Doxing
Het verzamelen of delen van persoonsgegevens, zoals een adres of telefoonnummer, om iemand te intimideren is sinds 1 januari 2024 strafbaar. Dit wordt ook wel doxing genoemd. De overheid neemt verschillende maatregelen om doxing tegen te gaan.
Persoonlijke informatie delen strafbaar
Vanaf 1 januari 2024 is doxing strafbaar. Doxing komt veel voor en heeft vaak grote gevolgen. Zeker als privégegevens op het internet blijven staan. Slachtoffers kunnen bijvoorbeeld hun werk niet meer normaal doen of voelen zich thuis niet meer veilig. Doxing is vaak gericht tegen journalisten, politici, rechters of hulpverleners. Maar ook andere mensen kunnen ermee te maken krijgen.
Maatregelen tegen doxing
Om doxing te bestrijden kunnen:
- slachtoffers aangifte doen van doxing;
- daders vervolgd en bestraft worden;
- politie en het Openbaar Ministerie na een aangifte direct een opsporingsonderzoek starten. Er hoeven dus geen andere strafbare feiten te zijn, zoals bedreiging;
- slachtoffers gericht hulp krijgen om hun gegevens weer te laten verwijderen, bijvoorbeeld via HelpWanted of door een bevel van de officier van justitie;
- platforms waar de gegevens gedeeld worden, de persoonsgegevens verwijderen.
Maximale straf voor doxing
Voor doxing kan iemand maximaal 2 jaar gevangenisstraf krijgen, of een geldboete van € 22.500. De maximale gevangenisstraf kan met een derde verhoogd worden als personen met een specifiek beroep slachtoffer zijn. Zoals politici, rechters, journalisten of hulpverleners.