Aanpak ziekte van Lyme
Elk jaar worden ruim 1 miljoen mensen door een teek gebeten. Ongeveer 2 op de 100 mensen krijgen de ziekte van Lyme. De Rijksoverheid pakt de ziekte aan met onderzoek en voorlichting.
Ziekte van Lyme herkennen
Ongeveer 2 op de 100 mensen krijgen de ziekte van Lyme na een tekenbeet, zo’n 27.000 mensen per jaar. Zij krijgen een rode ring- of vlekvormige uitslag op de huid. Deze uitslag is het meest voorkomende signaal van de ziekte van Lyme. Meestal helpt een behandeling met antibiotica. Maar elk jaar houden 1.000 tot 2.500 patiënten in Nederland langdurige klachten. Het gaat dan om klachten als vermoeidheid, pijn en concentratiestoornissen.
U kunt de ziekte van Lyme voorkomen door u te beschermen tegen tekenbeten.
Onderzoek ziekte van Lyme
In onderzoek naar de ziekte van Lyme via Tekenradar wordt gekeken hoe vaak langdurige klachten voorkomen bij kinderen en volwassenen. En wat de oorzaken zijn.
Deelname onderzoek Tekenradar
- Volwassen deelnemers met de ziekte van Lyme zijn er al genoeg. Zij kunnen nog wel meedoen aan het Tekenradar-vragenlijst onderzoek door een tekenbeet of Lyme te melden.
- Kinderen (jonger dan 18 jaar) kunnen worden aangemeld voor het onderzoek als ze een antibioticabehandeling starten voor een rode ring of vlek. Aanmelden kan via de Tekenradar of via de arts.
Expertisecentrum ziekte van Lyme
Het Nederlands Lymeziekte-expertisecentrum doet onderzoek naar de ziekte van Lyme. Dit moet de preventie, diagnostiek en behandeling van de ziekte verbeteren.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt geld beschikbaar voor het Nederlands Lymeziekte-expertisecentrum.