Wet vergoeding affectieschade werkt goed, uitbreiding naar broers en zussen
De Wet vergoeding affectieschade, die op 1 januari 2019 in werking is getreden, functioneert goed. Dat blijkt uit de evaluatie in opdracht van het WODC. Staatssecretaris Rechtsbescherming, Teun Struycken, schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat de wet in algemene zin voldoet aan haar doelstelling: het bieden van erkenning en genoegdoening aan naasten voor het leed dat zij ervaren als een dierbare overlijdt of ernstig en blijvend gewond raakt door toedoen van een ander. Dit kan bijvoorbeeld door een misdrijf zijn, een verkeersongeval of een medische fout. Op een aantal punten is verbetering mogelijk. Zo is in het regeerprogramma reeds opgenomen dat ook broers en zussen de mogelijkheid krijgen aanspraak te maken op vergoeding van affectieschade. Dat is in overeenstemming met een belangrijke uitkomst van de evaluatie van de wet.
Positief en weinig discussie
Uit de evaluatie blijkt dat de wet erkenning biedt aan naasten zonder al teveel discussie. Het gaat dan om de partner van het slachtoffer, de kinderen en ouders, of personen die een vergelijkbare relatie hebben met het slachtoffer. De vaste kring van naasten die aanspraak kunnen maken op de vergoeding en de vaste bedragen die hiervoor gelden, voorkomen discussie. Ook de doorlooptijd en informatie over de afhandeling worden als goed ervaren. Gemiddeld waarderen de mensen die een vergoeding ontvangen dit met een 7,9. De onderzoekers constateren in de evaluatie dat dit een bijzondere score is, als men bedenkt hoe moeizaam het is om het verlies van een naaste te vertalen naar geld en om de gevoelige materie van deze wet te gieten in vaste regels. De huidige opzet van de wet wordt dan ook niet gewijzigd.
Uitbreiding naar broers en zussen
In het regeerprogramma is opgenomen dat in de toekomst ook broers en zussen aanspraak kunnen maken op vergoeding van affectieschade. Het wetsvoorstel dat dit regelt gaat naar verwachting eind 2025 in consultatie en strookt met de uitkomsten van de evaluatie.
Teun Struycken: “Als iemand slachtoffer is van een ongeval of misdrijf en komt te overlijden of ernstig en blijvend letsel heeft, dan heeft dat niet alleen grote impact op het slachtoffer zelf maar ook op diens naasten. Dat geldt ook voor broers en zussen. Zeker als zij nog met het slachtoffer samenwonen in gezinsverband. Maar ook voor uitwonende broers en zussen kan de impact groot zijn. Denk bijvoorbeeld aan belangrijke levensgebeurtenissen als een huwelijk, geboorte of sterfgeval die niet samen meer gedeeld kunnen worden. Daarom zullen we de wet zo aanpassen dat ook broers en zussen recht hebben op vergoeding van affectieschade.”
Bedragen verhogen
De prijsontwikkelingen van de afgelopen jaren zijn aanleiding de bedragen van de vergoeding te verhogen. Sinds de invoering van de wet in 2019 is dat niet gebeurd. Het gaat om een verhoging van ongeveer 12,5%. Daarmee wordt de minimale vergoeding € 14.000 en de maximale vergoeding gaat naar € 22.500. Ook zal bij verzekeraars en het CJIB, die betrokken zijn bij het aanbieden van de vergoeding, aandacht worden gevraagd voor een betere informatievoorziening en een meer persoonlijke en empathische manier van afhandelen. Door oog te hebben voor de impact van gebeurtenissen kan een bijdrage worden geleverd aan het gevoel van erkenning en daarmee aan herstel van het leed dat mensen ervaren.
_____________________________________________________________________________
Wat houdt de wet in?
De Wet vergoeding affectieschade maakt het voor naasten van slachtoffers mogelijk aanspraak te maken op een schadevergoeding. Ook zij hebben verdriet van het ongeval of misdrijf dat het slachtoffer is overkomen en zullen hun leven anders moeten vormgeven. De bedoeling van de schadevergoeding is om te laten zien dat het verdriet wordt gezien (erkend). Bijvoorbeeld een kind dat wordt aangereden en levenslang ernstig gehandicapt blijft. Of een partner die komt te overlijden door een medische fout. Ook een geweldsmisdrijf kan de oorzaak zijn van het ernstige en blijvende letsel of het overlijden. Vergoeding van affectieschade neemt het leed van naasten van slachtoffers niet weg. Maar biedt wel erkenning, genoegdoening en helpt bij de verwerking.
De partner van het slachtoffer, de kinderen en ouders, of zij die een vergelijkbare relatie hebben met het slachtoffer, komen in aanmerking voor een vergoeding van affectieschade. Hierbij worden gestandaardiseerde vergoedingen gebruikt om pijnlijke en langdurige discussies te voorkomen over de band met het slachtoffer, de mate van leed en de vraag wat een gepast bedrag aan schadevergoeding zou zijn.
Kijk voor meer informatie: Vergoeding affectieschade: smartengeld voor naasten van slachtoffers | Slachtofferbeleid | Rijksoverheid.nl