Ouders ontvangen eind mei tegemoetkoming voor doorbetalen kinderopvang tijdens tweede sluitingsperiode
Ongeveer 570.000 ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen en de factuur voor de kinderopvang doorbetaald hebben tijdens de afgelopen sluitingsperiode ontvangen eind mei een tegemoetkoming in de eigen bijdrage. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Belastingdienst/Toeslagen voeren de regeling uit. Het kabinet trekt hier circa € 275 miljoen voor uit.
Het gaat voor de dagopvang en gastouderopvang om de periode 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021 en voor de buitenschoolse opvang (bso) om de periode 16 december 2020 tot en met 18 april 2021. Net als na de eerste sluitingsperiode vorig jaar hoeven ouders niet zelf een aanvraag voor de tegemoetkoming te doen. De SVB maakt deze automatisch over naar ouders die tijdens de sluitingsperiode kinderopvangtoeslag hebben ontvangen. Dit doet de SVB op basis van kinderopvangtoeslagengegevens die op peildatum 21 februari 2021 van ouders bekend zijn bij de Belastingdienst/Toeslagen, zoals het aantal kinderen dat naar de kinderopvang gaat en de hoogte van het inkomen. De tegemoetkoming die ouders ontvangen is een benadering van de betaalde eigen bijdrage. Zo is de hoogte van de tegemoetkoming onder andere beperkt tot de maximum uurprijzen.
Ook voor de tweede sluitingsperiode wordt voorzien in een herzieningsmoment, zodat ouders met terugwerkende kracht recht op de tegemoetkoming kunnen krijgen. Dit is van toepassing op situaties waarbij ouders na 21 februari kinderopvangtoeslag hebben aangevraagd of na deze datum hebben doorgegeven dat hun kind van dagopvang naar buitenschoolse opvang is overgegaan, terwijl zij gedurende de sluitingsperiode al wel een lopend contract hadden met de kinderopvangorganisatie.
Voor ouders die gebruik maken van een gesubsidieerd aanbod van de gemeente geldt dat zij, net als tijdens de eerste sluitingsperiode, de eigen bijdrage via de gemeente vergoed krijgen. Het betreft ouders met een sociaal-medische indicatie en ouders met kinderen die deelnemen aan voorschoolse educatie of kortdurende peuteropvang. Het kabinet reserveert hiervoor circa € 5 miljoen.
Ouders zonder kinderopvangtoeslag
Een relatief kleine groep ouders betaalt de rekening voor de kinderopvang geheel zelf en ontvangt dus geen kinderopvangtoeslag of gemeentelijke subsidie voor het gebruik van kinderopvang. Het gaat met name om gezinnen waar één ouder werkt en de ander niet, maar ook om expats van buiten de EU, huishoudens waarbij sprake is van een zieke partner en grootouders of verzorgers van het kind die de facturen hebben doorbetaald. Deze ouders dienen zelf een aanvraag te doen bij de SVB, zij ontvangen dus niet automatisch een vergoeding. Het doen van de aanvraag kan in de periode 15 mei tot en met 15 juli 2021 via https://www.svb.nl/nl/vergoeding. Hiervoor dienen ouders onder andere een ‘Verklaring kinderopvang’ en de betaalde facturen aan te leveren. Voor deze ouders geldt dat zij een tegemoetkoming kunnen krijgen voor de kinderopvangfactuur die zij doorbetaalden tijdens de beide periodes waarin de kinderopvang, buitenschoolse opvang (bso) en gastouderopvang gesloten waren. Het kabinet raamt de kosten die met de tegemoetkoming voor deze circa 4.800 ouders gemoeid zijn op zo’n € 20 miljoen.