Vernieuwd samenwerkingsverband NSOC in aanpak georganiseerde misdaad
Met een koerswijziging gaat het Multidisciplinair Interventie Team (MIT) verder in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit onder de naam Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC). De samenwerking tussen de politie, het Openbaar Ministerie, de Douane, de Belastingdienst, de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst, de Koninklijke Marechaussee en andere onderdelen van het ministerie van Defensie is nodig voor het delen van informatie en het bedenken van nieuwe methoden om criminele structuren en hun verdienmodellen te verstoren. Dat wordt de kerntaak van het vernieuwde samenwerkingsverband. De operationele slagkracht en capaciteit om misdadigers op te pakken en hun netwerken met handlangers op te rollen zit bij de diensten zelf.
Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid licht vandaag in een brief aan de Tweede Kamer toe dat ze tot het besluit voor een koerswijziging is gekomen na overleg met zowel mensen van de werkvloer als uit de leiding van de samenwerkende diensten in het MIT, wetenschappers en andere professionals die bij het samenwerkingsverband betrokken zijn (geweest). Uit die overleggen bleek dat er veel consensus is over de noodzaak van samenwerking om informatie te kunnen delen voor een effectievere aanpak van de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. De diensten hebben samen veel beter zicht op criminele fenomenen en onderliggende structuren dan zij alleen op basis van hun eigen informatie kunnen krijgen. Tegelijk was er ook kritiek, omdat er in de opbouw van het MIT discussie en onduidelijkheid was over aansturing bij interventies en operationele slagkracht van betrokken moederorganisaties.
Minister Yeşilgöz-Zegerius: 'De bouwstenen van het MIT voor informatiedeling houden we, omdat samen de organisaties het inzicht krijgen dat ze alleen niet hebben. Maar wel met een koerswijziging. De georganiseerde misdaad heeft de afgelopen decennia te veel aan terrein gewonnen. De misdaad misbruikt onze open samenleving en goede economische infrastructuur en past zich telkens aan nieuwe situaties aan. We moeten slimmer en sneller criminele netwerken doorgronden en met nieuwe methodes deze doorbreken. De samenwerking binnen de NSOC moet hierin een duidelijke toegevoegde waarde krijgen, zodat Nederland minder aantrekkelijk wordt voor de georganiseerde misdaad.’
Nieuwe focus in NSOC
De samenwerkende partners gaan vanaf 1 juli 2022 met een nieuwe focus aan de slag als NSOC. De opdracht is om versneld in te zetten op het ontwikkelen van nieuwe methoden om de (financiële) verwevenheid van onder- en bovenwereld bloot te leggen en te ontvlechten. De nieuwe focus zal liggen op de aanpak criminele geldstromen en de achterliggende bedrijfsstructuren, zoals witwaspraktijken via handelsstromen en financiële dienstverleners die criminelen bij bedrijven helpen, corruptie en geweld. Ook wordt gericht gekeken naar logistieke dienstverleners van criminelen, aangezien onze goede infrastructuur met de grote transportsector, lucht- en zeehavens helaas ook voor illegale zaken wordt misbruikt.
Na een periode van 18 maanden wordt de nieuw ingezette werkwijze geëvalueerd en beoordeeld op resultaten en de toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband. De opdracht voor de NSOC is om interventiemogelijkheden te ontwikkelen die anders en vernieuwend zijn ten opzichte van wat de moederorganisaties zelf al doen. Met de gedeelde informatie binnen de NSOC kunnen operationele diensten van de moederorganisaties verdere slagen maken in de strijd tegen de georganiseerde misdaad.
Afgesproken is dat voor de periode van 18 maanden een wezenlijk deel van de interventiecapaciteit niet in het samenwerkingsverband komt, maar vanuit de moederorganisaties beschikbaar wordt gesteld wanneer nodig. De interventiecapaciteit in het samenwerkingsverband is voor de ontwikkeling en uitvoering van alternatieve interventies die niet behoren tot de taak van een van de moederorganisaties. Hoeveel capaciteit en bijbehorende financiering er overgaat naar het NSOC en hoeveel naar de moederorganisaties, wordt de komende weken duidelijk in overleg met alle betrokken partijen en tussen de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie.