Provincies maken werk van Omgevingswet met nieuw Crisis- en herstelwetexperiment
De ministerraad heeft op voorstel van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met de 23ste tranche van de Crisis- en herstelwet (Chw). Via een nieuw experiment uit deze tranche kunnen de provincies Flevoland, Gelderland en Utrecht – net als ruim 200 gemeenten – alvast experimenteren met de verbrede reikwijdte die centraal staat in de Omgevingswet. En zo nu al werk maken van maatschappelijke opgaven als de energietransitie.
De drie provincies kunnen aan de slag met een verordening met verbrede reikwijdte, de voorloper van de omgevingsverordening uit de Omgevingswet. In zo’n verordening komen alle provinciale regels voor de leefomgeving samen. Hierdoor ontstaat een beter beeld van wat er mag en mogelijk is in een gebied. Dat maakt het makkelijker om op een samenhangende manier te werken aan urgente maatschappelijke opgaven, zoals woningbouw, de energietransitie en klimaatadaptatie. Zo is het bij de aanleg van een windpark handig om alle belangen – waaronder natuurbelangen – van tevoren goed in kaart te hebben en tegen elkaar af te wegen.
Crisis- en herstelwet
De Chw loopt vooruit op de Omgevingswet, die naar verwachting op 1 januari 2022 ingaat. Door de Chw kunnen overheden alvast experimenteren met elementen uit de Omgevingswet. Gemeenten gebruiken de Chw bijvoorbeeld voor integrale bestemmingsplannen die ruimte bieden aan nieuwe woningen en duurzaamheidsprojecten. Een voorbeeld hiervan is een Chw-project van de gemeente Dalfsen. Inmiddels kunnen er in 240 gebieden door heel Nederland bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte worden gemaakt.
De verordeningen met verbrede reikwijdte maken het mogelijk om belangen over de hele fysieke leefomgeving – en dus niet alleen ruimtelijke belangen – in kaart te brengen. Besluiten kunnen hierdoor, al in een vroeg stadium, beter worden afgewogen.
De 23ste tranche wordt nu voorgelegd aan het parlement.