Nieuwe aanpak ondersteuning politiemedewerkers met PTSS
Het stelsel beroepsziekten, beroepsincidenten en dienstongevallen van de politie wordt verbeterd. De behandeling en ondersteuning van politiemedewerkers die letsel oplopen gedurende hun werk, zoals een Posttraumatisch Stressstoornis (PTSS), moet eenvoudiger, met minder druk op de medewerker, meer tempo in de afhandeling en met re-integratie bij de politie als uitgangspunt.
Dat hebben minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en de korpsleiding vastgesteld in gesprekken met medewerkers met PTSS, de vakorganisaties en de Centrale Ondernemingsraad, en op basis van een evaluatie van het stelsel.
Politiemedewerkers hebben een hoog risico beroep. Zij krijgen tijdens hun werkzaamheden te maken met ingrijpende gebeurtenissen die fysiek en emotioneel grote impact kunnen hebben. Dit moet zoveel als mogelijk worden voorkomen, maar als het gebeurt, dan moet de zorg, ondersteuning (materieel en immaterieel) en begeleiding worden geboden die de medewerker nodig heeft. De nieuwe aanpak van de korpsleiding, de minister van JenV, de vakorganisaties en de COR moet dit bieden.
Voor de verbetering van het stelsel zijn onderstaande contouren opgesteld. Samen met de vakorganisaties en de Centrale Ondernemingsraad worden de contouren uitgewerkt en zullen afspraken gemaakt worden over de uitvoering. Daarnaast wordt er een plan opgesteld om per individuele (ex)medewerker te komen tot een afhandeling van de benodigde zorg en toegekende aanspraken, die recht doet aan de situatie. De jurisprudentie en de contouren voor het nieuwe stelsel worden hierbij in acht genomen.
- De zorgplicht van de werkgever geldt voor alle collega’s die een beroepsziekte hebben opgelopen of een dienstongeval hebben gehad. Voor medewerkers behorende tot de doelgroep van bijzondere zorg, zoals medewerkers met risicovolle werkzaamheden, geldt een extra zorgplicht die in het nieuwe stelsel tot uiting komt. Deze medewerkers krijgen bij dienstongevallen en beroepsziekten direct de beste zorg, aandacht en ondersteuning om te kunnen richten op herstel en re-integratie. Daarnaast ontvangt de betrokken medewerker direct aanspraken en voorzieningen als deze bijdragen aan het herstel.
- Het melden van beroepsgerelateerd letsel is daarbij voldoende om direct toegang te krijgen tot voorzieningen. Deze zijn gelijk voor iedere medewerker, ongeacht wat diegene is overkomen. Alleen als later blijkt dat er geen verband blijkt te zijn tussen het letsel en de uitoefening van het beroep worden de extra voorzieningen die politie biedt, stopgezet. Men behoudt dan de overige voorzieningen die zijn getroffen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid.
- Alle kosten die in redelijkheid gemaakt zijn voor behandeling en herstel worden voor deze medewerkers bij beroepsgerelateerd letsel vergoed, dat geldt ook voor inkomens- en carrièreschade. Hiermee wordt zoveel als mogelijk voorkomen dat de medewerker de werkgever aansprakelijk moet stellen voor restschade bij de civiele rechter. Ook wordt onderzocht of een commissie, bestaande uit leden van zowel de politie als de vakbonden, verzoeken tot restschade kan beoordelen.
- Daarnaast verstrekt de werkgever smartengeld in verband met de gederfde levensvreugde door de beroepsziekte of het dienstongeval. De hoogte van het smartengeld wordt afgestemd op wat maatschappelijk gebruikelijk is.
- Het uitgangspunt is dat een medewerker re-integreert in zijn eigen functie, door middel van deskundige begeleiding naar passend werk en met volledige loondoorbetaling. Als dit bijvoorbeeld door de aard en zwaarte van de werkzaamheden niet kan of men dat niet wil, wordt samen met de medewerker gekeken naar andere passende oplossingen binnen of buiten de politie.