Maatregelen tegen vol stroomnet in Flevopolder, Gelderland en Utrecht versneld en uitgebreid
Nederlandse huishoudens, bedrijven en organisaties verduurzamen in hoog tempo. Dat is goed nieuws voor de energietransitie en maakt Nederland minder afhankelijk van het buitenland, maar legt tegelijkertijd een grote druk op het stroomnet. De overheid en netbeheerders hebben daarom eerder maatregelen aangekondigd om het stroomnet sneller uit te breiden en slimmer te gebruiken. Omdat met name het stroomnet in de regio Flevopolder-Gelderland-Utrecht sneller tegen de grenzen aanloopt worden de maatregelen in deze regio versneld ingevoerd en uitgebreid.
De netbeheerders onderzoeken per regio welke (extra) maatregelen nodig zijn om te zorgen dat het elektriciteitsnet betrouwbaar blijft, er voldoende ruimte blijft voor huishoudens en woningbouw en waar mogelijk ruimte wordt gecreëerd voor bedrijven. Daaruit blijkt dat in de regio Flevopolder-Gelderland-Utrecht de vraag naar ruimte op het stroomnet, ondanks de forse investeringen van de netbeheerders, sneller groeit dan de netbeheerders het net kunnen uitbreiden. Een deel van de maatregelen wordt in eerste instantie in Utrecht toegepast.
Tijdelijke extra elektriciteitsproductie
Sommige knelpunten op het stroomnet kunnen worden opgelost door, naast batterijen, tijdelijk extra elektriciteitsproductie neer te zetten. Deze kunnen bijspringen op momenten dat er regionaal meer vraag is naar elektriciteit dan op het hoogspanningsnet past. Omdat de pieken in de stroomvraag te lang duren om met batterijen alleen op te vangen, worden hiervoor ook tijdelijk gasgeneratoren voor ingezet. Het tijdelijk en alleen tijdens piekmoment inzetten hiervan zorgt ervoor dat de structurele verduurzaming zoveel mogelijk kan doorgaan. Op de lange termijn leidt dit tot een daling van de CO2-uitstoot. Hiervoor kijken de netbeheerders zowel naar bestaande als nieuwe installaties.
Aanpassingen aan het regionale stroomnet
De netbeheerders nemen (technische) maatregelen om meer ruimte op het stroomnet te creëren. Zo worden 4 belangrijke hoogspanningsstations in de regio zo snel mogelijk verzwaard. TenneT, Stedin en Liander onderzoeken daarnaast de mogelijkheid om het bestaande stroomnet tijdelijk zwaarder te gebruiken. Hierdoor ontstaat er meer ruimte tot het stroomnet is uitgebreid. Het onderzoek kijkt ook expliciet naar de risico’s van het zwaarder gebruiken van het stroomnet. In Utrecht wordt een 'tijdelijke schakelstand' ingebouwd waardoor het stroomnet langere pieken aan kan.
Flexibiliteit stimuleren bij bedrijven
Het wordt financieel aantrekkelijker voor bedrijven (grootverbruikers) om hun stroomverbruik (deels) buiten de spits te verplaatsen. Daarnaast wordt het mogelijk voor grootverbruikers om contracten af te sluiten met maximaal 50% korting op de nettarieven als zij minder of geen elektriciteit gebruiken tijdens de spits. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft hiervoor verschillende (ontwerp)besluiten genomen. Met deze maatregelen ontstaat er meer ruimte voor bedrijven die een nieuwe of zwaardere aansluiting willen, verduurzaming van woningen en woningbouw.
Laadpalen en warmtepompen slimmer gebruiken
De overheid en netbeheerders nemen maatregelen zodat de verduurzaming van woningen zoveel mogelijk door kan gaan. Slimme oplossingen kunnen daarnaast ook helpen om de pieken op het laagspanningsnet te verminderen, bijvoorbeeld tussen 16 en 21 uur ’s avonds. Zo kan een deel van de publieke laadpalen de laadsnelheid aanpassen aan de beschikbare ruimte op het stroomnet en kunnen accu’s van elektrische auto’s worden ingezet voor tijdelijke opslag. Zo kunnen er meer laadpalen aangesloten worden. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) onderzoekt samen met de netbeheerders en marktpartijen de optie om meer publieke laadpalen, als dat nodig is tijdens piekmomenten, te laten terugschakelen. Hierbij moet altijd een uitzonderingsoptie blijven voor eigenaren van elektrische auto’s om altijd te kunnen laden als dat direct nodig is. Hier wordt komende maand een besluit over verwacht.
Een hybride warmtepomp werkt samen met een cv-ketel en kan gemiddeld zo’n 60% van het gasverbruik schelen bij het verwarmen van de woning. De keuze voor een hybride warmtepomp in plaats van een volledig elektrische warmtepomp kan helpen om de druk op het stroomnet te verminderen, omdat deze minder stroom gebruikt.
De overheid, netbeheerders en branchevereniging Techniek Nederland werken daarnaast aan een protocol om warmtepompen bij grootschalige renovaties en nieuwbouwprojecten efficiënt in te stellen zodat deze niet allemaal op hetzelfde moment veel elektriciteit gebruiken. Ook wordt de handhaving van het verbod op de elektrische cv-ketel, niet te verwarren met de volledig elektrische warmtepomp, als hoofdverwarming aangescherpt. Deze zijn relatief inefficiënt en gebruiken veel stroom.