biedt hiervoor haar excuses aan. Brekelmans bracht die deze week over aan de burgemeester van Hawija.
Het onafhankelijke onderzoek naar de aanval en de nasleep gebeurde in opdracht van Defensie en op verzoek van de Tweede Kamer.
De commissie concludeerde dat er bij de aanval op het ISIS-doelwit (loodsen met (zelfmoord) bomauto’s) in Hawija, de aanwezigheid van een grote hoeveelheid springstof onopgemerkt is gebleven door de inlichtingendiensten. Hierbij zijn ten minste 70 burgerslachtoffers gevallen.
Het onderzoeksrapport gaat in op de wijze waarop destijds verantwoording werd afgelegd over deze wapeninzet. Vanaf de besluitvorming over de inzet en de inrichting van de missie tot aan de verantwoording richting Tweede Kamer, zijn fouten gemaakt. Het kabinet vindt de conclusies die de commissie hierover trekt stevig en pijnlijk. In lijn met voorgangers biedt het kabinet daarom opnieuw excuses aan, niet alleen voor het onjuist en onvolledig informeren van de Tweede Kamer, maar ook voor het feit dat het zo lang duurde voordat alle informatie beschikbaar was.
Maatregelen
In een oorlog met een agressor zoals ISIS is er altijd sprake van verlies en schade, maar er rust een verantwoordelijkheid op Defensie om dit zoveel als mogelijk te voorkomen. Defensie heeft in de afgelopen jaren reeds diverse stappen gezet. Tegelijk erkent het kabinet dat deze ontwikkeling nog in volle gang is. Dit rapport helpt het kabinet om op basis van nieuwe inzichten aanvullende stappen te zetten.
Zo werkt Nederland aan een betere inlichtingenpositie tijdens missies en streeft naar meer transparantie. Ook wordt bekeken of tijdens missies meer informatie is te geven over Nederlandse wapeninzet. Daarnaast wordt gewerkt aan het verder verbeteren van de informatiehuishouding. Ook is Defensie bereid te inventariseren of het mogelijk is om additionele middelen beschikbaar te stellen voor aanvullende projecten die de gemeenschap in Hawija in algemene zin kunnen helpen. In overleg met onder andere lokale autoriteiten zal bepaald worden of en hoe deze middelen kunnen worden aangewend.
Operation Inherent Resolve
In januari 2014 rukte ISIS in rap tempo op in Irak en Syrië. De terreurgroep zaaide angst en legde strikte salafistische regels op. De Iraakse regering vroeg steun van de internationale gemeenschap voor de oorlog tegen de terreurgroep. Dat leidde tot OIR. Nederland droeg twee keer bij aan de luchtcampagne van de operatie. In totaal voerden Nederlandse F-16’s circa 3.000 missies uit. Daarbij zijn meer dan 2.100 keer wapens ingezet. Nederland leverde daarmee een belangrijke bijdrage aan het bestrijden van ISIS.