Pensioenopbouw in balans

Verschillende ontwikkelingen in de samenleving en op de arbeidsmarkt, nu en in de toekomst, hebben impact op de pensioenopbouw. De gevolgen hiervan zijn in beeld gebracht in een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) over de pensioenopbouw dat vandaag door het kabinet naar de Tweede Kamer is gestuurd.

De overheid wil met een goed pensioenstelsel armoede onder ouderen voorkomen en ervoor zorgen dat mensen na hun pensioen hun levensstandaard kunnen behouden. Daarvoor zijn een gelijk speelveld, een houdbaar pensioenstelsel en macro-economische stabiliteit nodig. Uit het IBO blijkt dat het Nederlandse pensioenstelsel effectief is. Onder de mensen die hun hele leven in Nederland wonen, komt na pensionering weinig armoede voor. De meerderheid weet na pensionering de levensstandaard te behouden.
 
Het IBO adviseert het kabinet nu geen ingrijpende wijzigingen in het pensioenstelsel aan te brengen, zolang op andere terreinen, zoals bijvoorbeeld het arbeidsmarktpakket, wijzigingen worden doorgevoerd die ook effect kunnen hebben op de pensioenopbouw. Ook doet het onderzoek de aanbeveling de ontwikkeling in pensioenopbouw van verschillende groepen de komende periode goed te volgen. Dat helpt in de toekomst te beoordelen of aanpassingen de komende jaren nodig zijn.

Achtergrond/opbouw onderzoek
In dit IBO onderzochten ambtenaren van verschillende ministeries op onafhankelijke wijze of de pensioenopbouw in balans is. Daarnaast werkten zij beleidsopties uit die de balans kunnen verbeteren. In het IBO is voor het eerst inzichtelijk gemaakt wat de verwachte pensioenopbouw is van alle huishoudens in Nederland en welke groepen relatief veel en relatief weinig pensioen opbouwen. Daarnaast is inzichtelijk gemaakt wat het effect is van wel of niet pensioensparen op de belastingdruk van huishoudens. Ten slotte is voor het eerst een ambtelijke analyse uitgevoerd naar een pensioenplicht en de verschillende manieren waarop dit vormgegeven kan worden.
 
Het kabinet stuurt later een uitgebreide reactie op dit rapport naar de Kamer.