Forse besparing door lagere maximumprijzen geneesmiddelen
Vanaf april 2020 komen er lagere maximumprijzen voor geneesmiddelen. Daardoor moeten farmaceuten in veel gevallen hun prijzen verlagen. Op jaarbasis leidt dit tot een besparing van naar schatting 300 miljoen euro. Dit komt overeen met ruim 4% van de totale jaarlijkse uitgaven aan medicijnen (7 miljard euro). De lagere maximumprijzen zijn het gevolg van een aanpassing in de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp).
Voor geneesmiddelen geldt in Nederland een maximumprijs. Deze prijs wordt sinds 1996 bepaald op basis van de gemiddelde prijs in Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Duitsland kent hoge medicijnprijzen, ruim boven het EU-gemiddelde. Minister Bruno Bruins (Medische zorg) heeft daarom besloten Duitsland te schrappen als referentieland. Noorwegen wordt juist aan de lijst toegevoegd. Per april 2020 gelden er dan gemiddeld lagere maximumprijzen voor geneesmiddelen. Deze wetswijziging, die het afgelopen jaar in zowel de Tweede als de Eerste Kamer op brede steun kon rekenen, is vanaf 18 december 2019 van kracht. De maatregel heeft vooral effect op de prijs van geneesmiddelen waar nog een patent op rust.
Minister Bruins: “We hebben een breed verzekerd pakket aan geneesmiddelen en ik zie dat er steeds meer veelbelovende nieuwe geneesmiddelen op de markt komen. Dat is goed nieuws, maar het moet wel betaalbaar blijven. De afgelopen jaren hing onze prijssystematiek uit het lood. Dat trekken we nu recht. Dit doen we zorgvuldig, want de aanpassing mag er niet toe leiden dat fabrikanten besluiten hun middel niet meer in Nederland op de markt te brengen. Met Noorwegen als nieuw referentieland liggen onze maximumprijzen rond het Europees gemiddelde. Zo zorgen we ervoor dat geneesmiddelen betaalbaar én beschikbaar blijven.”