Kabinet zet in op waterstof- en CO2-infrastructuur in Delta Rhine Corridor
Om de verduurzaming van de industrie te versnellen en verdere vertraging van de Delta Rhine Corridor (DRC) te voorkomen, heeft het kabinet besloten prioriteit te geven aan waterstof- en CO₂-infrastructuur. Deze beslissing draagt bij aan de tijdige overstap naar duurzame energie, om Nederland minder afhankelijk te maken van het buitenland en om de klimaatdoelen te halen. Het besluit biedt duidelijkheid aan betrokkenen en legt een stevige basis voor een schonere industrie. Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) informeert vandaag, mede namens minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) en minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), de Tweede Kamer over dit besluit.
Belangrijke stap in verduurzaming van industrie
De Delta Rhine Corridor is een grootschalig project om ondergrondse leidingen aan te leggen vanuit de Rotterdamse haven, via Moerdijk naar Duitsland. Dit project is essentieel voor de toekomst van onze industrie. Het aanleggen van buisleidingen voor waterstof en CO₂ verlaagt de uitstoot van broeikasgassen en voorziet de industrie van de benodigde infrastructuur om schoner te produceren. Dit levert niet alleen een bijdrage aan de klimaatdoelen, maar versterkt ook de ontwikkeling van een duurzame economie.
Snellere realisatie en duidelijkheid
Het oorspronkelijke plan voor de DRC, waarin meerdere modaliteiten zoals ammoniak en gelijkstroomkabels werden gecombineerd, bleek te ambitieus en complex. Onderlinge afhankelijkheid en ruimtelijke beperkingen leidden tot aanzienlijke vertragingen. Door het project nu te richten op waterstof en CO₂, belangrijk voor de verduurzaming van de industrie, kan het project verder en ontstaat duidelijkheid voor alle betrokken partijen.
Hierdoor kunnen de waterstof- en CO₂-leidingen volgens een heldere tijdlijn worden gerealiseerd, met een geplande afronding tussen 2031-2033. Dit biedt bedrijven de zekerheid om de benodigde investeringen in duurzame technologie te blijven doen. Tegelijkertijd versterkt het de positie van Nederland als internationale waterstofhub en betrouwbare locatie voor CO₂-opslag.
Gevolgen voor ammoniak en gelijkstroomkabels
Het kabinet heeft ervoor gekozen om ammoniak uit het DRC-project te halen. Dit plan is nog onvoldoende uitgewerkt en heeft meer tijd nodig. Ook is besloten een herbruikbare buisleiding niet in het project op te nemen vanwege dezelfde reden. De mogelijkheid om deze onderdelen later te realiseren blijft open.
Ook de gelijkstroomkabels die nodig zijn voor de zogenaamde diepe aanlandingen van windenergie op zee (de infrastructuur die nodig is om de opgewekte elektriciteit van offshore windparken naar het vasteland te transporteren) vallen nu buiten het project. Dit heeft gevolgen voor de tijdige beschikbaarheid van groene stroom in Nederland. De inschatting van Tennet is dat de aanleg van de kabels dan pas vanaf 2040 wordt gerealiseerd. Daarom wordt er met spoed naar alternatieve routes gezocht.
Besluit voorkomt verdere vertraging
Het kabinet erkent de impact van dit besluit, maar benadrukt dat vasthouden aan de oorspronkelijke integrale aanpak álle onderdelen ernstig zou vertragen. Met deze keuze ontstaat ruimte om de benodigde waterstof- en CO₂-infrastructuur aan te leggen, waardoor de verduurzaming van de industrie kan versnellen. Dit biedt betrokken partijen zekerheid en versterkt de internationale samenwerking, onder andere met Duitsland als partner.