Volgende stap in onderzoek om Ameland bereikbaar te houden
Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft besloten te starten met een officiële MIRT-verkenning naar een toekomstbestendig bereikbaar Ameland. Na deze verkenning zal een keuze worden genomen welke oplossing het beste is voor een duurzame verbinding met het eiland.
Een levensader in veranderende omstandigheden
De huidige vaarverbinding vanuit Holwert naar Ameland is de levensader voor de bewoners en ondernemers op het eiland. Daarnaast maken jaarlijks honderdduizenden toeristen gebruik van de vaarverbinding om te genieten van het unieke landschap en natuur van Ameland en het Waddengebied. Die verbinding moet worden behouden.
De Waddenzee is echter een dynamische omgeving, waarin het landschap steeds verandert door getij, stroming en wind. Door sterke sedimentatie wordt het wad tussen Ameland en de Friese kust steeds hoger en de vaargeul ondieper. Om de vaargeul naar Ameland bevaarbaar te houden wordt deze dagelijks gebaggerd. De verwachting is dat het dichtslibben van de vaargeul ook in de toekomst doorgaat en dat het dagelijks baggeren op termijn niet houdbaar is.
Minister Madlener: “Er kan geen twijfel over bestaan hoe belangrijk het is om tot een duurzame oplossing te komen voor de vaarverbinding tussen het vasteland en Ameland. Het is de levensader voor de inwoners daar. Met dit besluit wil ik de bewoners het vertrouwen geven dat IenW het eiland ook in de toekomst bereikbaar zal houden.”
Sober en doelmatig
Het ministerie van IenW start daarom een verkenning naar mogelijke oplossingsrichtingen. Als basis wordt gekeken naar 2 hoofdopties. Als 1e het optimaliseren van de huidige situatie vanuit Holwert, en als 2e het verplaatsen van de veerdam vanuit Holwert naar Ferwert. Er zal breed worden gekeken naar deze 2 opties zodat niet alleen de effecten op bereikbaarheid worden onderzocht maar ook de effecten op bijvoorbeeld de natuur, veiligheid, economie, leefbaarheid en leefomgeving. De verkenning dient om nut en noodzaak nader te onderbouwen en om een voorkeursbesluit vast te stellen. Het uitgangspunt is dat de oplossing sober, doelmatig en toekomstbestendig is.
Om zeker te weten dat alle relevante informatie in beeld is, zal het ministerie een onafhankelijke commissie van deskundigen instellen. De commissie gaat advies geven over de vaargeulproblematiek en de oplossingsrichtingen.
Het streven is om met informatie en inzichten uit de verkenning eind 2025 een eerste schifting te maken van alle bedachte oplossingen naar een aantal beperkte kansrijke oplossingen. Het streven is om eind 2026 de voorkeursoplossing vast te stellen. Voor deze verkenning is vanuit het Mobiliteitsfonds € 250 miljoen gereserveerd.