Loten voor studie weer mogelijk
In de strijd tegen kansenongelijkheid en voor brede toegankelijkheid mogen hogescholen en universiteiten weer gebruik gaan maken van loting bij de selectie van studenten voor een opleiding met een numerus fixus. Loten wordt daarmee één van de instrumenten die de onderwijsinstellingen kunnen gebruiken. Om loten weer mogelijk te maken dient de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek te worden aangepast. De ministerraad heeft daar op voorstel van minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mee ingestemd.
Kansenongelijkheid
Sinds 2013 worden studenten voor numerus fixusopleidingen decentraal geselecteerd op basis van ten minste twee kwalitatieve criteria, bijvoorbeeld cijferlijsten en motivatiegesprekken. Uit onderzoek van de onderwijsinspectie blijkt dat de studentenpopulatie van deze opleidingen minder divers is dan andere opleidingen. Dit wijst mogelijk op een verminderde toegankelijkheid van deze opleidingen voor bepaalde groepen aspirant-studenten. Door loten toe te voegen wordt de kansenongelijkheid aangepakt.
Maatwerk
Verschillende opleidingen geven aan meer maatwerk te willen toepassen in de selectieprocedures. Daarom wordt met dit wetsvoorstel decentrale loting toegevoegd als selectiemethode bij alle associate degree-opleidingen en bacheloropleidingen met een numerus fixus.
Opleidingen kunnen daarmee kiezen om loting in te zetten als zelfstandig selectie-instrument, of in aanvulling op de huidige selectieprocedures op basis van ten minste twee kwalitatieve criteria.
Bij gewogen loting, wegen de resultaten op de kwalitatieve selectiecriteria mee in de kans die kandidaten hebben om ingeloot te worden. Ook kan de instelling een deel van de aspirant-studenten meteen toelaten op basis van de selectiecriteria en vervolgens de overige plaatsen toewijzen door middel van loting. Op die manier wordt de kansenongelijkheid voor studenten verminderd.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.