Minister Schreinemacher: 10 miljoen euro voor noodhulp in Syrië
Minister Liesje Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) stelt € 10 miljoen beschikbaar voor noodhulp aan de slachtoffers van de aardbevingen in het noordwesten van Syrië. Daarvan wordt € 7 miljoen via fondsen van de Verenigde Naties gebruikt om hen te voorzien van tenten, dekens, voedsel en water. De overige € 3 miljoen wordt besteed via Nederlandse hulporganisaties.
Dat heeft de minister woensdag bekendgemaakt. De bijdrage komt bovenop de inzet van het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR, dat in het zuidoosten van Turkije aan het werk is. De kosten hiervoor worden grotendeels betaald uit het BHOS-noodhulpbudget.
Door de oorlog in Syrië is hulpverlening aan de bevolking ingewikkeld. Ook zijn medewerkers van hulporganisaties en opslagplaatsen van hulpgoederen zwaar getroffen door de aardbevingen. Daarnaast onderhouden Nederland en de EU geen diplomatieke betrekkingen met het Syrische regime.
Schreinemacher: ‘Maar dat mag ons er niet van weerhouden Syriërs in nood te helpen. De burgeroorlog duurt al 12 jaar en heeft veel kapotgemaakt en honderdduizenden mensen het leven gekost. In het getroffen gebied zijn veel ontheemde Syriërs die eerder vluchtten voor het geweld. Het is verschrikkelijk dat ze nu opnieuw hard zijn getroffen door de verwoestende aardbevingen. Voor hen is dit een ramp op een ramp.’
Om snel humanitaire hulp te kunnen bieden aan de slachtoffers, gaat de Nederlandse bijdrage naar het Syria Humanitarian Fund en het Syria Cross Border Humanitarian Fund van de VN. Die ondersteunen lokale organisaties die in de getroffen gebieden actief zijn. Nederland verleent sinds het begin van het conflict humanitaire hulp aan de Syrische bevolking. Die hulp loopt via VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en Nederlandse hulporganisaties die verenigd zijn in de Dutch Relief Alliance.
Nederland draagt ook via andere kanalen bij aan de hulp na de aardbevingen in Turkije en Syrië. Zo maakte het VN-noodhulpfonds (CERF) deze week 25 miljoen Amerikaanse dollar vrij voor hulp aan de regio. Nederland draagt elk jaar € 55 miljoen bij aan dat fonds. VN-organisaties en het Rode Kruis die momenteel in Turkije en Syrië hulp verlenen, kunnen dat mede doen door meerjarige en zogeheten ‘ongeoormerkte’ steun van Nederland. Daarmee kunnen ze snel en flexibel opereren waar de nood het hoogst is.