Experimenteerruimte stimuleert vernieuwingskracht rechterlijke macht
Mensen hebben behoefte aan snelle en eenvoudige procedures om conflicten duurzaam op te lossen. Juridische procedures zijn echter vaak complex, duren lang en kunnen leiden tot uitkomsten die voor alle partijen onbevredigend zijn. Daarom krijgt de rechterlijke macht meer ruimte om te experimenteren met flexibele vormen van rechtsspraak. Daarbij ligt de nadruk niet op het vonnis, maar op het vinden van een oplossing voor het geschil. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van minister Dekker voor Rechtsbescherming.
De rechtspraak in Nederland behoort tot de wereldtop en geniet vertrouwen. Om dat zo te houden is voortdurend onderhoud nodig om met de tijd mee te gaan en te voldoen aan de behoefte van de samenleving.
‘Een vonnis draagt niet altijd bij aan een adequate oplossing voor het onderliggende probleem. Dat zie je bijvoorbeeld bij ingrijpende echtscheidingszaken of bij ernstige schuldenproblematiek. Vaak gaat het om slepende zaken waar niemand gelukkig van wordt en er uiteindelijk vooral verliezers zijn. Dat moet anders,’ aldus minister Dekker. ‘Rechtspraak is effectief als de interventie van een rechter ook een bijdrage levert aan de oplossing van het probleem dat tot de zaak heeft geleid.’
Daarom experimenteert de rechterlijke macht nu zelf al met nieuwe vormen van rechtspraak. Geïnspireerd door de positieve bevindingen met de spreekuurrechter bij de rechtbank Noord-Nederland, ontwikkelt een aantal gerechten bijvoorbeeld experimenten met buurtrechters die daarop voortbouwen. Maar er worden ook andere experimenten voorbereid, bijvoorbeeld voor de aanpak van schulden. De experimenten hebben met elkaar gemeen dat zij voorzien in snelle en eenvoudige toegang tot de rechter die samen met de betrokken partijen probeert om een conflict goed en duurzaam op te lossen. De verwachting is dat na de zomer kan worden gestart met de uitvoering van deze plannen.
Daarnaast brengt het kabinet de 'Experimentenwet rechtspleging' in consulatie omdat de experimenten van de rechtspraak nu nog binnen de wettelijke regels voor het procederen moeten blijven, terwijl er behoefte is om ook daarbuiten te experimenteren. Daarom bevat het wetsvoorstel voor de Experimentenwet de mogelijkheid om via lagere regelgeving - een besluit - af te wijken van een aantal wetten. Zo zijn er bij een moeilijke scheiding bijvoorbeeld vaak meer problemen die tegelijkertijd spelen, zoals schulden en ziekteverzuim op werk. De rechter moet dat zoveel mogelijk samen in één zaak kunnen behandelen, zodat problemen zich niet voortdurend verder opstapelen maar samen kunnen worden opgelost. Ook kan worden gedacht aan ingewikkelde bouwgeschillen. Nu benoemt de rechter vaak een deskundige om bouwkundig advies te geven. Als de experimentenwet er is kan een bouwkundige als rechter aan de rechtbank worden toegevoegd. Dan kan er sneller worden beslist.
Door deze flexibele manier van werken krijgt de rechtspraak ruimte om te experimenteren met innovatieve procedures waar mensen ook daadwerkelijk baat bij hebben. De bedoeling is dat experimenten die succesvol zijn vervolgens ook in definitieve wetgeving worden omgezet.