Invulling van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo per 1 januari 2027
Het kabinet gaat de huidige vaste eigen bijdrage in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) vervangen door een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage (ivb) per 1 januari 2027. Het wetsvoorstel wordt op korte termijn door staatssecretaris Maeijer (Langdurige en Maatschappelijke Zorg) naar de Tweede Kamer gestuurd.
Door de huidige vaste eigen bijdrage van € 21 per maand wordt er veel meer gebruik gemaakt van hulp uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 dan bij de invoering van dit abonnementstarief in 2019 werd verwacht. Ook door mensen die deze hulp particulier kunnen betalen en regelen. Dit heeft geleid tot wachtlijsten en hogere kosten voor gemeenten, die de voorzieningen van deze hulp betalen. Door de dubbele vergrijzing neemt deze druk de komende jaren nog meer toe. Met de invoering van een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage verwacht het kabinet de druk op voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 te verminderen.
Staatssecretaris Maeijer: “We zien dat hulp uit de Wet maatschappelijke ondersteuning onder druk staat. Juist voor mensen die deze hulp het hardst nodig hebben, moeten we maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat voor hen – ook in de toekomst – genoeg ondersteuning beschikbaar blijft.”
Eigen bijdragen per 1 januari 2027
Hoe hoger het inkomen en vermogen, hoe hoger de eigen bijdrage. Dit betekent dat alleenstaanden met een inkomen tot circa € 24.500 per jaar, niet meer betalen dan de minimale bijdrage van € 23,60 per maand. Voor meerpersoonshuishoudens gaat het om een inkomen tot circa € 34.000 per jaar.
De eigen bijdrage loopt vanaf deze inkomensgrenzen op tot maximaal € 328 per maand. Deze maximale maandelijkse bijdrage geldt voor alleenstaanden met een jaarinkomen vanaf circa € 61.000 en voor meerpersoonshuishoudens met een jaarinkomen vanaf circa € 70.500.
Gemeenten kunnen naar eigen inzicht besluiten dat één of meerdere groepen op basis van hun inkomen geen eigen bijdrage hoeven te betalen. Wanneer iemand financieel in de knel zit, kan de gemeente ook op individueel niveau iemand vrijstellen van de eigen maandelijkse bijdrage.