Kabinet en zorgpartijen presenteren plan voor inhalen zorg, duidelijkheid voor patiënten en herstel zorgprofessionals
Dankzij de grote inzet van zorgprofessionals hebben we de afgelopen tijd weten te voorkomen dat de toestroom van covid-patiënten de toegankelijkheid van de (semi-)acute zorg in gevaar bracht. Toch is er een grote groep patiënten geconfronteerd met uitstel van behandelingen. Het afgelopen jaar heeft ook een zware wissel getrokken op veel zorgprofessionals. In de komende periode zal het inhalen van de uitgestelde reguliere zorg hand in hand moeten gaan met het herstel van zorgprofessionals. Om in de komende maanden goede zorg te kunnen bieden, is ondersteuning van patiënten, zorgprofessionals en zorgorganisaties cruciaal. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Van Ark hoe ze dit vorm wil geven.
In de komende periode moeten fysiek en mentaal herstel van zorgprofessionals en het opschalen van zorg hand in hand gaan. Samen met de NZa en diverse zorgpartijen is daarom het Kader Passende Inhaalzorg voor de medisch specialistische zorg opgesteld. In het Kader zijn heldere afspraken gemaakt om patiënten die te maken hebben met uitgestelde behandelingen zo snel mogelijk te helpen. Regionale verschillen in het tempo waarmee zorg kan worden ingehaald worden zo veel mogelijk voorkomen. Daarom is afgesproken om ook de komende periode covid-patiënten te blijven spreiden en zo de druk te verdelen. Daarnaast is afgesproken dat elk ziekenhuis in kaart brengt hoeveel zorg er ingehaald moet worden en zullen zij een aanpak hiervoor opstellen. Minister van Ark vraagt daarbij expliciet aandacht voor zeggenschap en betrokkenheid van alle zorgprofessionals in de ziekenhuizen, zodat de plannen realistisch zijn en gedragen worden.
Met de plannen die gemaakt worden streeft de minister ernaar dat alle uitgestelde behandelingen worden ingehaald in 2021 met een mogelijke uitloop naar de eerste maanden van 2022. Ziekenhuizen werken daarbij maximaal samen met zelfstandige klinieken en zorgaanbieders uit andere delen van de keten, zoals de huisartsen, de verpleeghuis- en revalidatiezorg en wijkverpleging. Op deze manier wordt de beschikbare capaciteit zo effectief mogelijk ingezet om patiënten zo snel mogelijk te helpen. De zorgverzekeraars en de NZa houden zicht op de totale omvang van de uitgestelde zorg en het inhalen hiervan. Ook gaan de zorgaanbieders en -verzekeraars patiënten actief informeren over de wachttijden en de mogelijkheden om op een andere plek sneller te worden geholpen.
Alleen een goed plan is echter niet voldoende; ook in deze fase vervullen de zorgprofessionals een cruciale rol. Daarom hebben de FMS en V&VN met betrokkenheid van VWS en de NZa het initiatief genomen om in kaart te brengen wat nodig is om de zorgprofessionals die de afgelopen tijd onder zware druk hebben gestaan, te laten herstellen.
Op de langere termijn moeten we lessen trekken uit deze crisis. De zorg moet robuuster en flexibeler. Hierbij denkt het kabinet onder andere aan het behoud van zorgcoördinatie, het beter uitwisselen van gegevens, een ijzeren voorraad aan beschermings- en geneesmiddelen en het versnellen en verdiepen van digitalisering. In aanvulling hierop is het van belang dat zorgverleners flexibel ingezet kunnen worden en dat opleidingsmogelijkheden hierop aansluiten. Hiervoor heeft het kabinet met meer financiële ruimte voor het opleiden van zorgprofessionals de eerste stappen al gezet.