Vervroegd stemmen in ruil voor minder volmachten
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wil dat kiezers in Nederland de mogelijkheid krijgen om vervroegd te stemmen in het stemlokaal. Dit vergroot de toegankelijkheid van het verkiezingsproces. Het aantal volmachten dat een kiezer kan uitbrengen op dat moment kan dan worden teruggebracht naar maximaal 1 per persoon. Dit schrijft de minister in reactie op het rapport van de waarnemingsmissie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezing.
De OVSE is al jaren kritisch op het systeem van volmachten in Nederland. Zo moet degene die zijn volmacht aan een andere kiezer geeft om een stem uit te brengen, zijn of haar stemgeheim prijsgeven. Ook is er een risico dat kiezers onder druk worden gezet om een volmacht af te geven of dat er volmachten worden geronseld.
Ollongren: “Vervroegd stemmen is tijdens de Tweede Kamerverkiezing afgelopen maart goed bevallen. Onderzoek wijst uit dat 2 op de 10 kiezers bij een volgende verkiezing hier zeker gebruik van wil maken. Door de nieuwe mogelijkheid van vervroegd stemmen in te voeren, kan het aantal volmachten dat 1 kiezer mag uitbrengen, worden beperkt. Daarmee verminderen we de risico’s van het stemmen met volmachten.”
Ook kondigt de minister aan dat zij wil nadenken over de aanbeveling van de OVSE dat volgens de internationale standaarden ook een rechter zich moet kunnen buigen over de geldigheid van de verkiezingsuitslag. Op dit moment nemen in Nederland de volksvertegenwoordigers als enige de beslissingen over de geldigheid van de verkiezing, bijvoorbeeld als er geschillen rond de verkiezingen ontstaan. De minister van BZK zal de Tweede Kamer komend jaar over het standpunt van het kabinet informeren.
Discussiestuk briefstemmen
Daarnaast is ook een discussiestuk briefstemmen naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarmee kan de Tweede Kamer in gesprek over de vraag of briefstemmen op aanvraag een aanvulling kan zijn in het Nederlandse verkiezingsproces om het stemmen zo toegankelijk mogelijk te maken. Dat voordeel moet worden afgewogen tegen de risico’s die briefstemmen met zich meebrengt. Het demissionaire kabinet neemt geen standpunt in of briefstemmen moet worden ingevoerd, dat is aan het parlement en aan een volgend kabinet.