28 augustus Ministerraad

Let op: deze activiteit heeft al plaatsgevonden

Activiteitendata

  • Datum
  • Locatie Den Haag

Minister-president Rutte heeft na afloop van de ministerraad een persconferentie gegeven. De video toont de inleidende verklaring. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.

Minister-president  Rutte:

Ja goedemiddag, ik ben het voorgerecht want zo direct zullen hier, of althans in dit complex dacht ik, de drie ministers verschijnen die zich bijzonder hebben bezig gehouden – gezamenlijk met de collega’s natuurlijk – met het opstellen van het volgende steunpakket. Maar goed, eerst ik. Allereerst, deze week hebben we de besluitvorming afgerond over de Rijksbegroting voor 2021. Dat is een bijzondere begroting, uiteraard ook even politiek gesproken, want de verkiezingen komen er aan. Dus voor dit kabinet is dat in ieder geval de laatste begroting missionair, misschien volgen er nog heel veel begrotingen demissionair, maar in ieder geval de laatste missionaire begroting. Maar dat is natuurlijk niet echt interessant. Wat natuurlijk echt bijzonder is, is dat een begroting is opgesteld in een periode waarin wij natuurlijk allemaal in Nederland te maken hebben met de gevolgen van de coronacrisis. En je ziet in ramingen van het CPB dat er een flinke krimp is. Je ziet dat we volgend jaar wel kunnen uitgaan van enig herstel, maar dat we tegelijkertijd zullen zien dat de werkloosheid nog blijft oplopen. En daarom hebben we ook geprobeerd om een begroting te maken die er voor zorgt dat waar nu twee taken hebben als land, maar ook als politiek, namelijk er voor zorgen dat we zo goed mogelijk medisch door de crisis heen gaan, door de coronacrisis. En twee, er voor zorgen dat we als land ook weer zo sterk mogelijk er voor staan na de economische crisis die voortkomt uit de coronacrisis. Dat zijn de twee taken en deze begroting houdt zich dan natuurlijk in het bijzonder bezig met: wat moet er gebeuren om er uiteindelijk economisch qua banen, qua economische groei er weer zo goed mogelijk voor te staan. Ik denk dat we daarin geslaagd zijn. Het is nooit perfect, maar volgens mij zijn we er in geslaagd om balans te vinden en de maatregelen te nemen die nodig zijn voor investeringen en voor ook zekerheid de komende tijd, en eerlijkheid in Nederland in een tijd waarin veel mensen zich grote zorgen maken. Niet alleen medisch, maar dus ook over een baan, over de economie. Op Prinsjesdag komt dat naar buiten en thans is dat bij de Raad van State om advies uit te brengen. Daar is het nu heen gestuurd, gisteren dacht ik al.

Dan is er gisteren overleg geweest met vakbonden en werkgevers, de sociale partners over het derde steun- en herstelpakket voor ondernemers en werkenden. Dat is inmiddels ook af. Wouter Koolmees, Wopke Hoekstra en Erik Wiebes zullen dadelijk nog het een en ander toelichten, zei ik al. Een paar dingen daar over. Het is een zeer omvangrijk pakket opnieuw. Meer dan 10 miljard euro in kosten. Maar vooral ook omvangrijk omdat het breed is, het is een steun- en herstelpakket waarbij naast steun om er voor te zorgen dat bedrijven overeind kunnen blijven waar het enigszins mogelijk is, waar banen zo goed mogelijk overeind kunnen blijven, is er ook veel ruimte voor de sociale kanten. Want er zullen natuurlijk momenten nu komen dat bedrijven het misschien toch niet redden, of uiteindelijk wel moeten gaan inkrimpen. Dan is het van groot belang dat mensen van werk naar werk worden geholpen. Dus dat hele aspect krijgt nu ook steeds meer aandacht. Jullie zullen zo horen, en hier en daar is er ook al iets over in de media verschenen, dat de lopende steunmaatregelen worden verlengd tot in eind 2021. Hier en daar worden de voorwaarden aangepast zodat ze ook meer gericht zijn op de lange termijn. En tegelijkertijd zal je zien dat voor een aantal van die maatregelen zoals de NOW-regeling en de tegemoetkoming vaste lasten in het MKB, dat die regelingen geleidelijk aan ook in stappen worden verkleind, worden afgebouwd. Tegelijkertijd zijn we heel druk bezig om er voor te zorgen dat er extra middelen komen bedrijven te helpen om te investeren in economische groei en om mensen via scholing en begeleiding richting nieuw werk te helpen. Maar nogmaals, het eerlijke verhaal is ook dat in zo’n economische krimp het niet mogelijk is om ieder bedrijf en iedere baan thans overeind te houden. Er zijn veel sectoren die zitten te schreeuwen om mensen. Het zal ook niet zo zijn dat iedereen van werk naar werk kan worden geholpen, maar er is wel alles op gericht. Uiteraard, eerste de eigen baan, prioriteit, als dat niet gaat, als het enigszins kan, van werk naar werk. En daarmee schouder aan schouder staand in Nederland om dit voor elkaar te krijgen.

Daarbij is het natuurlijk ook onzeker hoe het virus zich verder ontwikkelt. We zitten in deze fase van maximaal controleren van het virus zolang er geen vaccin is. Dus zolang we in die fase zitten hebben we te maken met het virus in dit land en is het van groot belang dat we er met zijn allen ook voor zorgen dat het virus niet de kop kan opsteken. Je ziet nu de laatste weken, ik heb nog niet de cijfers van vandaag, misschien dat u ze net gekregen hebt, ik heb ze nog niet gezien. Maar je ziet zo de afgelopen paar weken dat in ieder geval de ergste stijging er weer uit is, maar niettemin ligt het nog steeds op een hoog niveau van op de 450 tot 550 besmettingen per dag. En dat heeft ook weer risico’s dat uiteindelijk dan ook weer de druk op de zorg gaat oplopen en dat heeft natuurlijk daarmee ook weer risico’s dat je uiteindelijk maatregelen zou moeten nemen die ook voor de economie niet goed zijn. Dus dat moeten we voorkomen, en dat kunnen we voorkomen, dat weten we, als we de 1,5 meter houden, als we onze handen stuk wassen, thuis blijven bij klachten, je laten testen bij klachten. Dan kunnen we het virus onder controle houden. En nogmaals, dat zijn echt de twee topprioriteiten voor de komende tijd. Er voor zorgen met elkaar in Nederland dat we zo goed mogelijk door de economische crisis varen, zo sterk mogelijk daar weer uit proberen te komen, met zo veel mogelijk behoud van werkgelegenheid. En tegelijkertijd met elkaar er voor zorgen dat we de gezondheidscrisis ook zo goed mogelijk beheersbaar houden tot er een vaccin is.