€ 50 miljoen om veiligheid van fietsers te verbeteren
Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) zet € 50 miljoen opzij voor fietsveiligheid. Recente onderzoeken hebben laten zien dat met name het aantal verkeersslachtoffers onder fietsers in de komende jaren zal oplopen als er geen extra maatregelen worden getroffen. Om de fietsveiligheid gericht te verbeteren, zijn vier focuspunten vastgesteld: ouderen, enkelvoudige ongevallen, sport- en schoolomgevingen en drukte op het fietspad.
De afgelopen jaren wordt steeds meer gefietst. Over de periode 2010-2019 nam het aantal fietskilometers met 10% toe. Bovendien zijn meer ouderen gaan fietsen. Deze toenames brengt een stijging van het aantal fietsslachtoffers met zich mee. De Integrale Mobiliteitsanalyse 2021 voorspelde dat in 2040 het aantal fietsslachtoffers met 80% tot 100% zal zijn toegenomen. Ook het vandaag gepubliceerde SWOV-onderzoek over de halvering van verkeersslachtoffers voorspelt een toename van het aantal fietsongevallen.
Minister Harbers: “Voor de komende jaren wordt een forse toename voorspeld in het aantal fietsslachtoffers. Ik vind het belangrijk om die trend te keren. Fietsen is immers gezond, goedkoop en gemakkelijk. Daarom zet ik nu extra in op de veiligheid van fietsers. Met medeoverheden is afgesproken hiervoor € 50 miljoen beschikbaar te stellen. Samen doen we al veel op verkeersveiligheid, maar met dit bedrag doen we daar een schep bovenop.”
Veilig fietsen
De € 50 miljoen voor fietsveiligheid komt uit de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid. Het kabinet had daarmee € 500 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode tussen 2020 en 2030, waarmee provincies, waterschappen en gemeenten financieel worden ondersteund bij hun plannen voor verkeersveiligheid. Bij de vaststelling van de investeringsimpuls is afgesproken dat € 50 miljoen is bestemd voor ‘vernieuwende maatregelen’. Mede naar aanleiding van de laatste onderzoeken is met medeoverheden overeen gekomen dat deze middelen worden ingezet om de fietsveiligheid te bevorderen.
Veiliger fietsen moet worden behaald via vier focuspunten:
- Ouderen: Deze groep moet extra worden beschermd, omdat ze bovenmatig zijn vertegenwoordigd in de ongevalscijfers. Daarnaast hebben ze een grotere kans om ernstig gewond te raken bij een ongeval.
- Enkelvoudige ongevallen: In 2019 was bij ruim 80% van de ernstige fietsongevallen geen motorvoertuig betrokken. Daarom zijn op dit terrein grote stappen te zetten.
- School- en sportomgeving: De groep ‘kinderen’ is ook kwetsbaar en moet daarom extra worden beschermd. Circa 1 op de 5 fietsers die na een ongeval een SEH bezochten, was jonger dan 17 jaar.
- Drukte op het fietspad: Steeds meer mensen gebruiken het fietspad, en ook nog met verschillende voertuigen met verschillende snelheden. Met de stedelijke verdichting zal het de komende jaren nog drukker worden.
Het kabinet maakte vorige week bekend € 780 miljoen te investeren in fietsinfrastructuur. Een belangrijk punt waarin geïnvesteerd is, is in de verdere aanleg van doorfietsroutes in het hele land. Dat zijn brede fietspaden waar geen of zo min mogelijk kruisend verkeer is, zodat fietsers vlot en veilig kunnen doorfietsen.
De grootste risico’s aanpakken
Het vandaag gepubliceerde SWOV-onderzoek concludeert dat het te ambitieus is om het aantal verkeersslachtoffers in 2030 te halveren. Zelfs met extra maatregelen zal die halvering niet worden gehaald. Halvering van het aantal verkeersdoden is alleen haalbaar met extra maatregelen in het meest gunstige scenario.
Minister Harbers blijft zich onverminderd inzetten voor het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers. Daarom volgt hij het SWOV-advies om maatregelen te nemen op de grootste risico’s. Daaronder valt fietsveiligheid, maar ook het mogelijk maken dat op meer wegen binnen de bebouwde kom 30 km/u kan worden gereden.