Betaalbare huur mogelijk maken
Met het wetsvoorstel betaalbare huur gaan huurders een huur betalen die past bij de kwaliteit van de woning én moet het voor investeerders aantrekkelijk blijven om te investeren in middenhuurwoningen. Om de investeringen in betaalbare middenhuur te blijven stimuleren, verhoogt minister Hugo de Jonge de nieuwbouwopslag in het wetsvoorstel betaalbare huur van 5 naar 10%. Dat staat in de voortgangsbrief waarmee hij de Tweede Kamer over het wetsvoorstel betaalbare huur en de afgeronde internetconsultatie informeert.
“Veel huurders snakken naar een betaalbare huurwoning. De afgelopen jaren zijn de huurprijzen veel te hard gestegen voor mensen met een gewoon inkomen en zijn er te weinig betaalbare huurhuizen gebouwd. Wonen raakt aan de bestaanszekerheid van mensen, het is onze taak om te zorgen voor voldoende betaalbare woningen. We hernemen de regie op de volkshuisvesting door huurders beter te beschermen tegen te hoge huur en dat op zo’n manier te doen dat de bouw van nieuwe huurwoningen nog steeds uit kan. Ook dat dient het belang van de huurders”, legt minister Hugo de Jonge uit in de kamerbrief waarin staat welke aanpassingen hij doet om betaalbare huur mogelijk te maken.
Excessieve huurstijging tegengaan
Mensen met een middeninkomen komen op de huidige woningmarkt erg moeilijk aan een passende huurwoning. Bij een bewonerswissel wordt gemiddeld € 100 extra aan huur gevraagd. In de G4 is dit zelfs € 160. In 2023 betaal je als nieuwe huurder voor een vrije sectorwoning gemiddeld 10,9% meer dan de vorige bewoner(s)[1]. Dit is de sterkste stijging sinds 2014. Ingrijpen blijft dus nodig.
Met het wetsvoorstel betaalbare huur komt hier een einde aan. De voorgenomen regulering van de middenhuur gaat huurders betere bescherming bieden tegen te hoge huurprijzen en met het dwingend maken van het woningwaarderingsstelsel (WWS) kan er daadwerkelijk worden gehandhaafd op de maximaal toegestane huurprijs.
Ruim 1.800 reacties op internetconsultatie
Op de internetconsulatie over de Wet betaalbare huur reageerden meer dan 1.800 mensen en organisaties. Hoewel de meeste reacties afkomstig waren van (particuliere) beleggers, lieten ook (verhuur)makelaars, ontwikkelaars, advocaten, huurders en studenten/jongvolwassenen van zich horen. Het merendeel van de reacties ging over het effect van de voorgestelde maatregelen op het rendement van verhuurders en de stapeling aan maatregelen die wordt ervaren door beleggers. Dit zou kunnen leiden tot een afname van middenhuurwoningen. Tegelijkertijd lieten veel mensen weten het wetsvoorstel te steunen vanwege het grote belang ervan voor huurders.
Blijven investeren in middenhuur
Om middenhuur weer betaalbaar te maken is het cruciaal om niet alleen te focussen op regulering, maar ook op het realiseren van een aantrekkelijk investeringsklimaat voor nieuwe betaalbare woningen. Investeerders en ontwikkelaars willen gezamenlijk 50.000 middenhuurwoningen realiseren, en met corporaties zijn er in de Nationale Prestatieafspraken (NPA) afspraken gemaakt over nog eens 50.000 middenhuurwoningen. Minister Hugo de Jonge houdt er bij de vormgeving van het wetsvoorstel rekening mee dat investeren in middenhuur aantrekkelijk blijft.
Ten eerste wordt het WWS moderner, waardoor het stelsel beter aansluit bij de kwaliteit van nieuwe middenhuurwoningen. Zo krijgen de energiezuinigheid van een woning en de buitenruimte een betere waardering, en zal de WOZ-cap van toepassing zijn vanaf 187 punten in plaats vanaf 142 punten. In het geval een woning door de WOZ-cap in het middensegment terecht komt, wordt een maximum van 186 punten aangehouden. Hierdoor wordt de huurprijs voorspelbaarder.
Ten tweede komt er een tijdelijke prijsopslag voor nieuwbouw in het WWS. Deze voortgangsbrief kondigt aan dat de eerder voorgestelde prijsopslag van 5% naar 10% wordt verhoogd. De prijsopslag is bedoeld als overgangsrecht voor nieuwbouwwoningen, die in de voorbereiding op de bouw geen rekening hebben kunnen houden met de aankomende regulering. Door deze verhoging naar 10% komt er extra ruimte voor middenhuurprojecten die niet op de wet waren voorbereid.
De tijdelijke nieuwbouwopslag zou, gedurende tien jaar, gaan gelden voor woningen die na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel in gebruik worden genomen en waarvan de bouw start vóór 1 januari 2025. De grens van deze startbouwdatum is met een jaar opgeschoven naar 1 januari 2026.
Wet betaalbare huur
De wet betaalbare huur heeft vier doelen: het verbeteren van de bescherming van huurders, het realiseren van meer betaalbare huurwoningen, het verduurzamen van woningen en het stimuleren van investeringen in nieuwbouw. Om huurders te beschermen tegen te hoge huurprijzen, wil het kabinet de middenhuur reguleren en het WWS dingend maken. Het WWS wordt van toepassing op huurwoningen tot en met 186 punten. De daarbij behorende maximale huurprijs is € 1.123,13 (prijspeil juli 2023).
De wet en het WWS zorgen ervoor dat de huurprijzen in verhouding staan tot de kwaliteit van de woning. Verhuurders worden verplicht zich aan de maximale huurprijzen te houden en gemeenten kunnen hierop gaan handhaven. Dankzij deze maatregelen daalt de huurprijs van ruim 300.000 woningen met gemiddeld € 190 per maand. Het voornemen is dat de wet vanaf juli 2024 ingaat.